VASTENBRIEF 2023

In deze vastenbrief, waarin wij ieder jaar opnieuw zoeken naar de beleving van het Paasmysterie in het leven van alledag, willen wij voornamelijk verslag doen van de synodale weg die wij reeds hebben afgelegd, de continentale fase waarmee me bezig zijn en het pad dat we samen nog moeten gaan. In ons beleidsplan hebben we gezegd dat de synodale weg geen bijkomend of apart speerpunt is maar het is als de olie die in al de afzonderlijke gebieden gebruikt moet worden opdat het hele raderwerk van het beleidsplan niet zou vastlopen.

De synodale Kerk:
gemeenschap, participatie en zending

  1. Vanaf oktober 2021 stappen we mee in een wereldwijd synodaal proces als voorbereiding op de bisschoppensynode die in oktober 2023 zal plaatsvinden in Rome met als thema: Voor een synodale kerk: communio, participatio en missio. Synode betekent letterlijk: samen op weg gaan.
    Deze weg willen we gaan met iedereen, ook zij die aan de zijlijn staan of niet betrokken worden, om in alle openheid te luisteren naar elkaar, naar de heilige Geest én naar Gods Woord. Het gaat om een andere manier van kerk zijn. Een kerk die het zuurdesem, zout en licht van de wereld wil zijn.

De weg die wij hebben afgelegd

Groeiend bewustzijn

  1. Met ruim achthonderd personen zijn wij heel intens met elkaar in dialoog gegaan. Mensen voelden zich vrij om hun mening te uiten en raakten geïnspireerd door elkaars ideeën. In het delen van informatie ontstond er een hechtere band tussen de participanten en groeide het besef dat we samen kerk zijn en dat de kerk van ons is. Dit bewustzijn betrof zowel de parochie alsook het hele bisdom. We voelden dat alles met alles en iedereen met iedereen verbonden is.

Keerpunt

  1. Voor velen zorgden de gesprekken ervoor dat er een omwenteling plaatsvond. Niet langer was de kerk een instituut geleid door de bisschop en de priesters maar meer een huis waar we als broers en zusters wonen en met elkaar werken aan een gemeenschappelijk doel, het koninkrijk van God dat meeromvattend is dan onze Kerk alleen. Men leerde ook dat er een verscheidenheid is van opvattingen in de kerk en dat iedereen gerespecteerd moet worden zonder dat we daarbij de katholieke identitieit verliezen.

Spirituele dimensie

  1. De gesprekken begonnen met gebed en werden gevoerd in een sfeer van gebed waarbij men zich ervan bewust was dat wij niet alleen naar elkaar moeten luisteren maar ook naar de heilige Geest. Wat wil de Geest dat nu we doen in deze tijd van armoede, oorlog, klimaatverandering, maar ook tijd van een groeiend besef van de gelijkwaardigheid van man en vrouw, respect voor inheemse culturen en de natuur met haar biodiversiteit, een optimistische tijd met baanbrekende uitvindingen in de communicatietechnologie, zoals het internet en de mobiele telefoon met gemakkelijke toegang tot informatie maar helaas ook misinformatie en manipulatie. De wereld is kleiner en internationaler geworden. Informatie over het geloof en discussie over geloofszaken kunnen nu wereldwijd met elkaar gedeeld worden op een goedkope en eenvoudige manier.

    De deelnemers kwamen zelf tot de conclusie dat de waarheid niet zomaar wordt bepaald door een meerderheid maar dat de verschillende meningen ook getoetst moeten worden aan de Bijbel en de leer van de kerk. Binnen het bisdom maar zelfs ook binnen een parochie kennen gelovigen zeer uiteenlopende manieren van gebed. Sommigen prefereren het stil en plechtig gebed terwijl anderen meer expressief willen zijn in het gebed. Er moet binnen de kerk ruimte zijn voor verscheidenheid. We hebben geleerd toleranter te zijn naar elkaar toe en open te staan voor nieuwe dingen.

Steeds de gulden middenweg vinden

  1. Uit de gesprekken kwam naar voren dat de lokale ideeën en wensen het best gerealiseerd kunnen worden in een dialoog met de universele kerk. Dit moet een continue proces zijn waar men over en weer naar elkaar wilt luisteren. Iedere parochie heeft zijn sterke en zwakke kanten. De uitdagingen en dromen kunnen van parochie tot parochie sterk verschillen. Het is daarom belangrijk dat deze zaken worden uitgesproken zodat de juiste keuzen gemaakt kunnen worden. Parochies mogen van elkaar verschillen omdat ze verschillend zijn samengesteld en verschillende behoeften hebben. We kunnen één zijn zonder dat wij uniform zijn. De diepe eenheid vinden wij in de sacramenten en in het bijzonder in de eucharistie.

Dromen van een ideale kerk

  1. De ideale kerk waarvan wij dromen is er een waar het koninkrijk van God volledig is doorgebroken. In die kerk wordt het evangelie van Jezus Christus ten volle beleefd. Waar Christus alles in allen is. Andere kenmerken van de ideale kerk zijn onder andere: gerechtigheid en vrede, barmhartigheid, geloof, hoop en liefde, transparantie, gastvrijheid en vriendelijkheid. Er heerst verder een gevoel van behoren tot dezelfde familie waar iedereen gerespecteerd wordt en iedereen zichzelf mag zijn. Er wordt niet gediscrimineerd op grond van etniciteit, gender, seksuele voorkeur of sociale status. Iedereen is gelijkwaardig voor Christus. Iedereen moet openstaan om door Christus te worden omgevormd tot kind van God.

Organisatie en leiderschap

  1. De parochie moet vooral sterke structuren hebben waarin iedereen mag participeren al naar gelang de talenten die men heeft. Binnen de structuren kan men best met ouderen en jongeren samenwerken waardoor ervaring en ondernemingslust samen komen. Hierdoor worden stabiliteit en continuïteit gegarandeerd. De structuren moeten niet alleen naar binnen gericht zijn, dat wil zeggen zorgen voor de erediensten, maar ze moeten ook maatschappelijk relevant zijn. Er moet gewerkt worden aan gerechtigheid en vrede, de eenheid tussen de verschillende bevolkingsgroepen moet bevorderd worden en ruime aandacht moet gegeven worden aan behoud van de natuur. De kerk moet zich ervan bewust zijn dat niet alles door vrijwilligers gedaan kan worden en dat er ook een zekere professionaliteit vereist is. Dat zal zeker geld kosten en dat moeten de parochianen zelf opbrengen. Degenen die leiding geven binnen de organisaties en structuren van de kerk moeten nederig zijn, goed kunnen luisteren naar anderen, toegewijd zijn. Ze moeten een dienend leiderschap aan de dag leggen en vooral kunnen samenwerken met anderen.

Wat zijn onze sterke kanten

  1. Als eerste en belangrijkste sterke kant werd de Eucharistie genoemd, naast de andere sacramenten die heel het leven omvatten. Een bijzondere positieve kant van onze kerk is dat wij sterke instituten en structuren hebben, die de veranderingen van de tijd kunnen weerstaan. Zo hebben wij onze eigen scholen om de opvoeding van kinderen te helpen begeleiden. De zorg voor de ouderen is goed georganiseerd maar nog veel te duur en onbetaalbaar voor de gemiddelde inkomens. Er zijn veel sterke gezinnen – ook al hebben niet allen als basis het christelijk huwelijk – die de ruggengraat vormen van de kerk. Dit blijkt doordat bijna alle kinderen worden gedoopt, dat de eerste heilige communie en het vormsel als initiatiesacramenten zeer op prijs worden gesteld. Bij verjaardagen, inzegening van huizen, ondernemingen, fabrieken en andere voorwerpen, uitvaartdiensten, bedevaarten etc., blijkt steeds weer hoe diep geworteld het geloof is en hoeveel men ervoor over heeft om het geloof bij deze gelegenheden tot uitdrukking te brengen. Er zijn actieve kerkgangers en veel vrijwilligers die het werk uit liefde doen. We hebben goede communicatiemiddelen zoals Omhoog, Radio Immanuel, televisieprogramma’s en sociale medianetwerken. Wij hebben toegewijde en hoog opgeleide priesters en diakens en religieuze zusters die zich volledig inzetten voor de kerk en de mensen. We hebben een sterke maatschappelijke betrokkenheid en schromen niet om het onrecht aan te klagen.

Wat zijn onze zwakke kanten

  1. Wij hebben te weinig priesters voor zo een groot aantal gelovigen die nog eens heel ver uit elkaar wonen, diverse talen en culturen hebben en behoren tot verschillende etnische groepen. De diensten vooral in de stad en district zijn overwegend in het Nederlands en niet iedereen is die taal machtig. Waar er geen priester is, gaat het kerkelijk leven achteruit. De parochie is te afhankelijk van de initiatieven van de priester of wat hij aankan. In het binnenland van Suriname heeft het boslandpastoraat ervoor gezorgd dat het kerkelijk leven kwalitatief hoogstaand kan doorgaan zonder de permanente aanwezigheid van een priester. De stad en het district zouden hiervan kunnen leren.
  2. Er is een gebrek aan kennis over de Bijbel en de kerk. Er zijn ouders die zelf niet naar de kerk komen maar wel hun kinderen naar de kerk sturen. Deze kinderen komen niet meer zodra zij zelf mogen beslissen. Er zijn katholieken die niet trots zijn op hun kerk en hun geloof niet verdedigen. Men kan ook hard oordelen over anderen en men waardeert elkanders werk niet voldoende. De indruk bestaat dat velen de kerk verlaten hebben hoewel de officiële statistieken van de staat daar een ander beeld van geven. Er is een dubbele of meervoudige verbondenheid, d.w.z. dat men tegelijk katholiek, volle evangelie en wintigelovige is. Zonder een innerlijke tegenspraak te ervaren kan men van code veranderen al naar gelang het goed uitkomt. Het is ook opvallend dat er weinig mannen naar de kerk gaan en de godsdienstige opvoeding aan de moeders overlaten. De zang in de kerken laat veel te wensen over. De muziek gaat niet mee met de tijd en de cultuur van de mensen. Katholieken staan niet erg open naar nieuwkomers toe. Die krijgen geen bijzondere aandacht om zich thuis te voelen maar moeten hun eigen weg maar zien te vinden. De kerk komt vaak op de laatste plaats op de prioriteitenlijst van de mensen, vaak na ontspanning en sport. Men heeft meer aandacht voor het wereldse dan de zaken van God.

Wat zijn onze kansen

  1. We zijn de grootste christelijke kerk in Suriname. We zouden onze voorsprong moeten behouden door meer missionair te zijn. Katholieken durven niet genoeg voor hun geloof uit te komen en moeten zich daarin laten vormen. Daarbij zullen we trachten door een voorbeeldig leven anderen naar ons toe te trekken en we zullen ook beter gebruik moeten maken van de moderne communicatiemiddelen die we hebben. Dat vraagt om training en vorming voor het maken van inhoudelijk goede programma’s. Over het algemeen dragen katholieken financieel heel weinig bij aan de instandhouding van de kerk. Door een gericht stewardship programma zou iedereen ervoor kunnen zorgen dat de kerk financieel stabiel wordt en niet voortdurend op bedeltoer hoeft te zijn. We hebben een uitgebreid netwerk aan scholen, internaten, bejaardentehuizen, sport- en vormingscentra maar maken er weinig gebruik van om de katholieke waarden en normen door te geven. Te weinig zorgen wij ervoor dat in onze instituten goed gemotiveerde katholieke krachten worden aangesteld die bereid zijn zich extra in te zetten voor de zwakkeren in de samenleving. Het huwelijkspastoraat zou beter ter hand moeten worden genomen. Huwelijksvoorbereiding en begeleiding van koppels moet professioneler en systematischer. Door onze kennis van de Bijbel te vergroten kunnen wij beter de spirituele en maatschappelijke taken vervullen. We zijn een internationale kerk en kunnen daarom die contacten aanboren om ons te helpen groeien tot een kerk die in staat is haar missionaire taak uit te voeren en Christus bekend te maken aan de heel de schepping. We kennen toegewijde priesters en religieuzen en zouden meer moeten openstaan voor andere vormen van gemeenschapsleven. Bijvoorbeeld communiteiten waar men zich niet levenslang aan hoeft te verbinden of echtparen die tot een religieuze gemeenschap kunnen behoren. Verder kenmerkt de katholieke kerk in Suriname zich door een nauwe samenwerking in oecumenisch verband binnen het Comité Christelijke Kerken en is het interreligieus beraad gestructureerd binnen de IRIS, waarvan de bisschop de voorzitter is. Veel maatschappelijke vraagstukken worden in deze grote verbanden besproken en aangepakt.

Wat zijn de bedreigingen en obstakels

  1. Historisch gezien zijn wij een kerk die eeuwenlang door Nederlandse priesters en religieuzen werd bediend. Wij hebben nooit goed geleerd zelfstandig te zijn. Veel geld kwam uit Nederland en nog steeds is de kerk sterk afhankelijk van de financiering van projecten door buitenlandse donoren. De kerk moet snel leren financieel zelfstandig te zijn en vooral zorgen voor een roepingenpastoraal waardoor de kerk geleid kan worden door priesters en religieuzen uit het eigen land. Waar wij te weinig naar elkaar geluisterd hebben zullen we meer aandacht hebben voor een goede onderlinge communicatie waardoor onderlinge verdeeldheid en twist vermeden kunnen worden. We moeten ophouden geïsoleerd te werken waarbij iedere parochie alleen voor zichzelf zorgt. Het besef moet groeien dat we één grote familie zijn. Een enorme bedreiging vormt ook de beïnvloeding van westerse waarden en normen. Zo groeit het materialisme en het individualisme met de dag. De oude groot-familie structuren vallen uiteen en steeds meer worden mensen aan hun lot overgelaten. Een enorme obstakel is de verarming van de Surinaamse bevolking door de negatieve economische groei in het land. Hierdoor zijn mensen meer dan ooit bezig met overleven en blijft er weinig tijd en geld over voor andere zaken zoals het geloof.

Taboe of gevoelige onderwerpen

  1. Tijdens de beraadslagingen werden we ons er pijnlijk van bewust dat er onderwerpen zijn in de katholieke kerk waar we niet open en vrij over kunnen spreken. De plaats van de vrouw in de kerk is misschien wel het gevoeligste. Hoewel over het algemeen vrouwen de kerk in stand houden worden zij uitgesloten van het priesterschap en diaconaat. Vrouwen kunnen wel indirect veel invloed uitoefenen in de kerk en geleidelijk aan komen er steeds meer vrouwen in leidinggevende posities in de kerk. Toch blijft de discussie in de kerk op dit stuk haperen en onbevredigend. Door de toename van echtscheidingen op jonge leeftijd voelen steeds meer mensen zich buitengesloten door de kerk. De houding van de kerk wordt als onbuigzaam ervaren terwijl veel burgerlijk hertrouwde mensen meer zouden willen doen aan hun geloof.

    Verder wordt het celibaat als een taboe onderwerp ervaren terwijl er genoeg jongemannen zijn die priester zouden willen worden als de celibaatsverplichting er niet was. Het machtsmisbruik van priesters wordt ook ervaren als een gevoelig onderwerp. Mensen die in aanvaring zijn gekomen met een priester kunnen zich vaak nergens beroepen, voelen zich niet gehoord en worden niet langer bij kerkelijke activiteiten betrokken. Minderheidsgroepen, zoals homofielen, transgenders, voelen zich uitgesloten en vinden het moeilijk om hun geloof binnen de gemeenschap goed te beleven.

De continentale fase

  1. Nadat wij de diocesane fase van de synode hadden afgerond, hebben de Caribische bisschoppen een samenvatting gemaakt voor alle Caribische landen en eilanden die bij de Antilliaanse Bisschoppenconferentie zijn aangesloten. De positie van de Surinaamse kerk komt sterk overeen met de overige Caribische landen. De verschillen liggen slechts in de geografische ligging waardoor de eilanden meer bedreigd worden door orkanen vanwege de klimaatverandering. Verder zijn de eilanden meer afhankelijk van de toerisme-industrie en de problemen die daarmee samenhangen. Suriname heeft een grotere uitdaging in interreligieuze dialoog door de multireligieuze samenstelling van de bevolking. De continentale fase volgt op de fase die de bisschoppenconferenties hebben afgerond. Daar is men nu volop mee bezig.

Hoe gaan wij verder?

  1. Het besef dat wij een synodale kerk zijn is reeds goed doorgedrongen tot iedereen die actief deelneemt aan het kerkelijk leven. Steeds meer besluiten worden uitgesteld totdat iedereen gehoord is en inspraak kan hebben. Het breder overleg brengt met zich mee dat mensen elkaar en de problemen ook beter leren kennen. Dit schept onderling een sterkere band en bevordert de participatie van iedereen. Nu moeten wij nog durven om missionair te zijn. Dat zal een grote en moeilijke stap zijn omdat het als het ware een reflex geworden is van katholieken om met geloof niet te koop te lopen. We denken bij missionering niet aan campagnes en reclameboodschappen om mensen aan te trekken maar aan een christelijke levenswijze zoals bij de eerste christenen waardoor mensen kunnen zeggen: Zie hoe zij elkaar liefhebben, tot die groep wil ik ook behoren.
  2. Verder zijn wij tekort geschoten in de eerste ronde om serieus in gesprek te gaan met maatschappelijke groepen zoals sportverenigingen, journalisten, medici en andere wetenschappers, politici en maatschappelijke instellingen. Dat zouden wij alsnog moeten doen. Bij het samenstellen van jaar- en actieplannen om het beleidsplan van het bisdom te kunnen uitvoeren is de synodale weg de manier bij uitstek om dat te kunnen realiseren. Wij zullen daarbij merken dat het veel meer gaat om de band die wij met elkaar opbouwen dan de doelen die wij met elkaar realiseren. We zullen daarbij de vreugde van de verrijzenis ervaren zonder daarmee expliciet bezig te zijn. Zo werkt God op wonderlijke wijze in ons leven.
  3. We mogen concluderen dat de synodale weg aanvoelt als wat de twee Emmausgangers hebben ervaren. Zij waren bedrukt, teleurgesteld en wanhopig, zij gingen bergafwaarts, weg van Jeruzalem, de stad van vrede. Terwijl ze zo klagend onderweg zijn loopt Jezus ongemerkt met hen mee, luistert aandachtig naar hen en legt hen heel de schrift uit. Er ontstaat een warm gevoel in hun hart. Hun gastvrijheid wordt beloond wanneer Jezus de rol van gast omzet in gastheer en het brood neemt en zegent. Ze herkenden hem als de verrezen Heer in het breken van brood maar Hij verdween uit hun zicht. Dit is het wonder dat we telkens weer ervaren als wij samen op weg gaan en Eucharistie vieren.

+Karel Choennie
Bisschop van Paramaribo



Categorieën:BISDOM

Tags: , , ,

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: