Commentaar op de Lezingen van Kerstmis  (Jaar C) door pater Esteban Kross

Achtergrond van de eerste lezing (Jesaja 9: 1-6)

Zes eeuwen vóór Christus sprak de profeet Jesaja over een groot licht dat in het duister schijnt van menselijk leed en van de zonde en het geweld van de wereld. In de geboorte van Gods Zoon in de stal van Bethlehem, komen de woorden van deze eeuwenoude profetie tot vervulling.

Eerste lezing: Jesaja 9: 1-6

Het volk dat wandelt in de duisternis ziet een helder licht; een glans straalt over hen die wonen in het land van doodse duisternis. Gij hebt hun blijdschap vermeerderd, hun vreugde vergroot. Voor uw aanschijn zijn zij vrolijk als mensen die opgewekt zijn bij de oogst of jubelen bij het verdelen van de buit. Want het juk dat zwaar op het volk drukte, de stang op hun schouders, en de stok van hun drijvers, Gij hebt ze stuk gebroken als op de dagen van Midjan. Want een Kind is ons geboren, een Zoon werd ons geschonken; Hem wordt de macht op de schouders gelegd en men noemt Hem: Wonderbare Raadsman, Goddelijke Held, Eeuwige Vader, Vredevorst. Een grote macht en een onbeperkte welvaart zullen toevallen aan Davids troon en aan zijn koninkrijk, zodat het gegrondvest zal zijn en stevig gebouwd op recht en gerechtigheid van nu af tot in eeuwigheid. De ijver van de Heer der hemelse machten brengt het tot stand.

Tussenzang:  Psalm 96.

Refrein: HEDEN IS ONS EEN REDDER GEBOREN: CHRISTUS, DE HEER!

1. Zingt voor de Heer een nieuw gezang.

Zingt voor de Heer, alle landen.

Zingt voor de Heer en verheerlijkt Zijn

Naam, verkondigt Zijn heil alle dagen.

2. Meldt aan de naties Zijn heerlijkheid,

Zijn wondere daden aan alle volken.

Dan straalt de Hemel en jubelt de aarde,

de zee neuriet mee met al wat daar leeft.

3. De velden zwaaien met al hun gewassen,

de woudreuzen buigen hun kruin.

Zij juichen de Heer toe omdat hij komt,

Hij komt als koning der aarde.

Achtergrond van de tweede lezing: (Titus 2: 11-14)

De apostel Paulus denkt in deze brief aan zijn medewerker Titus na over de komst van Christus in deze wereld. Met Zijn geboorte te Bethlehem geeft God ons Zijn Zoon als een licht voor heel de mensheid. Deze grote genade betekent hoop voor ons eigen leven en roept ons op tot een oprechte levenswandel in Christus.    

Tweede lezing: Titus 2: 11-14

Dierbare, de genade van God, bron van heil voor alle mensen, is op aarde verschenen. Zij leert ons goddeloosheid en wereldse begeerten te verzaken en bezonnen, rechtvaardig en vroom te leven in deze tijd, terwijl wij uitzien naar de zalige vervulling van onze hoop, de openbaring van de heerlijkheid van onze grote God en Heiland Christus Jezus. Hij heeft zichzelf voor ons gegeven om ons van alle ongerechtigheid te verlossen en ons te maken tot zijn eigen volk, gereinigd van zonde, vol ijver voor alle goeds.

Achtergrond van de evangelielezing:  (Lucas 2: 1-14)

Met het geboorteverhaal van Christus, getuigt Lucas van Gods voorliefde voor de armen en de eenvoudigen van hart. De Messias is geboren in Bethlehem, de stad van David die zelf als jonge herder gezorgd heeft voor de schapen van zijn vader Isaï en die later als koning het volk als een herder geleid heeft. Tegenover keizer Augustus, die door de Romeinen vereerd werd als goddelijk omdat hij het Romeinse Rijk vele jaren van vrede heeft gebracht, staat de geboorte van Christus, de Vredevorst, die waarlijk de mensgeworden Zoon van God is en die door Zijn kruisdood en verrijzenis de ware vrede zal brengen en heel de schepping zal verlossen van het duister van het kwaad.

Evangelie: Lucas 2: 1-14

In die dagen kwam er een besluit van keizer Augustus dat er een volkstelling moest gehouden worden in heel zijn rijk. Deze volkstelling vond plaats eer Quirinius landvoogd van Syrië was. Allen gingen op reis, ieder naar zijn eigen stad, om zich te laten inschrijven. Ook Jozef trok op en omdat hij behoorde tot het huis en geslacht van David, ging hij van Galilea, uit de stad Nazaret naar Judea: naar de stad van David, Betlehem geheten, om zich te laten inschrijven, samen met Maria zijn verloofde die zwanger was. Terwijl zij daar verbleven brak het uur aan waarop zij moeder zou worden; zij bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Zij wikkelde Hem in doeken en legde Hem neer in een kribbe, omdat er voor hen geen plaats was in de herberg. In de omgeving bevonden zich herders die in het open veld gedurende de nacht hun kudde bewaakten. Plotseling stond een engel des Heren voor hen en zij werden omstraald door de glorie des Heren zodat zij door grote vrees werden bevangen. Maar de engel sprak tot hen: “Vreest niet, want zie, ik verkondig u een vreugdevolle boodschap die bestemd is voor heel het volk. Heden is u een Redder geboren, Christus de Heer, in de stad van David. En dit zal voor u een teken zijn: gij zult het pasgeboren kind vinden in doeken gewikkeld en liggend in een kribbe”. Opeens voegde zich bij de engel een hemelse heerschare. Zij verheerlijkten God met de woorden: “Eer aan God in den hoge en op aarde vrede onder de mensen in wie Hij welbehagen heeft”.

Overweging:

In deze kersttijd wordt net als ieder jaar de dagelijkse gang van het leven in heel de samenleving onderbroken voor de kerstsfeer. We doen van alles om er een prettig en vrolijk kerstfeest van te maken. We houden van die bekende kerststemming en kerstsfeer. Het is daarom de tijd van  kerstverlichting, kerstversieringen, en kerstmelodieën.

Op zich kan daar niets op tegen zijn. Als het maar niet tekenend is voor wat kerstmis voor veel mensen betekent: namelijk wegvluchten uit de harde realiteit van het leven in een zalige droomwereld met feestelijkheden, plezier en vrolijkheid. Want het zou jammer zijn als wij zo zouden voorbijgaan aan de echte, de wezenlijke betekenis van het Kerstmysterie. Welke boodschap draagt de geboorte van Gods Zoon, Zijn binnentreden in deze wereld, voor ons?

De herders hebben een bijzonder mooi kerstfeest gevierd in die eerste zuivere, heilige kerstnacht.  Niet alleen vanwege die hemelse zang van de engelen, maar vooral omdat ze gehoor gaven aan die woorden van de engelen, en daarom opstonden en naar Bethlehem gingen. ”Komt” zeiden de herders tot elkaar, “laten wij naar Bethlehem gaan om te zien wat er gebeurd is en wat de Heer ons heeft bekendgemaakt”.

Dat is echt kerstmis vieren: naar Bethlehem gaan. Dat wil zeggen: opstaan met de ogen van het geloof en met een brandend hart van liefde. Want Gods boodschap aan de wereld is dit: het Bethlehem waar we het Kind en Zijn moeder echt zullen vinden, ligt overal waar mensen moeten lijden, overal waar mensen hongeren en dorsten naar liefde en gerechtigheid, maar ook…. overal waar mensen de goedheid en mensenliefde van God zichtbaar maken.

Het was nacht in Bethlehem, toen de engel des Heren aan de herders verscheen en de geboorte verkondigde van Christus, die redding zal brengen aan heel de wereld, en die geboren werd in een stal, in doeken gewikkeld, liggend in een kribbe, een voederbak voor de dieren. Wat zegt God ons daarmee?

Nacht is het wanneer mensen in hun leven geen uitzicht meer hebben: wanneer hun handen tasten naar een houvast, maar ze geen steun kunnen vinden. Aan al deze mensen van alle tijden is Jezus verschenen als een licht midden in de duisternis. Over hen die met een beklemd hart zuchten in een nacht van onzekerheid en vertwijfeling is een groot licht opgegaan.

Het is ook nacht wanneer mensen te lijden hebben door de onverschilligheid, de hardheid of zelfs het geweld van anderen. Of wanneer ze aan hun lot worden overgelaten bij eenzaamheid en verdriet, en ze daardoor in zichzelf opgesloten raken. Aan ons allen zegt Jezus: “Ik ben gekomen om een vuur te ontsteken op aarde en wat verlang Ik ernaar dat het reeds brandt” (Lucas 12:49)

In Bethlehem ontmoeten wij Maria en Jozef die naar een stal moesten uitwijken voor de bevalling van het Kind. Daardoor kunnen wij in Bethlehem iets beter het lot aanvoelen van al die mensen die ter wereld komen op een plaats waar ze uitgesloten worden, waar ze geen thuis hebben, waar ze op straat moeten leven, of waar ze hun brood moeten stelen, mensen die opgejaagd worden, of altijd vol angst en zorg zijn, zonder rechten en zonder naam. Tot die mensen in de eenzaamheid zegt Jezus: “Ook Ik had niets om Mijn hoofd op neer te leggen. Kom allen tot Mij, die belast en beladen zijt. Kom mee naar het huis van Mijn Vader”.

Wanneer we, tezamen met de herders, naar Bethlehem gaan, betekent dat, dat we oog krijgen voor lijden, voor eenzaamheid en verdriet, voor armoede en onrecht. Het pasgeboren kind lag in een kribbe, een voederbak voor dieren. Arm, hulpeloos en klein. Zo wilde God het hebben voor de geboorte van Zijn Zoon, want zo wil God ons inspireren om te denken aan al die gevallen uit onze eigen omgeving van stil gedragen leed: moeders, vooral alleenstaande moeders, die ondanks hun gehossel toch van alles ontberen voor een gezond en menswaardig leven voor hun kinderen en henzelf. We denken aan de berichten van de UNICEF: in heel de wereld sterven elk jaar tien miljoen kinderen onder de vijf jaar als gevolg van honger, ziekte of geweld. Zeshonderd miljoen kinderen leven in uiterste armoede.

Maar juist in die armoede, juist in die kleinheid en hulpeloosheid van het Kind en Zijn moeder, dringt het tot ons door: God, de Heerser van hemel en aarde maakt zich arm en klein om ons nabij te zijn, om ‘Immanuel’ te zijn, dat betekent ‘God met ons’. God komt ons mensenbestaan delen, Hij is solidair met ons tot in de uiterste consequenties van armoede, lijden en dood. Wij kunnen het niet met ons verstand begrijpen. Wel met ons hart aanvoelen. Want het is de liefde, die zulke dingen doet.

“Gods goedheid en mensenliefde is onder ons verschenen”, zo horen wij vandaag verkondigen in de tweede lezing van de brief van de apostel Paulus aan Titus. Jezus is het Licht dat in onze duistere, harde wereld is gekomen.

De ster van Bethlehem moge daarom onze ogen openen voor al het leed in de wereld. Bij kribbe en stal worden wij geïnspireerd om het mogelijk te maken, dat voor de armen er een dag vol licht zal komen. Want het is Bethlehem, overal waar de duisternis van het kwaad en menselijk leed heerst, maar waar tegelijkertijd ook het licht van Gods liefde straalt en door mensen wordt doorgegeven.

“Komt laten wij opstaan en naar Bethlehem gaan”: dat is kerstmis vieren in de ware betekenis van het woord. Onze ogen gaan dan open voor het kwaad en het leed onder mensen, want dat was wat het Kind in de kribbe te Bethlehem moest ervaren. En wij worden diep geraakt door de goedheid en mensenliefde van God, en gaan die liefde ook daadwerkelijk doorgeven in eigen omgeving en in de wereld.

Moge dat de genade zijn, van wat ik u van harte toewens: Zalig Kerstfeest.



Categorieën:geloof en leven

Tags: ,

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: