De kerststal

Door pater Martin Noordermeer o.m.i. –

Een kerststal is een voorstelling van de geboorte van Jezus van Nazareth, uitgebeeld met figuren van hout of gips. Veelal vond men een kerststal in vroegere jaren in huisgezinnen van de katholieken. Uiteraard wordt daarbij benadrukt dat ook in de katholieke kerken kerstversiering, waaronder de kerststal, niet ontbreekt. Bij de protestanten was er toen geen kerststal, maar eerder versierde dennenbomen, die daarentegen bij de katholieken weer ontbraken. Tegenwoordig vervaagt langzaamaan dit onderscheid, want de katholieken versieren zowel thuis als in de kerk nu ook de dennenbomen en ook de protestanten gaan bepaalde katholieke elementen zoals een kerststal overnemen, hetgeen een uiting is van wederzijds respect en bewijs van toenadering tot elkaar.

Geschiedenis
Hoe zijn we aan de kerststal gekomen? Sinds wanneer bestaat dit gebruik? Het stalletje van Betlehem zoals we dat nu kennen, is al heel vroeg begonnen. Reeds in de tweede eeuw wordt er gesproken over uitbeeldingen met beelden van het kerstgebeuren. De bekendste persoon die over het uitbeelden van het kerstgebeuren heeft gesproken en geschreven is Franciscus van Assisië. In 1223 kreeg hij van paus Honorius III, die paus was van 1216-1227, toestemming om het kersttafereel met levende personen uit te beelden. In het bos bij Greccio bouwde hij een stal en al lezende uit de Bijbel werden de personen uitgebeeld. Maar het waren alleen maar Jozef, Maria en Jezus. Reeds vanaf de 7e eeuw zijn er duidelijke pogingen geweest om het kerstgebeuren met figuren van hout en gips uit te beelden. De meeste mensen konden niet lezen en ook de verhalen waren in geschreven vorm niet voldoende voorhanden om gelezen te worden. Om de bijbelverhalen duidelijker te maken, werden ze uitgetekend, geschilderd of met figuren van hout of gips uitgebeeld. Als men ze maar kon zien!

Figuren in de stal
Het kerstverhaal van Lucas vertelt ons niet dat de plaats waar Jezus geboren is een stal was. Er wordt alleen gezegd dat er voor hen geen plaats was in de herberg: … Zij bracht haar Zoon ter wereld, haar Eerstgeborene, wikkelde Hem in doeken en legde Hem neer in een kribbe, omdat er voor hen geen plaats was in de herberg… (Lc.2/6-7). Vanwege de aanduiding ‘kribbe’ is men vrij gauw gaan associëren dat Jezus dus in een stal geboren moet zijn, want een trog, een kribbe, een voederbak vind je in een stal. Maar het evangelie spreekt er niet over. Klaarblijkelijk, zoals dat toen erg in zwang was, waren er schuilplaatsen in overvloed, zgn. grotten, bestand tegen regen en het koude weer, waar dieren, vooral grazend vee, onderdak konden vinden, met name tijdens de nachten als bescherming tegen de koude en de wilde beesten, die vooral ’s nachts op zoek waren naar voedsel, prooi!

De os en de ezel
Volgens de gebruiken van die tijd zal Maria de lange reis van Nazareth naar Betlehem waarschijnlijk hebben gemaakt op een ezel, zeker gezien haar situatie dat ze hoogzwanger was. Dat er dus een ezel in de stal was, is gewoon. Het was dus het ezeltje waarop Maria had gezeten. Maar die os? Hoe komt die in de stal terecht? Het kerstverhaal schrijft er niets over. Dat de os in de fantasie van de mensen in het kerstverhaal is terechtgekomen, komt waarschijnlijk door het feit dat deze twee beesten, de os en de ezel in die tijd en in die omgeving de meest gangbare dieren waren ten dienste van de mensen: de ezel was er voor het transport, het vervoer en de os om het land te bewerken en de ploeg te trekken. Maar zij verwijzen ook naar een oudtestamentische tekst van Jesaja, die schrijft: …Een os kent zijn eigenaar en de ezel kent de kribbe van zijn meester… (Jes.1/3). De os en de ezel werden in die tijd beschouwd als de domste dieren die je je maar kon voorstellen… (Een ezel stoot zich geen tweemaal aan dezelfde steen…). Dat bij de geboorte van Jezus juist de domste onder de dieren worden vermeld en Hem gezelschap houden, moet aan het kerstverhaal een diepere dimensie geven. Daarbij komt dat volgens het boek Leviticus de os een rein dier is en de ezel onrein. Dus ze staan in de kerststal symbool voor alle mensen: rein en onrein… gelovigen en ongelovigen… Joden en heidenen…. Zij zijn allemaal vertegenwoordigd bij de geboorte van Gods Zoon in de stal of grot.

De herders
Herders met hun kudden schapen waren een alledaags verschijnsel op de heuvels rond Betlehem. David bv. was een herder. Jesse, de vader van David had 7 zonen: de profeet Samuël wordt door Yahweh naar Betlehem gestuurd om iemand uit het huisgezin van Jesse tot koning te zalven. Als de zes zonen van vader Jesse voor de profeet verschijnen, beoordeelt Samuël ze te veel naar hun uiterlijk voorkomen, maar ze worden door God afgewezen, omdat Hij naar het hart van de mens kijkt en niet naar hun uiterlijk voorkomen. …Zijn dat al uw zonen.., vraagt de profeet aan Jesse. Nee, zegt Jesse, ik heb nog een zevende, maar die is op het veld de schapen aan het hoeden, want hij is herder. Als David dan in herderskleed voor de profeet verschijnt, zegt Yahweh: Dat is hem. Hem moet je tot koning zalven.
Jozef en Maria moesten voor de volkstelling naar Betlehem gaan, de stad van koning David, om zich te laten registreren, want ze waren afkomstig van de stam, het huis van koning David. Jozef en Maria woonden in Nazareth en moesten dus op weg gaan naar Betlehem, geen kleine afstand! Zo merken we dat zelfs keizer Augustus meewerkte aan het plan van God, dat de Verlosser in Betlehem, de stad van koning David geboren moest worden. Profeet Micha schreef al de aankondiging van Jesaja, dat …een meisje zwanger zal worden en een zoon ter wereld zal brengen die de naam Emmanuël zal krijgen…, dat dit in Betlehem zal gebeuren: …Gij echter, Betlehem in Efrata, al zijt gij klein onder Juda’s dorpen, toch zal er iemand uit u voortkomen die als een herder over Israël zal regeren… (Mi 5/1…). Lukas vertelt dat herders hun kudden bewaakten rond Betlehem en dat ze ’s nachts bezoek kregen van een engel die hen vertelde dat in Betlehem de lang verwachte Verlosser is geboren, …gewikkeld in doeken en liggend in een kribbe…
Transeamus usque ad Betlehem: …laten we naar Betlehem gaan om te zien wat daar is gebeurd… Waarschijnlijk zijn de herders de enige bezoekers geweest die op kraamvisite zijn gegaan in die grot daar even buiten Betlehem. Vele Joden zijn gegaan naar Betlehem door het bevel van keizer Augustus. Men vindt dan ook herders met schapen in de stal. Maar of er ook echt schapen geweest zijn, weten we niet. Het is waarschijnlijker dat ze honden hebben meegenomen om zich ’s nachts te beschermen tegen gevaarlijke roofdieren. Het was ‘s nachts te gevaarlijk met schapen te lopen. Hoe dan ook, Augustinus meldt in zijn kerstpreek dat de herders lammetjes hadden meegenomen om ze aan te bieden aan het Ware Lam Gods. …Zodra de engelen van hen waren heengegaan naar de Hemel, zeiden de herders tot elkaar: Kom, laten we naar Betlehem gaan om te zien wat daar is gebeurd en wat de Heer ons heeft bekendgemaakt. Ze haastten zich er heen en vonden Maria en Jozef en het pasgeboren kind dat in de kribbe lag…” (Lc: 2/16-17).

De drie koningen
In het evangelie van Matteüs lezen we over de wijzen uit het Oosten die naar Jeruzalem komen om de nieuwgeboren koning te aanbidden. In de volksmond worden ze ook wel de drie koningen genoemd. Hoewel Matteüs niet schrijft hoeveel het er zijn, wordt het getal drie aangegeven, omdat de wijzen drie geschenken bij zich hadden: goud, wierook en mirre. Goud staat dan voor koningschap, wierook voor goddelijkheid en mirre voor eeuwigheid, eeuwigdurend leven. Drie geschenken, dus drie personen, die ook werelddelen vertegenwoordigen. Al heel gauw werd erbij verteld dat een van de drie zwart was om het Afrikacontinent te vertegenwoordigen. Ze kregen ook al gauw, reeds in de 8e eeuw, een naam: Casphar, Melchior en Balthazar. Later werden de drie beginletters van de namen weer genomen voor een oeroud katholiek gebruik, nl. het inzegenen van een huis: Christus Mansionem Benedicat …Christus, zegene dit huis!
Het idee is niet vreemd en zelfs zeer bijbels. Al heel gauw zag de Kerk hierin een vervulling van een tekst van Jesaja: …Sta op en schitter… uw licht is gekomen en de glorie van Yahweh gaat over u op. Volken laten zich leiden door uw licht, koningen door de glans van uw schijnsel… Een vloed van kamelen zal het land overspoelen. Uit Seba komen ze in groten getale, beladen met goud, wierook en mirre… (Jes. 60/1-3). En in Psalm 72 staat ook nog geschreven: …Laten alle koningen zich neerwerpen voor Hem…
De wijzen kwamen naar Jeruzalem op zoek naar de pasgeboren koning der Joden en vragen aan koning Herodes om inlichtingen. Die riep zijn oudsten en schriftgeleerden bijeen om uit te zoeken waar dat kon zijn. Dan vallen ze op de tekst van de profeet Micha: …En gij Betlehem, gij zijt niet de kleinste onder de steden in Juda… uit u zal geboren worden Hij, die het volk zal leiden… (Mi. 5/1). En zo zond koning Herodes de ‘Wijzen’ naar Betlehem om het Kind te aanbidden, met het verzoek om hem naderhand in te lichten over dit Kind, zodat ook hij het kon gaan vereren…! (Maar hij had wel andere bedoelingen!)

Paus Benedictus XVI, emeritus
In het derde deel van zijn trilogie Jezus van Nazareth schrijft paus Benedictus XVI over de kerststal het volgende: “…In geen enkel evangelie wordt er gerept over een os en een ezel, schapen of kamelen, wijzen of koningen… Dat is waarschijnlijk een bijvoegsel uit de 7e eeuw. En dat de herders de geboorte van Jezus vernamen via engelengezang is ook een fabel. Vrome christenen hebben altijd gedacht dat engelen alleen maar zingen, maar in werkelijkheid hebben ze de blijde boodschap alleen maar verteld. Ook de drie koningen gaan eraan. Als Jozef en Maria in hun stal al vreemd bezoek kregen, dan was het zeker niet van koningen en waarschijnlijk ook niet van wijzen. Die figuren zijn ontsproten aan het idee dat mensen vanuit alle hoeken kwamen om de nieuwgeboren koning te eren als symbool dat de hele wereld hem eendrachtig verwelkomde…” Moeten nu alle ezels, ossen, schapen en koningen voortaan verdwijnen uit de kerststal? Nee, zegt paus Benedictus: “…Ze mogen gerust blijven, niet als getuigen van een absolute waarheid, maar als onderdeel van een waardevolle christelijke traditie”. De paus schrijft dit in zijn boek Jezus van Nazareth, niet als paus, het opperste leergezag van de Kerk, maar als gelovige christen, als Jozef Ratzinger met zijn persoonlijke mening.

Wat hebben wij gemaakt van onze kersstal, thuis en in de kerk? Is de adventskrans met zijn paarse linten ook een kerstkrans geworden met zijn witte linten? Hebben wij in vergelijking met het vorige jaar ook iets nieuws toegevoegd aan onze kerststal of is het elk jaar weer hetzelfde? Al bij al, laat het een uitdrukking zijn van ons geloof in het geweldig kerstmysterie!
Aan alle lezers van Omhoog, een vrolijk kerstfeest, maar beter is: zalig Kerstmis.

OMHOOG Jaargang 64, editie 49, 20 december 2020



Categorieën:geloof en leven

Tags: , , , ,

2 replies

  1. Ik heb het verhaal gelezen, de uiteenzetting van Lucas en matheus rond het kerst gebeuren, de plaats de omgeving, de mensen en de dieren. Ik wil dan de Lucas en matheus verhaal uit de bijbelweer lezen, om het goed te begrijpen waar het allemaal omgaat Dank u wel voor het mailen van het verhaal naar mij toe Ik wens u allen een zalig uiteinde en voorspoed, gezondheid in 2021 Godszegen en succes in jullie werk.

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: