Commentaar op de Lezingen van de 28e Zondag door het Jaar (Jaar B) door pater Esteban Kross

Achtergrond van de eerste lezing (Wijsheid 7: 7-11)

We kwamen het Boek der Wijsheid al een paar zondagen geleden tegen. Het is ergens tussen 200 – 30 v.Chr. geschreven door een diepgelovige Jood die deel is van een Joodse gemeenschap van waarschijnlijk de stad Alexandrië in Egypte. Hij wil de diepgang van het Bijbels-Joodse geloof doorgeven en verhelderen aan zijn mede-Joden, waarvan velen zo deel zijn geworden van de Hellenistische Griekse cultuur van hun omgeving, dat ze verwijderd dreigen te raken van hun geloofstraditie. De schrijver legt veel de nadruk op de wijsheid die van God komt, die ons geschonken wordt door de Heilige Geest wanneer wij geworteld blijven in God en door regelmatig gebed ons openstellen voor het werken van de Geest in ons binnenste. Dan zal hetgeen wij lezen in de Heilige Schrift en hetgeen wij overwegen in ons hart, ons steeds meer binnenleiden in de wijsheid die ons de goede wegen wijst in het leven.

Eerste lezing: Wijsheid 7: 7-11

Ik bad en inzicht werd mij geschonken, ik smeekte en de geest der wijsheid kwam over mij. Ik verkoos haar boven scepters en tronen, en in vergelijking met haar beschouwde ik rijkdom als niets; zelfs de kostbaarste steen stelde ik met haar niet gelijk, want alle goud is vergeleken met haar slechts stof, en zilver niet meer dan slijk. Ik hield van haar meer dan van gezondheid en schoonheid, en ik stelde haar boven het licht. Want de glans die zij uitstraalt verbleekt nooit. Met haar vielen mij alle goederen ten deel en dank zij haar verwierf ik rijkdommen zonder tal.

Tussenzang:  Psalm 90

Refrein: VERLEEN ONS VAN NU AF UW ZEGEN EN LAAT HEEL ONS LEVEN GELUKKIG ZIJN.

1. Leer ons onze dagen naar waarde te  schatten en zo te komen tot wijsheid van  hart. Laat af, Heer, hoe lang nog pijnigt Gij  ons? Wees toch Uw dienaars genadig.

2. Verleen ons van nu af Uw rijkste zegen en laat heel ons leven gelukkig zijn. Vergeld nu met vreugde de dagen van leed, de jaren dat het ons slecht ging.

3. Laat zien aan Uw dienaars  waartoe Gij in staat zijt en toon aan hun zonen Uw heerlijkheid. Uw zegen, Heer God, moge over ons waken,  bestuur onze handen bij al wat zij doen.

Achtergrond van de tweede lezing (Hebreeën 4: 12-13)

Deze week lezen we slechts twee verzen uit de mooie Brief aan de Hebreeën. Centraal staat in dit gedeelte het luisteren naar de heilige Geest. Wie niet luistert dreigt tot ongeloof te vervallen. Wie wel luistert, komt tot geloof en tot rust. Zo iemand bewaart het vertrouwen in Christus ongeschokt. De Heilige Geest helpt ons namelijk om het Woord van God te begrijpen en het te mogen ervaren als een levend Woord, dat ons troost en sterkt, maar dat ons ook als een spiegel onze tekortkomingen en gebreken laat zien en ons daarbij oproept tot innerlijke groei. Het Woord wordt door de schrijver daarom vergeleken met een tweesnijdig zwaard. Daarmee bedoelt hij dat het Woord zowel ons bevestigt in de hoop door ons te spreken over de liefde die God voor ons heeft, maar dat het Woord ons ook oproept tot levensverandering daar waar dat nog nodig is in ons leven en in onze samenleving.

Tweede lezing: Hebreeën 4: 12-13

Broeders en zusters, het woord van God is levend en krachtig. Het is scherper den een tweesnijdend zwaard en het dringt tot het raakpunt van ziel en geest, van gewrichten en merg. Het ontleedt de bedoelingen en gedachten van de mens. Geen schepsel is voor Hem verborgen, alles ligt open en bloot voor zijn ogen. Aan Hem hebben wij rekenschap af te leggen.

Achtergrond van de evangelielezing:  (Marcus 10: 17-30)

Vandaag beschrijft Marcus een ontmoeting tussen Jezus en een rijke man die Hem graag wilde spreken over een vraag die hem brandde op het hart. Hij krijgt op dat moment misschien niet het antwoord dat hij had gehoopt te krijgen van Jezus, omdat het van hem een vorm van loslaten en van verandering in zijn leven vroeg, waar hij op dat moment nog niet aan toe was. Maar het wordt wel een gelegenheid voor Jezus om over de diepste roeping van de gelovige mens te spreken en over wat de radicale keuze voor liefde betekent als wij Hem ten volle willen volgen.

Evangelie: Marcus 10: 17-3

Toen Jezus zich weer op weg begaf kwam er iemand aanlopen die zich voor Hem op de knieën wierp en vroeg: “Goede Meester, wat moet ik doen om het eeuwig leven te verwerven?” Jezus antwoordde: “Waarom noemt ge Mij goed? Niemand is goed dan God alleen. Ge kent de geboden: Gij zult niet doden, gij zult geen echtbreuk plegen, gij zult niet stelen, gij zult niet vals getuigen, gij zult niemand te kort doen, eer uw vader en uw moeder.” Hij gaf Hem ten antwoord: “Dit alles heb ik onderhouden van mijn jeugd af.” Toen keek Jezus hem liefdevol aan en sprak: “Eén ding ontbreekt u; ga verkopen wat ge bezit en geef het aan de armen, daarmee zult ge een schat bezitten in de hemel, en kom dan terug om Mij te volgen.” Dit woord ontstelde hem en ontdaan ging hij heen omdat hij vele goederen bezat. Toen liet Jezus zijn blik gaan over zijn leerlingen en zei tot hen: “Hoe moeilijk is het voor degenen die geld hebben het Koninkrijk Gods binnen te gaan!” De leerlingen stonden verbaasd over wat Jezus zei. Daarom herhaalde Hij: “ Kinderen, wat is het moeilijk het Koninkrijk Gods binnen te gaan. Voor een kameel is het gemakkelijker door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke in het Koninkrijk Gods te komen.” Toen waren ze nog meer verbijsterd en ze zeiden tot elkaar: “Wie kan dan nog gered worden?” Jezus keek hen aan en zei: “Dit ligt niet in de macht der mensen maar wel in die van God: want voor God is alles mogelijk.” Daarop nam Petrus het woord en zei: “Zie, wij hebben alles prijsgegeven om U te volgen.” Jezus antwoordde: “Voorwaar, Ik zeg u: er is niemand die huis, broers, zusters, moeder, vader, kinderen of akkers om Mij en om de Blijde Boodschap heeft prijsgegeven, of hij ontvangt nu, in deze tijd, het honderdvoud aan huizen, broers, moeders, kinderen en akkers, zij het ook gepaard met vervolgingen, en in de toekomstige wereld het eeuwige leven.

Overweging:

Lieve vrienden,

Vandaag zouden we misschien kunnen nadenken over de vragen: waar streef ik werkelijk naar in mijn leven? Wat is zo belangrijk voor mij, dat ik er echt aan werk om dat te bereiken? Wat zijn de meest cruciale waarden die mijn leven bepalen? Maar misschien is ook een belangrijke vraag: Wat is voor het christelijke geloof echt belangrijk, waar vinden we datgene waaraan Christus echt gehecht was, waar Hij de kern zag? Wat heeft een authentiek Christendom nu eigenlijk te zeggen: een euthentiek Christendom dat niet wilt vervallen in een culturele vernislaag, niet enkel een leuke traditie wilt zijn, die het dus in de veranderende, steeds oppervlakkigere wereldcultuur niet zal halen? Waar ligt de kern waar het iets te zeggen heeft, iets authentieks te bieden heeft waar het voor staat, ook als niet iedereen het gelijk er mee eens is of daar helemaal tevreden mee is, of er in wilt meegaan?

De aanleiding van deze vragen is die, verder onbekende, rijke man die naar Jezus toeging en voor Hem op de knieën viel met die dringende vraag: “Goede Meester, wat moet ik doen om het eeuwig leven te verwerven?” De man behoort niet tot de grote groep van Jezus’ leerlingen, maar is ook voor Jezus een onbekende. Hij is wel iemand met een grote drive om Jezus te mogen spreken en blijkt al van jongsaf iemand te zijn die het geloof zo serieus heeft genomen, dat hij op Jezus’ wedervraag over de tien geboden, vlot kan antwoorden: “Dit alles heb ik onderhouden van mijn jeugd af.” Heel eerlijk gezegd denk ik dat dat iets is waar velen nog wat van kunnen leren, want niet een ieder kan zo vlot over de tien geboden zeggen: “Dit alles heb ik onderhouden van mijn jeugd af.” en niet een ieder doet zoveel moeite om over zulke diepe zaken te willen spreken.

Deze rijke man die Jezus zo graag wilde zien en spreken, zijn drive en zijn antwoorden maken daarom ook op Jezus een bijzondere indruk. De evangelist vertelt ons: “Toen keek Jezus hem liefdevol aan”. Jezus herkent in de man een religieuze ijver en een ernst ten aanzien van het geloof waarin hij was opgevoed, en dat deed Hem van deze mens houden. Toch voelt Hij dat deze man naar meer zoekt en dat maakt dat Jezus hem nog verder meeneemt boven het algemene niveau van je houden aan de tien geboden. Daarom zegt Hij tot deze zoekende mens: “Eén ding ontbreekt u; ga verkopen wat ge bezit en geef het aan de armen, daarmee zult ge een schat bezitten in de hemel, en kom dan terug om Mij te volgen.”

Om tot de diepere kern te kopen waar het evangelie over gaat, om dieper inzicht te verkrijgen wat het werkelijk volgen van Jezus betekent, zul je je moeten losmaken van veel van wat jij als zekerheid en veiligheid beschouwt. Het leeft te maken met radicale vormen van liefde en engagement. Het betekent je los leren maken van de gerichtheid op het ego, op de eigen belangen, op de drang naar bevestiging en onbewust het centrum van het geheel zijn, en daarvoor in de plaats leren groeien in een onbaatzuchtige inleving in de zorgen, hoop en teleurstellingen, pijn en vernederingen waaronder anderen leven. Het gaat om een radicale vorm van liefde, meer dan gewoon een fijn gevoel voor anderen of voor de natuur heeft, maar dat verder niet echt iets doet en dat niet bereid is tot echte verandering in levensstijl. Hier ligt de kern van de uitdaging die Jezus deze man voorlegt: “Eén ding ontbreekt u; ga verkopen wat ge bezit en geef het aan de armen, daarmee zult ge een schat bezitten in de hemel, en kom dan terug om Mij te volgen.”

Het was op dat moment te veel voor deze man. Op dat moment was het zich losmaken van zijn vele bezit te moeilijk voor hem, kon hij zo’n sprong van vertrouwen dat God zal voorzien nog niet maken, want bezittingen en rijkdom lijken je zekerheid te geven, waar hij nog geen afstand van kon of wilde doen. Zo een vorm van commitment en solidariteit met de armen was ook nog niet eenvoudig voor hem. Niet stelen, je ouders goed behandelen, eerlijk en oprecht zijn, geen overspel plegen, niet vals of leugenachtig spreken: die geboden vroegen best al veel van hem, maar dat had hij al vanaf zijn jeugd gedaan. Dat ging nog. Maar loslaten, zo sterk je leren inleven in het leven van de armen, je zekerheid durven opgeven om dan vanuit een grotere menselijke kwetsbaarheid het bestaan te leren beleven vanuit Gods perspectief, vanuit een diep delen van Gods liefde: het was mooi, maar de man kon die sprong niet maken. Het bedroefde Jezus zeer. Hij verliest een nieuwe vriend, een mogelijke leerling.

Jezus vraagt ons om God boven alles te stellen, ook boven de goederen die we bezitten, en om de armen als onze broers en zussen te zien aan wie we door liefde en hulp, een stuk solidariteit en inleving tonen. Wat de Heer van ons vraagt heeft een stuk loslaten in zich, maar het is bovenal een grote levenswijsheid. Dit wordt nog verder duidelijk in Jezus’ antwoord aan Petrus. Jezus legt de concrete gevolgen van die wijsheid van het evangelie uit: wie alles achterlaat om Jezus te volgen, zal het in dit leven hondervoudig ontvangen en, na de dood, het eeuwig leven.

Petrus en wij ook vaak, zijn geneigd om vooral te denken dat het leven met het evangelie enkel gemis zal inhouden. Zo dacht die rijke man ook. Maar in feite is de keuze om Jezus te volgen iets dat ons biinnenvoert in een diepere, levengevende visie. Het laat ons anders denken over wat belangrijk is om gelukkig te zijn, om vrede te vinden in wat je doet en wat je bent. Aardse zekerheden van bezittingen, rijkdom en invloed, scheppen hun eigen spanningen, want dan komt gelijk de vrees voor inbraak of bestolen worden en de concurrentie van de anderen die ook jouw positie van invloed en privilege willen hebben. Rijkdom verwerven en behouden doet je bijna altijd ook vijanden krijgen, laat je al gauw wantrouwig worden tegenover mogelijke negatieve bedoelingen van anderen. Maar bovenal hebben rijkdom, bezittingen, macht en invloed een groot risico in zich om je geruisloos, beetje bij beetje, te doen veranderen in je karakter. Ze maken je beetje bij beetje anders, harder, minder geneigd tot compassie, anders in hoe je naar de samenleving kijkt, anders in hoe je over vele zaken oordeelt, anders in de waarden en normen waarnaar je leeft. Daarom verzucht Jezus: “Hoe moeilijk is het voor degenen die geld hebben, het Koninkrijk Gods binnen te gaan!” De leerlingen stonden verbaasd over wat Jezus zei. Daarom herhaalde Hij: “ Kinderen, wat is het moeilijk het Koninkrijk Gods binnen te gaan. Voor een kameel is het gemakkelijker door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke in het Koninkrijk Gods te komen.”

Zelfs de apostelen, die Jezus toch goed meenden te kennen, stonden verbaasd over Zijn verzuchting. Maar kenden ze Hem wel echt? Zaten zij zelf niet vaak geregeld te ruzieën over wie de belangrijksten onder hen waren? Hadden niet Johannes en Jakobus stilletjes Jezus benaderd met het verzoek om wanneer Hij het koninkrijk van Israël had hersteld, Hij aan hun de belangrijkste bestuursplekken, aan Zijn rechter- en linkerhand, zou geven? Was er niet die gedachte in de apostelen van een glorierijke toekomst, waarin -naar hun verwachtingen- Jezus als Messias zou oproepen tot een grote volksbeweging die door Gods macht die op Jezus rustte, de Romeinen zou verslaan en Jezus koning zou doen worden van een hernieuwd Israël? En dan zouden zij toch zeker voorname mensen worden, die gunsten zouden kunnen verlenen, rijk en invloedrijk zouden worden. Als de naaste leerlingen van de Messiaanse koning zouden ze ook een glorierijke toekomst ingaan. Dit is wat er wellicht achter Petrus scherpe opmerking ligt: “Zie, wij hebben alles prijsgegeven om U te volgen.”

Maar Jezus spreekt over een andere beloning. Hij spreekt over een voldoening, een verbondenheid en een innerlijke kracht en vrede die je zult ervaren en die je ten deel zullen vallen wanneer je zult kiezen voor echte naasteliefde en solidariteit, voor die echte liefde voor God die zich uit in het stellen van je diepste vertrouwen op Hem en daarom Hem navolgen in Zijn compassie en visie.

Een moeilijke we! Maar ja, die rijke man had toch nadrukkelijk gevraagd: “Goede Meester, wat moet ik doen om het eeuwig leven te verwerven?” Eeuwig leven is de vereniging met God en dat is de vereniging met Gods liefde, met Zijn zuiverheid, met Zijn gerichtheid op de verlossing van alle mensen, met Zijn vreugde als de armen en de kleinen zich ingesloten en niet buitengesloten voelen en weer echte hoop en waardigheid beleven. Een hoog ideaal dat Jezus ons voorhoudt! Laten wij beginnen erover na te denken. Ook ons af te vragen waar onze keuzen ons brengen als wij geraakte gelovigen willen zijn, niet alleen Jezus op afstand bewonderend, maar met Hem lopen, Zijn goedheid en visie delend. Het zal de beste en belangrijkste besteding van ons leven blijken te zijn. Ook al halen we als onvolmaakte mensen niet honderd procent. Ik hoop dat de rijke man na enige tijd toch heeft gedurfd een paar stappen in die richting te zetten. Ik hoop dat wij het ook proberen, want in het zetten van stappen en het kiezen voor bepaalde veranderingen, zullen we het pas echt gaan begrijpen en zien wat het Rijk Gods eigenlijk is en hoe liefde de sleutel is tot het eeuwig leven. Daar is Christus ons voorgegaan. Durven wij met Hem op weg gaan?



Categorieën:geloof en leven

Tags: ,

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: