Boodschap van paus Franciscus
1 september 2020
“Dat vijftigste jaar moet een heilig jaar voor u zijn;
dan moet ge in het land afkondigen
dat alle bewoners hun slaven vrijlaten.
Het moet een jobeljaar voor u zijn;
iedereen wordt hersteld in zijn vroeger bezit
en keert terug naar zijn familie.” (Lev. 25,10)
Dierbare broeders en zusters,
Elk jaar, in het bijzonder sinds de publicatie van de encycliek Laudato Si’ (LS, 24 mei 2015), wordt de eerste dag van september door de christelijke familie gevierd als de werelddag van gebed voor de zorg van de schepping1 en het begin van de seizoen van de schepping, welke wordt afgesloten om het feest van Sint Franciscus van Assisi op 4 oktober. Tijdens deze periode vernieuwen christenen wereldwijd hun geloof in de God van de schepping en slaan de handen ineen in gebed en om te zorgen voor ons gemeenschappelijk huis.
Ik ben zeer verheugd dat de oecumenische familie voor de viering van het seizoen van de schepping 2020 als thema heeft gekozen het jubeljaar voor de aarde, precies in dit jaar dat ook in het teken staat van de vijftigste viering van Aardedag. In de heilige Schrift is een jubeljaar een heilige tijd om te gedenken, terug te keren, te rusten, te herstellen en blij te zijn.
1. Een tijd om te gedenken
Wij worden uitgenodigd om bovenal te gedenken dat het binnentreden in Gods eeuwige sabbat de uiteindelijke bestemming is van de schepping. Echter, voltrekt de weg daarnaartoe zich over tijd, en die omvat het zevendaags ritme van de week, de cyclus van zeven jaren en het grote jubeljaar dat gevierd wordt aan het eind van de zeven sabbatjaren.
Een jubeljaar is inderdaad een tijd van genade om de oorspronkelijke roeping van de schepping te gedenken: te bestaan en te bloeien als gemeenschap van liefde. Wij bestaan enkel in relaties: tot God de schepper, tot onze broeders en zusters als leden van één gemeenschappelijke familie, en tot al Gods schepselen binnen ons gemeenschappelijk huis. “Alles staat in relatie tot elkaar en wij allen, menselijke wezens, zijn verenigd als broeders en zusters in een wonderbaarlijke pelgrimstocht, verbonden door de liefde die God voor elk van zijn schepselen heeft en die ons ook onderling met tedere genegenheid verenigt met zuster zon, broeder maan, broeder rivier en moeder aarde.”2
Een jubeljaar is derhalve een tijd van herinneren, waarbij wij de herinnering aan ons interrelationeel bestaan koesteren. Wij moeten onszelf er steeds aan herinneren “dat alles een onderling verband heeft en dat een authentieke zorg voor ons leven zelf en onze relaties met de natuur niet te scheiden is van broederschap, gerechtigheid en trouw ten opzichte van de ander.”3
2. Een tijd om terug te keren
Een jubeljaar is een tijd om in boetvaardigheid terug te keren. Wij hebben de banden van onze relatie met de schepper, met onze medemensen en met de rest van de schepping verbroken. De relaties, die onszelf en het totale weefsel van het leven ondersteunen, hebben wij geschaad en die moeten wij herstellen.
Een jubeljaar is een tijd om terug te keren tot God, onze liefdevolle schepper. Wij kunnen niet in harmonie leven met de schepping als wij geen vrede hebben met de schepper, die de bron en oorsprong is van alle dingen. Zoals paus Benedictus opmerkte: “het grove verbruik van de schepping begint daar waar God afwezig is, waar materie enkel tot materiaal voor ons is geworden, waar wijzelf de ultieme norm zijn, waar alles simpelweg ons bezit is.”4
Het jubelseizoen roept ons op wederom aandacht te schenken aan onze medemensen, in het bijzonder de armen en meest kwetsbaren. Wij worden gevraagd om Gods oorspronkelijk en liefdevol plan van de schepping als gemeenschappelijk erfgoed opnieuw toe te eigenen: een feestmaal die al onze broeders en zusters delen in een geest van genegenheid, niet in concurrerende wedijver maar in vreugdevolle kameraadschap, waarin wij elkaar ondersteunen en beschermen. Een jubeljaar is een tijd van bevrijding voor de verdrukten, en allen die gevangen zitten door de ketens van verschillende vormen van moderne slavernij, inclusief mensenhandel en kinderarbeid.
Wij moeten ook opnieuw luisteren naar het land zelf, die in de heilige Schrift ‘adamah’ wordt genoemd, de aarde waarmee de mens, Adam, was gemaakt. Heden horen wij de roepstem van de schepping die ons vermaand om terug te keren naar onze rechtmatige plek in de natuurlijke geschapen orde – dat wij ons herinneren dat wij deel zijn van het onderling verwoven levensweb, en niet haar meesters. De desintegratie van biodiversiteit, verergerende klimaatrampen, en de onrechtvaardige gevolgen van de huidige pandemie voor de armen en kwetsbaren: dit zijn allen alarmsignalen tegen onze ongebreidelde hebzucht en consumptie.
In het bijzonder gedurende dit seizoen van de schepping dienen wij gevoelig te zijn voor de ritmen van deze geschapen wereld. Want de wereld is geschapen om Gods heerlijkheid te communiceren, om ons te helpen de Heer te ontdekken in al haar schoonheid, en tot Hem terug te keren.5 De aarde van waaruit wij gemaakt zijn is daarom een plek van gebed en contemplatie. “Laten we onze door God gegeven esthetische en contemplatieve zin wakker maken.”6 De capaciteit om te verwonderen en te overpeinzen is iets dat wij heel bijzonder kunnen leren van onze inheemse broeders en zusters, die in harmonie leven met het land en diens veelvuldige levensvormen.
3. Een tijd om te rusten
In zijn wijsheid heeft God de sabbat gereserveerd opdat het land en diens inwoners konden rusten en zich vernieuwen. Heden ten dage wordt echter de planeet tot voorbij haar grenzen gedaagd door onze levensstijl. Onze constante drang naar groei en een eindeloze cyclus van productie en consumptie putten de natuurlijke wereld helemaal uit. Bossen worden leeggezogen, toplagen van de bodem eroderen, akkers raken uitgeput, woestijnen strekken zich steeds meer uit, zeëen verzuren en stormen worden intenser. De schepping kreunt!
Gedurende het jubeljaar werd Gods volk uitgenodigd om uit te rusten van hun normale arbeid en zo het land laten genezen en de aarde zichzelf doen herstellen, aangezien er door personen minder dan normaal werd geconsumeerd. Heden ten dage moeten wij op zoek gaan naar rechtvaardige en duurzame manieren van leven die de aarde de rust kunnen geven die het nodig heeft; manieren die eenieder bevredigen met voldoende, nog zonder dat de ecosystemen die ons in stand houden worden vernietigd.
Op zekere wijze heeft de huidige pandemie ons ertoe geleid om levensstijlen die eenvoudiger en duurzamer zijn te herontdekken. De crisis heeft ons in zekere zin een gelegenheid geboden om nieuwe manieren van leven te ontwikkelen. We kunnen reeds zien hoe de aarde zich kan herstellen als wij het de kans geven om te rusten: de lucht wordt schoner, de wateren worden weer helder, en de dieren keren terug naar de vele plekken waar zij voorheen waren verdwenen. De pandemie heeft ons op een kruispunt gebracht. Wij moeten dit beslissend moment aanwenden om een einde te brengen aan onze overbodige en vernietigende doelen en activiteiten, en om waarden, verbanden en activiteiten te cultiveren die levengevend zijn. Wij moeten onze gewoonten van energieverbruik, consumptie, transport en dieet bestuderen en evalueren. Wij moeten de overbodige en destructieve aspecten van onze economieën elimineren, en levengevende wijzen van handel, productie en transport van goederen kweken.
4. Een tijd om te herstellen
Een jubeljaar is een tijd om de oorspronkelijke harmonie van de schepping te herstellen en de gespannen menselijke relaties te genezen.
Het nodigt ons uit tot het herstellen van eerlijke maatschappelijke relaties, het teruggeven van vrijheid en goederen voor allen, en het vergeven van elkanders schulden. Wij moeten de historische exploitatie van het mondiale Zuiden niet vergeten, welke heeft gezorgd voor een enorme ecologische schuld, welke hoofdzakelijk het gevolg is van de plundering van hulpbronnen en buitensporig gebruik van gemeenschappelijke ruimtes in het milieu voor afvalverwijdering. Het is tijd voor herstelrecht. Tegen deze achtergrond herhaal ik mijn oproep voor het annuleren van de schulden van de meest kwetsbare landen, als erkenning van de ernstige gevolgen van de medische, maatschappelijke en economische crises waarmee zij geconfronteerd worden als gevolg van Covid-19. We moeten ook kunnen verzekeren dat herstelmaatregelen die worden ontwikkeld en ingezet op mondiaal, regionaal en nationaal niveau tevens vernieuwingsmaatregelen zijn. Beleid, wetgeving en investeringen moeten gericht zijn op het algemeen welzijn en garanderen dat mondiale maatschappelijke en milieudoelen worden bereikt.
We moeten ook het land herstellen. Klimaatherstel is van uiterst belang, aangezien wij ons temidden van een klimaatcrisis bevinden. Wij hebben niet veel tijd meer, zoals onze kinderen en jongeren ons eraan hebben herinnerd. We moeten alles in ons vermogen doen om de gemiddelde mondiale stijging van de temperatuur af te remmen onder de drempel van 1.5°C die is verankerd in het Parijs Klimaatakkoord, want daarboven gaan zal catastrofaal blijken, in het bijzonder voor de arme gemeenschappen overal ter wereld. Wij dienen op te komen voor intra-generationele en intergenerationele solidariteit op dit kritiek moment. Ik nodig alle naties uit om ambitieuzere nationale doelen te stellen ter vermindering van de CO2-uistoot, als voorbereiding op de belangrijke Klimaattop (COP 26)7 in Glasgow in het Verenigd Koninkrijk.
Herstel van de biodiversiteit is ook van cruciaal belang tegen de achtergrond van het ongekend verlies van soorten en de degradatie van ecosystemen. Wij moeten ondersteuning bieden aan de oproep van de VN om tegen 2030 30% van de aarde beveiligd te hebben als beschermde leefgebieden, om zo de alarmerende mate van verlies van biodiversiteit te stelpen. Ik doe een dringend beroep op de internationale gemeenschap om samen te werken en te garanderen dat de biodiversiteitstop (COP15)8 in Kunming, China, een keerpunt wordt in de herstel van de aarde om een thuis te worden van leven in overvloed, zoals gewild door de schepper.
Wij moeten herstellen, met gerechtigheid in onze achterhoofd, en ervoor zorgen dat zij die generaties lang op het land hebben geleefd, het beheer over het gebruik ervan herwinnen. Inheemse gemeenschappen moeten beschermd worden tegen bedrijven, in het bijzonder multinationals, die “[in ontwikkelingslanden] doen wat zij niet mogen doen in ontwikkelde landen of landen van de zogenaamde eerste wereld,”9 door de vernietigende ontginning van fossiele brandstoffen, mineralen, hout en agro-industriële producten. Dit zakelijk wangedrag is een “nieuwe vorm van kolonialisme,”10 een die armere landen en gemeenschappen, die wanhopig op zoek zijn naar economische ontwikkeling, schaamteloos uitbuit. Wij dienen nationale en internationale wetgeving te verscherpen om de activiteiten van ontginningsbedrijven te reguleren en om rechtvaardigheid te garanderen voor hen die erdoor geraakt worden.
5. Een tijd om blij te zijn
In de bijbelse traditie was een jubeljaar een vreugdevolle gelegenheid die werd ingeluid door trompetgeschal die door heel het land weerklonk. We zijn ons ervan bewust dat de roepstem van de aarde en van de armen luider en pijnlijker zijn geworden in recente jaren. Tegerlijkertijd zijn wij ook getuigen van de wijze waarop de heilige Geest personen en gemeenschappen over de hele wereld inspireert om samen te komen en ons gemeenschappelijk huis te herbouwen, en de meest kwetsbaren in ons midden te verdedigen. Wij zien een grote mobilisatie van volken aan de basis en van de periferieën geleidelijk aan opkomen en zich grootmoedig inzetten voor de bescherming van het land en de armen. Wij verheugen ons om te zien hoe jonge mensen en gemeenschappen, in het bijzonder inheemse gemeenschappen, aan de frontlijn staan in het gehoor geven aan de ecologische crisis. Zij roepen om een jubeljaar voor de aarde en een nieuw begin, zich ervan bewust “dat de dingen kunnen veranderen.”11
Wij verheugen ons ook om te zien hoe het speciale lustrumjaar van Laudato Si zoveel initiatieven inspireert op lokaal en mondiaal niveau om de zorg voor ons gemeenschappelijk huis en de armen. Dit jaar moet leiden tot langetermijn actieplannen voor het beoefenen van integrale ecologie in onze gezinnen, parochies en bisdommen, religieze orden, onze scholen en universiteiten, onze gezondheidszorg, bedrijfleven en landbouwinstituten, evenals vele anderen.
Wij verheugen ons ook dat de geloofsgemeenschappen samen komen om rechtvaardigere, vreedzamere en duurzamere wereld te creëren. We zijn bijzonder blij dat het seizoen van de schepping een waarlijk oecumenisch initiatief aan het worden is. Laat ons verder groeien in het besef dat wij allen leven in een gemeenschappelijk huis als leden van één enkele familie.
Laat ons allen verheugen dat onze liefdevolle Schepper onze pogingen om te zorgen voor de aarde ondersteunt, want het is ook Gods thuis waar zijn Woord “vlees is geworden en onder ons heeft gewoond” (Joh. 1,14) en die aldoor wordt vernieuwd door de uitstorting van de heilige Geest.
“Zendt uw Geest, o Heer, en vernieuw het gelaat van de aarde!”12
Rome, Sint Johannes van Lateranen, 1 september 2020
FRANCISCUS
1 Deze gebedsdag is in 1989 ingevoerd door patriarch Dimitrios I van de Orthodox Kerk, en werd daarna overgenomen door de grote Europese christelijke kerken in 2001 en door paus Franciscus in 2015 voor de rooms-katholieke kerk. 2 Paus Franciscus, Encycliek Laudato Si’; 24 mei 2015; 92. 3 Idem, 70. 4 Paus Benedictus XVI tijdens een ontmoeting met priesters, diakens en seminaristen van het Bisdom Bolzano-Bressanone, op 6 august 2008. 5 Vg. Sint Bonaventura, in II Sent., I, 2, 2, q. 1, conclusie; Breviloquium, II, 5.11. 6 Paus Franciscus, Post-synodale Apostolische Exhortatie Querida Amazonia, 2 februari 2020, 56. 7 De voor 9 tot en met 11 november 2020 geplande VN-klimaattop in de Schotse stad Glasgow (COP26) is uitgesteld met een jaar tot november 2021. Deze top moet een begin moeten zijn van een nieuwe fase in wereldwijde klimaatactie. Tijdens deze top zullen afspraken die bij het klimaatakkoord in 2015 gemaakt waren, verdere invulling krijgen. Met de huidige CO2-uitstoot is de wereld volgens experts op weg naar catastrofale temperatuurstijgingen. 8 Deze top vindt plaats in mei 2021 en er zal gewerkt worden aan een biodiversiteitsverdrag. 9 Laudato Si, 51. 10 St. Johannes Paulus II, toespraak tot de Pauselijke Academie voor Sociale Wetenschappen, 27 april 2001, geciteerd in Querida Amazonia, 14. 11 Laudato Si, 13. 12 Vg. Ps. 104,30.
OMHOOG Jaargang 64, editie 35, 6 september 2020
Categorieën:BISDOM
Geef een reactie