Door Marijke Karg –
Doel onderzoek
Drie studenten van de Hogeschool van Amsterdam hebben in 2017 een onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van kleuters die van de voorschool Pin Pin komen. Ze zijn vergeleken met kinderen uit dezelfde klas, die niet op de voorschool hebben gezeten. Het onderzoek vond plaats op de St. Vincentiusschool in Paramaribo. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Saga Interproject Suriname.
Uit cijfers van het Ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur is gebleken dat er veel zittenblijvers zijn op de lagere school. Bijna de helft van deze kinderen doet de eerste klas over. Mogelijke oorzaken van de doublure zijn beperkte stimulering en/of onvoldoende vaardigheden bij kinderen die instromen op de kleuterschool. Stichting Saga Interproject wil werken aan verbetering van deze ontwikkeling. De stichting heeft daarom een onderzoek laten uitvoeren om na te gaan of het doorlopen van de voorschool – in dit geval Pin Pin – een positief effect heeft op de ontwikkeling van het jonge kind.
Hypothese en onderzoeksvraag
Bij het onderzoek zijn twee vooronderstellingen gehanteerd.
a. Kinderen afkomstig van Pin Pin bezitten de vaardigheden uit verschillende ontwikkelingsgebieden meer dan kinderen die niet afkomstig zijn van de Pin Pin.
b. Meisjes scoren gemiddeld hoger op de vijf ontwikkelingsgebieden dan jongens.
Na het onderzoek zal gekeken worden of deze hypotheses juist zijn of verworpen moeten worden.
De centrale vraag in dit onderzoek luidt als volgt:
Wat is het verschil in de ontwikkeling van kinderen die op Pin Pin hebben gezeten en onderwezen zijn in het programma Basic Learning4Kids in vergelijking met klasgenoten die niet onderwezen zijn in het programma Basic Learning4Kids, gemeten door middel van de Portage Vaardighedenlijst?
Werkwijze
In totaal hebben14 kleuters (zowel jongens als meisjes tussen 4 en 5 jaar) meegedaan aan het onderzoek. Zeven kinderen zijn ingestroomd van Pin Pin (de experimentele groep), van de overige zeven kinderen zijn er drie naar een andere externe opvang geweest (de controlegroep). Door middel van o.a. observaties, gesprekken en vragenlijsten zijn de gebieden onderzocht. Hoe presteerden de groepen in vergelijking met elkaar en hoe waren de prestaties van de jongens in vergelijking met de meisjes? Onderzoek is gedaan naar de sociale ontwikkeling en de taalontwikkeling, de zelfredzaamheid, de verstandelijke en de motorische ontwikkeling van de kinderen.
Basic Learning4Kids
In 2009 heeft Saga Interproject de voorschool Prey Skoro opgezet om de ontwikkeling van kinderen van 2,5 tot 4 jaar te stimuleren. Op deze voorscholen wordt Basic Learning4Kids gebruikt. Dit programma stimuleert de leermogelijkheden op de vijf ontwikkelingsgebieden: de sociale, de taal- , de verstandelijke en de motorische ontwikkeling en de zelfredzaamheid. Momenteel zijn er 13 Prey Skoro voorscholen in Suriname.
Vanuit Prey Skoro is in samenwerking met de HvA al meerdere jaren onderzoek gedaan naar het effect van het programma. Gebleken is dat Basic Learning4Kids een positieve invloed heeft op de ontwikkeling van kleuters, met name op het gebied van taalontwikkeling en verstandelijke ontwikkeling.
Onlangs is het onderzoek uitgevoerd om de effectiviteit van het programma Basic Learning4Kids te meten op de voorschool Pin Pin.
Toetsing
Om een beeld te krijgen hoe de vaardigheden worden getoetst, zijn er voorbeelden gegeven die bij de ontwikkelingsgebieden horen volgens Sipma & Van der Meulen.
-Bij de sociale ontwikkeling horen items als ‘herhaalt rijmpjes, liedjes of dansjes voor anderen’, ‘speelt gedurende 20 minuten met 2-3 kinderen’ etc.
-Bij de taalontwikkeling zijn deze onder andere ‘gebruikt samengestelde zinnen’, ‘kan zeggen of een geluid hard of zacht is’, ‘vertelt over directe ervaringen’ etc.
-Bij de zelfredzaamheid wordt er bijvoorbeeld gekeken of een kind een hele maaltijd kan eten, tijdig naar de wc gaat zonder hulp, de plaats aan tafel afruimt etc.
-Bij de verstandelijke ontwikkeling wordt onder meer geobserveerd of een kind op verzoek tien lichaamsdelen kan aanwijzen, een patroon van blokken of kralen kan neerleggen etc.
-De motorische ontwikkeling wordt gemeten door de items als ‘knipt langs een gebogen lijn’, ‘loopt op de tenen’, ‘vangt een bal met twee handen’ etc.
Resultaten
Bij de sociale ontwikkeling is er een groot verschil te zien in de resultaten. Bij alle vaardigheden scoren de meisjes hoger dan de jongens.
Taalontwikkeling: uit de resultaten blijkt dat de meisjes bij 8 van de 17 vaardigheden hoger scoren dan de jongens. De jongens scoren bij 5 van de 17 vaardigheden hoger. Bij 4 van 17 vaardigheden scoren zowel de jongens als meisjes gelijk.
Op het gebied van zelfredzaamheid scoren de jongens bij 6 van de 14 vaardigheden hoger. De meisjes scoren bij 4 van de 14 vaardigheden hoger en bij 4 van de 14 vaardigheden scoren zowel de jongens als de meisjes gelijk.
Bij de verstandelijke ontwikkeling scoren de jongens op 10 van de 34 vaardigheden hoger. De meisjes scoren op 11 van de 34 vaardigheden hoger. Bij de verstandelijke ontwikkeling gaan de meisjes met 32% en de jongens met 29% bijna gelijk op. Bij 13 van de 34 vaardigheden scoren de jongens en de meisjes gelijk. Uit deze resultaten kan geconcludeerd worden dat de verstandelijke ontwikkeling van de jongens en meisjes gelijk is aan elkaar.
De motorische ontwikkeling is geobserveerd aan de hand van 16 vaardigheden. Bij 11 van de 16 vaardigheden scoren de jongens en de meisjes gelijk. Deze resultaten laten zien dat er geen grote verschillen zijn in de motorische ontwikkeling tussen de jongens en de meisjes.
Totale ontwikkeling
De scores van de ontwikkelingsgebieden zijn bij elkaar opgeteld wat zorgt voor een totale ontwikkeling. Het gaat hierbij om een totaal van 94 vaardigheden. De meisjes scoren bij 39 van de 94 vaardigheden (41%) hoger dan de jongens. Bij 23 van de 94 vaardigheden (24%) hebben de jongens hoger gescoord. Bij 32 van de 94 vaardigheden (34%) hebben de jongens en de meisjes gelijk gescoord. Uit deze resultaten blijkt dat de meisjes over hun gehele ontwikkeling hoger scoren dan de jongens.
Goede scores Pin Pin
Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat kinderen die van de voorschool Pin Pin komen en onderwezen zijn met het programma Basic Learning4kids op vier ontwikkelingsgebieden beter scoren en op één gebied gelijk scoren vergeleken met kinderen die deze voorschool niet hebben genoten. Dit geeft aan dat het programma Basic Learning4Kids een positief effect heeft op de ontwikkeling van het jonge kind. Zoals eerder vermeld heeft de voorschool Pin Pin, die het programma Basic Learning4kids gebruikt om leerlingen te onderwijzen, een sterk positieve invloed op de ontwikkeling van de kinderen. Uit het onderzoek is ook gebleken dat een aantal ontwikkelingsgebieden meer aandacht behoeft. Hierover zijn aanbevelingen gedaan die zullen worden overgenomen door Pin Pin.
Bron:
Bijman, D., N. Schouwink en A. Koster. Onderzoek over het effect van de voorschool Pin Pin op de vijf ontwikkelingsgebieden
OMHOOG Jaargang 62, editie 07, 18 februari 2018
Categorieën:geloof en leven, verslag
Geef een reactie