Door Lucille Samson-Karg –
Vaarwel
Hartverwarmend, zo kan de afscheidsdienst van zuster Egno Monk op zondag 21 januari j.l. in de Kathedrale Basiliek genoemd worden. Het was een dubbel afscheid, want zuster Egno is de laatste van de zusters Franciscanessen van Mariadal (Zusters van Roosendaal) die in Suriname heeft gewerkt. Met haar vertrek eindigt 161 jaar geschiedenis van deze zusterscongregatie in Suriname. Twee prachtige maripaboten, als teken van vaarwel, waren het neusje van de zalm op de kunstzinnige versiering van het priesterkoor, dat een en al bloemenweelde was.
Waardering en liefde
Uit elk onderdeel van deze plechtige eucharistieviering kon ik de waardering en de liefde proeven voor het werk dat deze zusters hebben gedaan in Suriname, vooral met betrekking tot vorming en onderwijs. De verdiensten van zuster Egno in het bijzonder, want deze dochter van de Heer heeft al haar kennis, kunde, wijsheid, inzicht, kracht, energie en doorzettingsvermogen gebruikt om het werk in het binnenland, samen met pater Toon te Dorsthorst, op poten te zetten gedurende meer dan 35 jaren, tot in de verre dorpen over kreken, rivieren en sula’s met alle ontberingen van dien.
De kerk was stampvol, want de mensen onder wie de zuster heeft gewerkt, waren in groten getale aanwezig. Ze hebben zich niet onbetuigd gelaten: het praiseteam van Hanna’s Lust heeft gezorgd voor levendige, zeer goed klinkende zang en de offergang geschiedde middels een culturele dans die gebruikt wordt om God lof en eer te brengen.
Pioniers
Op speciaal verzoek van de scheidende zuster Monk en het feestcomité viel de eer te beurt aan pater Toon om de toespraak te houden. Geplaagd door het griepvirus en ietwat emotioneel, kweet hij zich plechtig van zijn taak. In vogelvlucht werd de geschiedenis weergegeven vanaf de aankomst in 1861 van de eerste zes zusters Franciscanessen, gekleed in lange zwarte jurken met bijbehorende kappen. De priester typeerde het werk van de zusters van Roosendaal als pionierswerk. De congregatie was slechts veertien jaar oud en toch heeft zij gedurfd om zes nonnen naar hier te sturen. De reis per zeilboot van Holland naar Suriname duurde zes weken.Reeds de dag na aankomst begonnen de zusters direct met lesgeven. Dit was een uitdaging op zich, aangezien een groot deel van de kinderen de Nederlandse taal niet kende. De versterking van de zes nonnen was van harte welkom, aangezien er destijds slechts twee priesters in Suriname waren tewerkgesteld.
Hart en ziel
Zijn samenwerking met zuster Egno typeerde pater Toon als een grote zegen voor hem persoonlijk. Toen hij als boslandpastoor werd aangewezen, mocht hij om bijstand van een zuster vragen en zijn eerste keus viel op zuster Egno Monk, die toen decaan was van het CPI. Mgr. Zichem reageerde hierop als volgt: “Je hebt wel het beste gekozen.” Pater Toon: “Zuster Egno, ik heb je altijd bewonderd dat jij je met hart en ziel gegeven hebt aan het binnenland. Jij was de motor achter de cursusweken van de catechisten. Je was de moeder van de dorpsbewoners. Je hebt alles gegeven wat je kon geven. Jezus zegt dat niemand grotere liefde heeft, dan wie zijn leven geeft voor een ander. En dat is precies wat jij hebt gedaan. God gaat niet vragen hoeveel pastorale leiders je hebt gevormd. Hij gaat vragen of je mensen hebt liefgehad en van Hem hebt gehouden. Wij mogen zeggen dat je van mensen hebt gehouden, en daarom houden mensen van jou. Ook van God. Je wist precies waar je hulp kon zoeken wanneer het moeilijk werd. En ik heb me altijd aan je opgetrokken voor wat betreft jouw geloof en vertrouwen. Mogen we je nu in al je broosheid en zwakheid toevertrouwen aan God.”
Hoopvolle toekomst
Geheel conform het thema van de dienst Dankbaar omzien en hoopvol verdergaan eindigde de pastoor zijn toespraak met de positieve noot dat zuster Egno vorig jaar februari twee zusters uit Indonesië heeft opgevangen in het Fatimaklooster. Daar heeft ze hen de Nederlandse taal onderwezen en hen het e.e.a. bijgebracht over de cultuur van Suriname. Ze zijn door de moeilijkste periode heengegaan en wij mogen God dankbaar zijn voor de nieuwe periode die we nu mogen ingaan. “Zuster Egno, je hebt jouw taak volbracht. Je hebt zoveel mensen opgeleid en zelfs zes diakens helpen vormen. Het fundament dat jij hebt gelegd, daar gaan wij verder aan bouwen. Wij danken God voor het werk dat de zusters Franciscanessen van Mariadal in Suriname hebben verzet en bidden dat God hen mag zegenen in hun verdere leven.”
Heel veel dank
Als teken van erkentelijkheid voor het werk is in de Basiliek een plakkaat aangebracht met alle namen van de Zusters van Roosendaal die in Suriname hebben gewerkt. De inzegening vond plaats met de bede van de bisschop: “Dat dit bord het verhaal moge verkondigen van de gezamenlijke oproep van Christus, Uw Zoon.” Aan zuster Egno werd namens het feestcomité een cadeau overhandigd: een fotocollage van verschillende evenementen uit haar werk in Suriname. Met dankbetuigingen namens de Pater Albrinck Stichting, de Zusters van Paramaribo, Mgr. Choennie, de Zusters van Roosendaal en de catechistenopleiding werd deze mooie dienst beëindigd. Echter, niet alvorens de slogan van pater Toon door broeder Pavion werd geciteerd: “Zuster Egno, wij kunnen u uit het binnenland halen. Maar het binnenland kunnen wij niet uit u halen.” Grantangi, grantangi, grantangi! Wi lobi yu.
OMHOOG Jaargang 62, editie 04, 28 januari 2018
Categorieën:BISDOM, geloof en leven, verslag
Geef een reactie