Boodschap van paus Franciscus voor de veertigdagentijd 2018 –
Dierbare broeders en zusters,
Andermaal komt het Pasen van de Heer naderbij! In onze voorbereiding op Pasen biedt God in Zijn voorzienigheid ons ieder jaar weer de veertigdagentijd als een sacramenteel teken van onze bekering. De veertigdagentijd roept ons op en stelt ons in staat om met heel ons hart en in elk aspect van ons leven terug te keren tot de Heer.
Met deze boodschap wil ik dit jaar wederom de hele Kerk helpen om deze tijd van genade hernieuwd te beleven met vreugde en in waarheid. Ik neem daarbij als uitgangspunt de woorden van Jezus in het evangelie van Matteüs: Door het aldoor toenemen van de zonde zal de liefde van de meesten verkoelen (24,12).
Deze woorden komen voor in de prediking van Christus over de eindtijd. Ze zijn uitgesproken in Jeruzalem op de Olijfberg, waar het lijden van de Heer begon. Als antwoord op een vraag van zijn leerlingen voorspelt Jezus een grote beproeving en beschrijft Hij een situatie waarin de gemeenschap der gelovigen zich heel goed zou kunnen bevinden: te midden van grote beproevingen zal het volk misleid worden door valse profeten, en de liefde die de kern vormt van het Evangelie zal verkoelen in de harten van velen.
Valse profeten
Laat ons luisteren naar de passage uit het evangelie en proberen te begrijpen onder welke vermomming dergelijke valse profeten zullen verschijnen.
Zij kunnen optreden als slangenbezweerders die de menselijke emoties zodanig manipuleren, dat zij anderen in hun macht krijgen en hen leiden waarheen zij willen. Hoeveel van Gods kinderen raken niet betoverd door kortstondige geneugten, die misverstaan worden als waar geluk! Hoeveel mannen en vrouwen leven niet in de verrukking van de droom van rijkdom, die hen slechts maakt tot slaven van eigen voordeel en enge belangen! Hoeveel gaan er niet door het leven gelovend dat zij aan zichzelf genoeg hebben maar uiteindelijk verstrikt raken in eenzaamheid!
Valse profeten kunnen ook kwakzalvers zijn die makkelijke en snelle oplossingen aandragen voor lijden, maar deze oplossingen blijken al heel gauw volstrekt nutteloos te zijn. Hoeveel jongeren worden er niet in beslag genomen door het wondermiddel van drugs, van wegwerprelaties en van makkelijke maar oneerlijke verdiensten! Hoeveel meer zijn niet gevangen geraakt in een volledig virtueel bestaan, waarin relaties snel en onverbloemd ontstaan, om daarna enkel betekenisloos te blijken. Deze oplichters, die door dingen zonder echte waarde aansmeren, beroven de mensen van alles wat hen het meest kostbaar is: waardigheid, vrijheid en het vermogen om te beminnen. Zij zinspelen op onze ijdelheid, ons vertrouwen op uiterlijkheden, maar uiteindelijk maken zij ons slechts tot dwazen. Dit hoort ons niet te verbazen. Om het hart van de mens te verwarren, heeft de duivel – een leugenaar en de vader van de leugen – altijd het kwaad als goed voorgehouden, valsheid als waarheid. Daarom is ieder van ons geroepen diep in ons hart te kijken om na te gaan of wij ten prooi vallen aan de leugens van deze valse profeten. Wij moeten leren om nauwkeurig te kijken, onder de oppervlakte, en te herkennen wat een goede en blijvende indruk achterlaat op ons hart, want dat komt van God en komt ons waarlijk ten goede.
Een kil hart
In zijn beschrijving van de hel heeft Dante Alighieri de duivel afgebeeld als gezeten op een troon van ijs, in bevroren en liefdeloze isolatie. We kunnen onszelf heel goed afvragen hoe het komt dat (naasten)liefde in ons helemaal verkoelt. Welke zijn de tekenen die signaleren dat onze liefde begint te verkoelen?
Meer dan wat dan ook wordt (naasten)liefde gedood door de hebzucht naar geld, de wortel van alle kwaad (1 Tim. 6,10). De afwijzing van God en zijn vrede volgen snel daarna; wij verkiezen onze zelfvernietiging boven de troost die wij vinden in Zijn woord en de sacramenten. Dit alles leidt tot geweld tegen degenen die wij ervaren als een bedreiging voor onze eigen zekerheden: het ongeboren kind, de ouderen en de zieken, de migranten, de vreemdelingen onder ons of onze naaste die niet voldoet aan onze verwachtingen.
De schepping zelf wordt ook een stille getuige van deze verkoeling van (naasten)liefde. De aarde wordt vergiftigd door het afval dat is weggeworpen uit nalatigheid of uit zelfbelang. De zeeën, zelf ook vervuild, worden overspoeld door de overblijfselen van de talloze, door schipbreuk verdronken slachtoffers van gedwongen migratie. De hemelen, die in Gods plan geschapen waren om Zijn lof te bezingen, zijn verscheurd door de machines die instrumenten van dood neer doen regenen.
De liefde kan ook verkoelen in onze eigen gemeenschappen. In de apostolische vermaning Evangelii Gaudium heb ik geprobeerd een beschrijving te geven van de meest opvallende tekenen van dit gebrek aan liefde: egoïsme en geestelijke laksheid, steriel pessimisme, de verleiding tot zelfingenomenheid, constant ruziën onder elkaar en de wereldse mentaliteit die ons enkel bezorgd doet zijn om uiterlijkheden, en derhalve onze missionaire ijver vermindert.
Wat moeten wij doen?
Misschien zien wij, diep in onszelf en overal om ons heen, de tekenen die ik net heb beschreven. Maar de Kerk, onze moeder en leraar, tezamen met de vaak bittere medicijn van de waarheid, biedt ons in de veertigdagentijd het verzachtend geneesmiddel van gebed, aalmoezen geven en vasten.
Door meer tijd in gebed door te brengen, stellen wij ons hart in staat om onze verborgen leugens en vormen van zelfbedrog uit te roeien, om daarna de troost te vinden die God biedt. Hij is onze Vader en Hij wil dat wij goed leven.
Het geven van aalmoezen bevrijdt ons van hebzucht en helpt ons de naaste te aanvaarden als onze broeder of zuster. Wat ik bezit is nooit van mij alleen. Hoe graag zou ik willen dat het geven van aalmoezen een oprechte levensstijl van elk van ons wordt! Hoe graag zie ik ons, als christenen, het voorbeeld volgen van de apostelen, en dat wij het delen van onze bezittingen gaan zien als een tastbare getuigenis van de gemeenschap die wij zijn in de Kerk! Om deze reden herhaal ik de aanmaning van Sint Paulus tot de Korintiërs om een collecte te houden voor de gemeenschap van Jeruzalem als iets waar zij zelf voordeel aan zouden hebben (2 Kor. 8,10). Dit is des te meer gepast tijdens de veertigdagentijd, wanneer vele groepen collectes houden om kerken en volken in nood te ondersteunen. Toch zou ik graag hopen, dat zelfs in onze dagelijkse ontmoetingen met hen die bedelen om hulp, wij die beschouwen als verzoeken die van God zelf komen. Wanneer wij aalmoezen geven, delen wij in de zorg van Gods voorzienigheid voor elk van zijn kinderen. Als God vandaag door mij iemand helpt, zal Hij morgen dan niet voorzien in mijn behoeften? Want niemand is grootmoediger dan God.
Het vasten verzwakt onze neiging tot geweld; het ontwapent ons en wordt een belangrijke aanleiding voor groei. Aan de ene kant stelt het ons in staat te ervaren wat de misdeelden en de hongerigen moeten doorstaan. Aan de andere kant geeft het uitdrukking aan onze eigen geestelijke honger naar leven in God. Het verkwikt ons verlangen om God te gehoorzamen, Hij die alleen in staat is onze honger te stillen.
Ik zou mijn uitnodiging ook verder willen laten gaan dan de grenzen van de katholieke kerk en u allen bereiken, mannen en vrouwen van goede wil, die ervoor openstaan om Gods stem te horen. Misschien bent u, net als wij, ook verontrust door de verspreiding van zonde in de wereld, maakt u zich bezorgd om de kilte die harten en daden verlamt, en ziet u een verzwakking in ons besef van onze lidmaatschap van een mensenfamilie. Sluit u dan aan bij ons wanneer wij onze smeekbede verheffen tot God, en in het offeren wat je kunt voor onze broeders en zusters in nood!
Het vuur van Pasen
Bovenal dring ik bij de leden van de Kerk erop aan dat zij enthousiast beginnen aan de veertigdagentijd, die in stand gehouden wordt door het geven van aalmoezen, vasten en gebed. Als op bepaalde momenten het vuur van de (naasten)liefde in ons hart schijnt te doven, weet dat dit nimmer het geval is in Gods hart! Hij geeft ons aldoor de kans om opnieuw met beminnen te beginnen.
Een dergelijk moment van genade is wederom dit jaar het initiatief van 24 uren voor de Heer , waarvoor de gehele kerkgemeenschap wordt uitgenodigd om het sacrament van de biecht te vieren in de context van de eucharistische aanbidding. In 2018 zal dit plaatsvinden van vrijdag 9 op zaterdag 10 maart, geïnspireerd door de woorden van Psalm 130,4: Vergeving is er bij U. In elk bisdom zal ten minste één kerk 24 opeenvolgende uren openblijven, met het aanbod van de gelegenheid voor eucharistische aanbidding en sacramentele biecht.
Tijdens de paaswake zullen wij wederom deel zijn van de ontroerende rite van het aansteken van de paaskaars. Aangestoken aan het nieuwe vuur zal dit licht langzaam de duisternis overwinnen en de liturgische samenkomst verlichten. Moge het licht van Christus, die in heerlijkheid verrijst, de duisternis uit ons hart en verstand verdrijven en ons allen in staat stellen de ervaring van discipelen op weg naar Emmaus te herleven. Door te luisteren naar Gods woord en ons te voeden aan de tafel van de eucharistie mogen onze harten immer vurig zijn in geloof, hoop en liefde.
Met genegenheid en de belofte van mijn gebed voor u allen, zend ik u mijn zegen. Vergeet alstublieft niet om voor mij te bidden.
Vanuit het Vaticaan,
Franciscus
OMHOOG Jaargang 62, edities 06, 11 februari 2018 en editie 07, 18 februari 2018.
Categorieën:BISDOM, geloofsverdieping
Geef een reactie