door Melvin Mackintosh –
Uitvaart
Degenen die vroeg waren voor de eucharistieviering en uitvaartdienst van pater Gerard op woensdag 2 mei in de parochiekerk Salvator-Mundi in Hamont-Lo, België zouden de broer van de overledene, pater René, alleen zittend hebben gezien voorin de kerk op de voor hem gereserveerde stoel. De kist was er nog niet eens. Wat zou er in hem omgegaan zijn?
Op het priesterkoor was er een Surinaamse vlag gehangen over een spreekgestoelte met een brandende kaars op een statief ernaast. Stralen van de ochtendzon kwamen door de hoge ramen binnen en verlichtten het altaar. De andere spreekgestoelten hadden een paars kleed eroverheen. Alle kaarsen inclusief de paaskaars waren al een tijdje aan.
‘Het was een waardig afscheid van een waardig mens’, zegt Roy Khemradj, oud-parochiaan van de H.-Driekoningenkerk en nu wonende in Nederland. ‘Ik kende pater Gerard ook en ik wilde erbij zijn.’ Roy vertelt dat hij elke keer als hij in Suriname was een bezoekje bracht aan de pater. ‘Het heeft me goed gedaan om Mgr. Karel Choennie, bisschop van Paramaribo, ook aanwezig te zien. Het versterkte het Suriname-gevoel.’ Mgr. Choennie mocht op het kerkhof bij de teraardebestelling ook de laatste riten uitvoeren.
Lof en waardering
Er was veel lof en waardering voor de ijver van pater Gerard, die dingen gedaan kon krijgen. Hij deed dat altijd volgens salvatoriaanse uitgangspunten, werd gezegd. Ook de reacties uit Suriname op het heengaan van pater Gerard werden tijdens de uitvaart genoemd en gewaardeerd.
In een korte rede tijdens de eucharistieviering roemde Mgr. Choennie de humor van pater Gerard. ‘Elke ochtend bij het krieken van de dag stond pater Gerard naast het bed als op de radio het Surinaamse volkslied werd afgespeeld aan het begin van de uitzending. Daarna begon pater Gerard zijn gebed.’
Bisschop Choennie: ‘Hij kende werkelijk iedereen, elke familie en de bijbehorende structuren in de parochie. En wanneer hij een familienaam vergeten was, dan vroeg hij naar de naam. En als die gegeven werd, zei Gerard meteen daarop “Nee, ik bedoel de voornaam”. Zo had hij met humor zowel familienaam als voornaam in het hoofd en dan kon het gemoedelijke gesprek beginnen.’
Mi dè
Het overlijden van pater Gerard Geyskens SDS op 24 april 2018 heeft een golf van reacties teweeggebracht in de katholieke gemeenschap van Suriname. Pater Gerard heeft er immers bijna dertig jaren gewerkt. Als missionaris heeft hij vele harten geraakt en invloed gehad op vele levens; altijd vrolijk, welbespraakt, veel tori’s. De rouwdienst in de H.-Driekoningenkerk op 1 mei heeft dat weer eens bevestigd. Daar is meerdere malen de uitdrukking ‘mi dè’ gevallen, als een merk van pater Gerard.
Zijn woorden
Tijdens een van de laatste bezoeken van mij aan deze goede man in Fatima Oord, niet lang voor zijn vertrek terug naar België, was ik een en al oor toen hij weer eens het merk gebruikte. Als ode aan pater schrijf ik hier zijn eigen gedachten neer over het mi dè, zoals hij die mij vertelde.
‘Melvin, God is een Mi dè.’ Zo begon hij. ‘Exodus 3,13-15: Wat is de naam van die God? Het antwoord: Ik ben die er zal zijn. Mi dè.
Jezus is een Mi dè. Lucas 1,26-38: De Heer is met je. Gij zult hem de naam Jezus geven. Bij Mt. 1,23 staat: Gij zult Hem de naam Immanuël geven, dat betekent God met ons. Het is mooi dat de engel de betekenis van Immanuël geeft, want Maria had geen Latijn gestudeerd. Het komt van immanere, intensief aanwezig zijn. Manere is blijven, immanere is intensief verblijven. Zie ook Mt. 28,20.
De Heilige Geest is een Mi dè. Als Jezus naar zijn Vader gaat, zegt Hij aan de apostelen: De heilige Geest… Hij zal er altijd zijn om ons te helpen.’
Een kleine mi dè zijn
‘Dus Melvin,’ zei pater tegen me, ’als wij goede christenen willen zijn, dan komt het er vooral op aan dat we er zijn voor onze medemensen, zoals Jezus er altijd was voor de mensen. Wie kan ik voor je zijn? Wat kan ik voor je doen?’ Laten we voor elkaar een kleine mi dè zijn!
(foto’s van Roy Khemradj)
OMHOOG Jaargang 62, editie 18, 06 mei 2018
Categorieën:geloof en leven
Geef een reactie