P. Tjon Kiem Sang –
De wereld van vandaag is getekend door de werkelijkheid en de repercussies van een veranderend klimaat. Gletsjers die gestaag smelten. Intense stormen die steeds sterker worden. Zeeniveaus die stijgen. Overstromingen die zich steeds meer verspreiden. Hittegolven en droogten die steeds langer duren. En de vernietiging en ontwrichting, die al deze gebeurtenissen veroorzaken voor mensen in alle delen van de planeet, nemen maar toe.
Decennialang wordt de wereld reeds gewaarschuwd voor wat er gaat komen zolang de mens maar doorgaat met het pompen van steeds meer warmtehoudende gassen in de atmosfeer, een gevolghebbend bijproduct van het gebruik van fossiele brandstoffen vnl. door geïndustrialiseerde landen. En toch, ondanks de toenemende verschrikkelijke voorspellingen van nog grotere verwoestingen die ons te wachten staan indien het huidig opwarmingstempo voortgaat, blijven wetenschappers benadrukken dat er nog is tijd, hoewel beperkt, om een dergelijke toekomst te beperken. Maar dat doel bereiken vraagt om een historisch vertoon van snelle actie, economische transformatie en internationale samenwerking.
Tot op heden is de wetenschap er niet in geslaagd om te voorzien in de vonk om de politieke inertie, die zich verzet tegen een dergelijke gigantische verandering, te overwinnen. Steeds meer begint men te geloven dat een morele kracht nodig is. In die beweging introduceerde paus Franciscus bijna vier jaren geleden zijn encyclische mijlpaal, Laudato si, over zorg voor ons gemeenschappelijk huis. Deze encycliek is een beknopt handboek van katholieke leer en denken over de schepping en de rol van de mens daarin. In dit document heeft de paus in ondubbelzinnige woorden uitgelegd dat de wezenlijke plicht van de mens om te zorgen voor de natuur de kern vormt van wat het betekent om christen te zijn. En daarmee heeft hij de wereldwijde katholieke kerk geplaatst als een vooraanstaande stem over klimaatverandering en milieuverontreiniging waarmee bevolkingen over heel de wereld worden geconfronteerd.
Since de publicatie van de encycliek is de aarde blijven opwarmen op een historisch en gevaarlijk tempo. Elk van de vier laatste jaren staan gezamenlijk als de vier heetste jaren ooit genoteerd. Als we even verder duiken zien we dat ’s wereld twintig heetste jaren allemaal zijn voorgekomen in de afgelopen 22 jaren. Vorig jaar oktober werd door het klimatologisch wetenschappelijk orgaan van de VN een rapport uitgebracht dat aangaf dat de aarde nu reeds 1 graad Celsius heter is dan vóór de industriële era en dat wij op weg zijn naar 1.5° Celsius verder verwarming tegen het jaar 2040, of misschien zelfs een decennium eerder. De snelheid van verwarming van sinds het midden van de 20ste eeuw overschaduwt verreweg wat de planeet in eeuwen heeft ervaren, of zoals het Amerikaanse NASA dat stelt “weergaloos van decennia tot millennia.”
Enkele maanden nadat Laudato si was gepubliceerd werd het Parijsakkoord door regeringsleiders aangenomen als het eerste mondiaal verbond waarmee alle naties verplicht werden om de opwarming te stuiten beneden de drempel van 1.5°. En hoewel thans alle landen zich hebben verenigd in dat klimaatakkoord – met de VS als enige die aangeeft eruit te willen treden – is de volume van uitlaatgassen toegenomen in de afgelopen twee jaren en nationale klimaatplannen richten zich enkel op het beperken van de opwarming tot 3° tegen het eind van de eeuw.
Paus Franciscus richtte zijn encycliek als een pleidooi tot de hele mensenfamilie, en deed het verzoek om een nieuwe dialoog over de wijze waarop vorm geven aan de toekomst van onze planeet. Hij riep niet alleen op tot conversatie maar uiteindelijk om bekering en actie om beter te zorgen voor ons gemeenschappelijk aardse huis die steeds meer in een ernstig vervallen staat komt te verkeren. En in het geval van klimaatverandering wijst hij op de dringende noodzaak om beleid te ontwikkelen opdat in de komende jaren de uitstoot van kooldioxide en andere zwaarvervuilende gassen drastisch gereduceerd kunnen worden.
De encycliek heeft wel zeker een impact gehad, zeker in de kerk. Het heeft bij velen (nieuwe) interesse gewekt voor de katholieke leer over de zorg voor de schepping, en waarom de kerk zich zorgen maakt over welke gassen in onze atmosfeer worden gepompt. Voor anderen was het een versterking en herladen van pastorale initiatieven, die reeds decennia eerder waren begonnen, om milieuverontreiniging aan te pakken en te zorgen voor de mensen die daardoor het meest getroffen waren. De paus zelf heeft de dag van 1 september uitgeroepen tot dag van gebed voor de zorg voor de schepping en heeft katholieken wereldwijd opgeroepen om die maand te gedenken als het seizoen van de schepping. Hij heeft ook voorgesteld om de zorg voor ons gemeenschappelijk huis toe te voegen aan het lijstje van de traditionele zeven werken barmhartigheid. Meer dan 650 katholieke organisaties wereldwijd hebben zich aangesloten bij de mondiale katholieke klimaatbeweging (catholicclimatemovement.global), die was opgericht in afwachting van de encycliek. Bisschoppen wereldwijd hebben keer op keer pastorale boodschappen uitgebracht over milieukwesties en klimaatverandering en de zorg voor de schepping. In sommige gevallen hebben die boodschappen zelfs controverses teweeg gebracht tussen de kerk en lokale overheden. Wereldwijd zijn er steeds meer bisdommen en parochies die overgaan tot het installeren van zonnepanelen en/of het beter beheersen van hun energieverbruik.
Ondanks al deze inspanningen van de kerk op verschillende plaatsen in de wereld, blijft het gevoel dat de katholieke betrokkenheid in klimaatverandering en milieukwesties maar blijft bij stuksgewijze initiatieven en niet een overheersende mentaliteit is. Ondanks het zaad dat door paus Franciscus is geplant, moeten die nog wortel schieten en groeien tot het prominent niveau waartoe de encycliek was bedoeld. Over het algemeen is het katholieke denken theologisch nog heel eng wanneer het aankomt op het heropvatten van de mens binnen de wijdere sfeer van de schepping. Laudato si heeft in dat opzicht totnutoe weinig theologische veranderingen teweeg gebracht. Het theologisch omarmen van de evolutie van de wereld is iets dat nog niet tot stand is gekomen, en daarmee hoe de mens beschouwd en begrepen wordt in een wereld van dynamische verandering en complexiteit. Tijdens een toespraak tot theologen in het Vaticaan, moedigde paus Franciscus hen aan om dieper te graven in milieuverantwoordelijkheid. Hij merkte daarbij op dat hij zelden of nooit iemand hoort biechten over het vervuilen of beschadigen van de aarde. “Wij zijn ons nog steeds niet bewust van deze zonde!” Wij kunnen niet blijven voortbouwen op de klassieke middeleeuwse filosofieën en theologieën, zoals Augustinus en Aquino, en op dezelfde wijze theologie doen in de 21ste eeuw. Ook in de theologie moeten wij doen wat de wetenschap doet, en dat is het paradigma verschuiven.
Er zijn heel wat mensen die de encycliek van de paus ter hand hebben genomen en ermee aan de slag zijn gegaan door het deel te maken van het parochieleven. Hoewel dat een goed initiatief is blijkt uit onderzoeken steeds weer een gebrek aan urgentie en het tot prioriteit maken. Het blijft iets ondergeschikt, zelfs optioneel. Parochianen geven aan dat hun pastoor de kwestie niet tot een prioriteit maakt. Priesters op hun beurt geven aan dat de bisschoppen geen nadruk leggen op ecologische bezorgheid, of dat hun parochianen de zorg voor de schepping niet zien als belangrijk voor hen. In vele landen in Europa en Noord-Amerika, maar ook elders in de wereld, werd ernstig roet in het eten gegooid van de milieu-agenda, door het heropduiken van de seksueel misbruikschandalen in de kerk.
Elk gesprek over de katholieke kerk en het milieu zal ongetwijfeld leiden tot de immense capaciteit die de kerk heeft om een forse kracht ten goede te zijn in deze kwestie. De grootte van de kerk en haar mondiaal bereik, de duizenden gebouwen en onroerend goed waarover zij beschikt, en bovenal de invloed die zij uitoefent, nog zelfs temidden van de huidige schandalen. Hoe kan deze potentie van de kerk dan omgezet worden in hogere niveaus van actie? Een eerste stap is het begrijpen en waarderen van de ernst waar de wetenschap het over heeft. Een tweede stap is een grotere erkenning en begrip van het idee van een integrale ecologie – waaraan een heel hoofdstuk in Laudato si is besteed – dat klimaatverandering en ecologische kwesties een impact hebben op elke sector van het openbaar leven en op elke ethische kwestie van de kerk. Een echt verandering, een groene aarde, vereist een praktische aanpak. Er is een praktische theologie nodig. Een theologie die zich vertaalt in het leven van de mensen. Een theologie die begint in de evangelies, die de waarden die daarin worden uitgedrukt – gemeenschap, attentheid, compassie en dat Gods liefde zich uitstrekt naar heel de schepping – en die bestudeert door de lens van de evolutie.
Het gaat om een type verandering die niet slechts cosmetisch kan zijn. Het gaat ook niet om een intellectuele verandering. Het gaat om diepe verandering in ons zijn, in de wijze waarop wij onszelf zien als mens, wat wij zijn in de wijdere sfeer van de schepping, en hoe God werkzaam is in dee dynamische samenhang van het geschapen leven.
Een vraag die hier rijst is in hoeverre kerkelijke leiders bereid zijn om profetisch op te treden in de confrontatie met het te verwachten verzet vanuit de wereld van de politiek en economie. Paus Franciscus heeft vaker aangehaald dat de bedoeling van zijn encycliek was om onderhandelingen tijdens de klimaattop in Parijs dat jaar te beïnvloeden. Het politiek arena is sindsdien wel dramatisch veranderd. De president van de VS – die samen met China gezien worden als de grootste bronnen van broeikasgassen in de atmosfeer – heeft aangegeven de VS terug te trekken uit het Parijsakkoord. De opkomst van nationalistische sentimenten heeft andere landen, zoals Brazilië, ertoe geleid om hun toezeggingen tot het verminderen van de uitstoot van schadelijke gassen opnieuw aan de kaak te stellen, en tegelijkertijd intensief inzetten op mijn- en bosbouw. Tijdens de laatste klimaattop hadden wereldleiders heel veel moeite om hun kortetermijn economische en politieke belangen terzijde te leggen om te werken aan het gemeenschappelijk goed.
In zijn encycliek vraagt de paus aan de mensen van de wereld, om niet slechts na te denken over wat voor een wereld zij willen voor hun kinderen om op te groeien, wat zij willen nalaten voor toekomstige generaties, maar om te worstelen met diepere vragen over het doel van ons leven in deze wereld. Wat hier op het spel staat is onze eigen waardigheid. Het nalaten van een bewoonbare planeten voor toekomstige generaties ligt ten eerste aan onszelf. Deze kwestie raakt ons op dramatische wijze want het heeft te maken met de uiteindelijk betekenis van ons vertoeven op aarde. Doemvoorspellingen kunnen wij niet langer met ironie of minachting beantwoorden. Het is best mogelijk dat wij voor de komende generaties niets anders achterlaten dan puin, verwoesting en vuil. Zijn wij als mens in staat enge belangen terzijde te leggen en de handen ineen te slaan om de schepping te doen verrijzen uit het graf dat wij ervoor graven?
OMHOOG Jaargang 63, editie 14, 21 april 2019
Categorieën:geloof en leven
Geef een reactie