De laatste der Mohikanen

Door Lucien Chin A Foeng – 

Afscheid van Suriname
Het was precies een jaar later dan gepland: het officiële afscheid van deze eerbiedwaardige congregatie: de Zusters van Roosendaal. Honderdeenenzestig jaar toewijding, geloofsijver en trouw vanaf 1856, nog vóór de afschaffing van de slavernij!
Ik herinner mij de geruchten van de voorbereidingen van het feest vorig jaar. De gasten uit het buitenland waren al aangekomen, dag en uur al gepland, toen Mgr. Zichem naar huis terug werd geroepen, einde van een lijdensweg van ruim tien jaar. En hij werd begraven, juist ja, precies op de zondag waarop het officiële afscheid van de zusters zou plaatsvinden.
Grote teleurstelling natuurlijk, al moesten wij ons allemaal erin berusten dat het zo ging. Dat het officiële afscheid – en de huldiging van de laatste zuster in Suriname, zuster Egno Monk – zo in het water was gevallen. Maar de mens wikt en God beschikt en wat in het vat zit verzuurt niet, dus werd het dan maar een jaar later. Ondertussen was zuster Egno, zoals iedereen haar kent, ook in het binnenland, ernstig ziek geworden en opgenomen in een ziekenhuis.
Maar 21 januari 2018 was het haar dag, hun dag: in een volle kathedraal nam dankbaar Suriname afscheid van zijn laatste Roosendaal-zuster en haar congregatie, die ruim anderhalve eeuw bloed, zweet en tranen hier hebben geplengd. In naam van onze Heer Jezus Christus, zonder klagen, zonder mopperen, vader en moeder en familie verlatend om in het verre tropenland hun beste krachten te geven aan land en volk.

Toewijding aan onderwijzen
Het wekte bij mij dan ook minstens bevreemding dat er niemand van de overheid acte de présence gaf, geen officiële vertegenwoordiger van de overheid die namens de Surinaamse mens ‘dankjewel’ kwam zeggen voor zestien decennia van toewijding en plichtsbetrachting bij het onderwijzen en vormen van vooral de Surinaamse vrouw. Een gemiste kans, vond ik. Beschamend beter gezegd.
Dat mocht de feestelijke en vrolijke sfeer in de bisschoppelijke kerk niet drukken. Eerst was er de toespraak van pater Toon, de pater van het binnenland pur sang, die de vertrekkende zuster toesprak in plaats van een preek te houden. In een emotionele rede liet hij de lange staat van dienst, vanaf 1975 na haar opleiding in Nederland, de revue passeren. En haar niet aflatende toewijding en ijver om in het binnenland de inheemse en Marrondorpen te bezoeken en cathechisten op te leiden.
Pater Toon zei dat zuster Egno de motor was achter dit grote project, dat zij samen hebben gedaan, veertig jaar lang in feite. Een opmerking die van grote bescheidenheid getuigt, want deze blonde oblaat van Maria was zeker weten de tweede grote motor in de enorme hoeveelheid werk die in het binnenland is verzet.

Onverdroten
Als de eerste man na de bisschop, die helaas verstek moest laten gaan omdat hij in het buitenland zat, sprak ook vicaris-generaal pater Kross zuster Egno toe, met evenveel woorden van lof en waardering voor deze onvermoeibare bruid van Christus.
”Ik heb me wel eens afgevraagd waar ze die enorme hoeveelheid energie vandaan haalde,” zei pater Kross. En werken in het binnenland is geen pretje – de bootreizen, de wegen ernaar toe – noch de vaak primitieve faciliteiten. Maar zij die arbeiden in de wijngaard van de Heer staan daar niet bij stil en gaan – door de Geest van God gevoed en gedreven – onverdroten elke dag aan de slag, ondanks tegenslagen en grote problemen die ook dit binnenlandse koppel – pater Toon en zuster Egno waren een waar begrip geworden in het binnenland – niet bespaard zijn gebleven. Onverdroten, dus niet ontmoedigd, ijverig, volhardend.

Grootser, blijer, onvergetelijk!
De vrolijkste noot kwam toen een afvaardiging van de binnenlandse Marrons de altaarbenodigdheden w.o. twee kelken van achteren naar voren brachten, voorafgegaan door een groep misdienaars met kaarsen. Op een groot doek stond met rode letters Gran tangi zr Egno.
Met muzikale begeleiding en al swingend en zingend dansten zij zich een weg naar voren, waar de jubilaris in een rolstoel dit schouwspel niet zonder tranen kon gadeslaan. Lawines vol herinneringen van veertig jaar werken onder deze eenvoudige kondremans houden je niet droog! Gelukkig kwam iemand op het idee de betraande geestelijke een papieren zakdoekje aan te reiken.
En toen gingen mijn gedachten in een opwelling terug naar vorig jaar, naar de eigenlijke dag waarop het afscheid van de congregatie en zuster Egno zou plaatsvinden. Toen, dacht ik onwillekeurig, zou dat afscheid niet zo groots en niet zo emotioneel zijn geweest als nu. Haar Heer en Meester, ónze Heer en Meester, had besloten het een tandje vrolijker en feestelijker te maken, emotioneler ook, in een vollere kerk. Grootser, blijer, onvergetelijk! Bij die mijmering kon ik maar amper een brok in mijn keel onderdrukken.

OMHOOG Jaargang 62, editie 04, 28 januari 2018



Categorieën:BISDOM, geloof en leven, verslag

Tags: , , , , , , , ,

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: