Pater Toon te Dorsthorst omi –
Motivatie en veerkracht
In deze missiemaand oktober vieren de missionarissen Oblaten van Maria (OMI) dat zij 70 jaar geleden op 24 oktober 1949 in Suriname arriveerden en op 11 november 1949 hun missiewerk begonnen in Nw. Nickerie. Het missiewerk in geheel Suriname was vanaf 1866 toevertrouwd aan de congregatie van de redemptoristen(CSsR). In augustus 1948 verzochten de redemptoristen de congregatie van de Oblaten van Maria om personele assistentie vanwege ‘gewijzigde omstandigheden in ons gebiedsdeel Suriname’.
Dit komt ons nu toch wel wat vreemd voor als we weten dat er op dat moment 42 paters en 25 fraters redemptoristen in Suriname werkzaam waren, terwijl het aantal parochies en het aantal katholieken beduidend minder waren dan tegenwoordig, minder dan de helft zelfs. Het was de tijd dat het parochiewerk nog bijna uitsluitend door priesters en religieuzen werd verricht. De oblaten in Nederland reageerden erg positief op dit verzoek, alhoewel de Nederlandse provincie in die jaren kort na de Tweede Wereldoorlog erg zwak was in financiën en ook in menskracht. Vaak zie je echter dat wanneer je in geloof en vertrouwen een moeilijke opdracht aanvaardt, dit je juist motivatie en veerkracht geeft om ook zelf verder te groeien. Op 11 november 1949 kwamen pater Willie Deliège en pater Pierre Verheggen als eerste 2 oblaten in gezelschap van Mgr. Kuypers CSsR met de boot Emma over zee in Nickerie aan om deze parochie van de redemptoristen over te nemen op hun verzoek.
5 nieuwe parochies, 5 nieuwe kerken eerste 15 jaar
De oblaten wilden echter ook in Paramaribo gevestigd en missionair werkzaam zijn. Het bisdom bood hun de St.-Alfonsusparochie aan. De oblaten gaven er de voorkeur aan om in de groeiende buitenwijken van Paramaribo te gaan werken en daar nieuwe parochies op te zetten. En zo werden in 1951 de wijken Abrabroki en Zorg en Hoop toegewezen aan de oblaten. Kort daarna in 1952 begonnen de oblaten pastoraal werk in het groeiende agrarische centrum Wageningen, waar reeds in 1956 een eerste kerkje en in 1967 een nieuwe kerk werden gebouwd. De oblaten bleven prioriteit geven aan nieuwe uitbreidingsgebieden aan de rand van de hoofdstad. In 1959 werd het eerste schoolkerkje in Latour geopend en in 1968 de nieuwe kerk aan de Latourweg. In 1962 werd de eerste kerk gebouwd in La Vigilantia (Paranam) door de oblaat Gerard Kees. Zo hadden de oblaten in de eerste 15 jaar dat ze in Suriname werkzaam waren 5 nieuwe parochies opgericht en in eigen beheer 5 nieuwe kerken gebouwd.
Sociaal-economische ontwikkeling
We zien verder dat de oblaten speciale aandacht geven aan de sociaal-economische ontwikkeling van de Surinaamse mens. In 1967 werd door pater Haarmans omi van Latour in samenwerking met de dominee van de EBGS de stichting buurtwerk Latour opgericht met later een eigen centrum voor allerlei sociale, culturele en maatschappelijke activiteiten: het nog steeds welbekende Stibula. In 1967 gaven 2 oblaten hun beste krachten voor de stimulering en ontwikkeling van credit unions in Suriname. Frater Wim van Kempen deed dit jarenlang fulltime.
Dan zien we in 1968 de oprichting van de Pater Ahlbrinck Stichting voor gemeenschapsontwikkeling in het binnenland. De grote motor bij de oprichting van deze stichting (PAS) was de oblaat Joop Calis omi. De PAS is tot de dag van vandaag actief in ons bosland en heeft daar een vertrouwde en gewaardeerde naam. In 1969, na de eerste 20 jaar, zien we dat het aantal oblaten in Suriname groeide tot 21 personen in totaal. Vanaf dat jaar zal de groep weer langzaam minder in getal worden.
In 1972 richtte pater Jan Janseen omi de eerste parochieraad en daarna verschillende werkgroepen op in de H. Familieparochie in Zorg en Hoop. Dit streven om de verantwoordelijkheid voor de parochie steeds meer te doen delen met de parochianen zelf vindt daarna opvolging in andere parochies van ons bisdom.
Nieuwe inzichten
In 1975, wanneer het eerste contract tussen het bisdom en de oblaten is verlopen en er een nieuwe contract opgesteld moet worden, zien we daarbij verrassend nieuwe inzichten. Als eerste grote stap wordt besloten om alle ontroerende goederen van de oblaten, waaronder alle in eigen beheer gebouwde kerken en pastorieën over te dragen aan het bisdom. Daarmee ging gepaard de gedachte dat een parochie niet het eigendom of beheersgebied is van een congregatie, maar op de eerste plaats valt onder de verantwoordelijkheid van het bisdom. De opzet was om het bisdom sterker te maken in beleid en structuur en de congregatie dienstbaar te maken aan het beleid van het bisdom. In het voorwoord van het contract wordt duidelijk aangegeven hoe de oblaten zich in de toekomst willen opstellen in het geheel van het bisdom. De congregatie stelt missionarissen ter beschikking die willen werken aan de opbouw van christengemeenschappen, waar men samenkomt voor het vieren van de sacramenten, waar aandacht besteed wordt aan de integrale ontwikkeling van de mens, waar christenen gevormd worden tot het dragen van verantwoordelijkheid in hun eigen kerkgemeenschap.
De voorkeur gaat daarbij uit naar de armen. Het leven en werken van de missionarissen zal gekenmerkt worden door mobiliteit en beschikbaarheid binnen het totale beleid van het bisdom. Een voorbeeld daarvan is dat pater Wim Joosten omi in 1975 in plaats van pastoor van de Fatimaparochie werd benoemd tot ziekenhuispastor voor alle ziekenhuizen van Paramaribo. Hij gaf extra aandacht aan de vorming en begeleiding van een speciale ziekengroep ter ondersteuning van dit werk. Pater Toon werd in 1979 benoemd tot cursusleider van de opleiding tot pastorale leiders voor het gehele bosland.
Minder mensen
Zo breidde het werkterrein van de oblaten zich gestaag uit, terwijl tegelijkertijd hun aantal langzaam afnam. In 1999 mochten we het heugelijke feit vieren dat Doris Weewee priester gewijd werd als eerste in Suriname geboren pater oblaat. In totaal hebben 37 Nederlandse oblaten in Suriname gewerkt naast Doris Weewee als Surinamer.
Anno 2019 zijn we nog met 4 oblaten in Suriname met de volgende leeftijden:
- Pater Wim Joosten omi, 86 jaar met emeritaat;
- Pater Martin Noordermeer omi , 81 jaar op 19 december 2019 , nog heel actief;
- Pater Toon te Dorsthorst omi, 76 jaar -boslandpater West-Suriname;
- Pater Doris Weewee omi, 56 jaar 13 november 2019, Cottica en Marowijne.
Toen ondergetekende in 1968 in Suriname aankwam, waren er nog meer dan 250 Nederlandse religieuze zusters, fraters en paters werkzaam in Suriname. Nu zijn de 3 Nederlandse oblaten de laatste Nederlandse religieuzen die er nog in Suriname over zijn. Alle andere zijn omwille van hoge leeftijd teruggegaan naar Nederland of reeds overleden.
Als je naar de leeftijd van onze groep kijkt, zie je dat wij een uitstervend ras aan het worden zijn, zowel in Nederland als in Suriname. Is dat iets om neerslachtig van te worden? Zo ervaren wij het niet . Het is zeker jammer, dat wel. Maar wij geloven dat wat wij begonnen zijn, door anderen zal worden opgenomen en voortgezet. Op hun eigen manier.
Dankbaar
Nu wij mogen terugzien op 70 jaar oblaten in Suriname willen we God dankzeggen dat Hij ons geroepen heeft om hier te komen leven en werken, en onze roeping als missionaris oblaat waar te maken. Wij willen de vele Surinamers dankzeggen die ons hier liefdevol hebben opgenomen in hun midden en met wie we ons verbonden zijn gaan voelen. We hopen en vertrouwen dat de inspanningen van de afgelopen 70 jaar en het zaad van het geloof dat gezaaid is, zal kiemen in vruchtbare grond en vele vruchten zal dragen.
Namens de groep oblaten in Suriname,
pater Toon.
OMHOOG Jaargang 63, editie 38, 27 oktober 2019
Categorieën:BISDOM, geloof en leven
Geef een reactie