Door: pater Martin Noordermeer o.m.i.
Grootste en oudste Mariafeest
Al sinds mensenheugenis viert de kerk op 15 augustus het feest van Maria Tenhemelopneming. Reeds in 582 werd er melding van gemaakt. We mogen wel zeggen dat dit feest het grootste Mariafeest is en zeker het oudste. Om het een beetje uit te leggen, wil ik graag drie data in herinnering roepen en zo dit Mariafeest plaatsen in een historische context.
In het jaar 431 te Efeze: op deze grote kerkvergadering, gehouden in Efeze, wordt Maria voorgehouden als “Moeder Gods,” in het Grieks: “Theòtokos,” oftewel “Zij-die-God-heeft-gebaard.” In het jaar 1854: dogmaverklaring door paus Pius IX. Hier wordt ons voorgehouden dat Maria, vanaf het moment van haar ontvangenis in de schoot van haar moeder “Onbevlekt is Ontvangen.” De bevestiging hiervan komt in Lourdes, op 25 maart 1858. In het jaar 1950: op 1 november dogmaverklaring door paus Pius XII. “Maria is met ziel en lichaam ten Hemel opgenomen.”
Verwarring
In het begin van het christendom waren er nogal wat verschillende meningen, geloofsovertuigingen gangbaar die niet helemaal overeen kwamen met de leer van de kerk. Uiteraard is de leer van de kerk ook langzaamaan gegroeid, verklaard en vastgelegd door o.a. dogma’s. Zo verklaarde Nestorius, bisschop van Constantinopel, dat Maria de moeder van de historische Jezus van Nazaret was, de “menselijke” Jezus dus, en niet de moeder van de “goddelijke” Jezus. Dat zou volgens zijn opvattingen niet mogelijk zijn. Dit bracht veel verwarring teweeg en daarom werd er een concilie gehouden, het derde in de geschiedenis van de Kerk.
Efeze
Een concilie is een bijeenkomst van alle bisschoppen en kerkgeleerden om een probleem te bespreken en een besluit te nemen dat alle verwarring moet wegnemen en dat aan iedereen wordt voorgehouden en dat men moet geloven. Het eerste concilie was te Jeruzalem door Jacobus bijeengeroepen rond 59 of 60 van het begin van onze jaartelling. Het tweede concilie werd door keizer Constantijn in Nicea bijeengeroepen in 325. En het derde was dus in 431 in Efeze. Het concilie in Efeze verklaarde dat Maria zowel de moeder is van de historische Jezus zoals die geleefd heeft te Nazaret, heeft geleden en is gestorven, maar Maria is ook de moeder van de Zoon van God. Daar had men een mooi Grieks woord voor uitgevonden: Theòtokos, “Zij-die-God-heeft-gebaard.” Nestorius werd door het concilie als bisschop afgezet en als ketter beschouwd doordat hij dit geloofspunt niet wilde aannemen en Maria alleen beschouwde als moeder van de menselijke Jezus.
1854
Paus Pius IX verklaarde dat Maria, vanaf het moment dat zij ontvangen is in de schoot van haar moeder, de H. Anna, door een bijzondere wilsbeschikking van God gevrijwaard is van alle zonde. Dit feest vieren we in onze kerk op 8 december: “Maria Onbevlekte Ontvangenis.” Precies negen maanden later, op 8 september, vieren wij de geboorte van Maria. Zij is de enigste van alle schepselen die zonder zonde is ontvangen, zoals God dat voor ogen had voor alle mensen. Hoewel niet alle bisschoppen hierover eenstemmig advies uitbrachten aan de paus, is toch het dogma uitgeroepen op 8 december 1854. Hierbij moeten we opmerken dat vier jaar later in 1858, Maria te Lourdes verschijnt en na aandringen van de pastoor van Lourdes moest Bernadette aan die “Schone Dame” vragen wat haar naam is. Op 25 maart maakt die “Schone Dame” in de taal van de streek, het Bigourdan, zich bekend als “Que soy era L’Immaculada Councepciou,” “Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis.” Het is alsof de hemel zelf komt bevestigen dat het ook waar is wat vier jaar daarvoor door paus Pius IX als dogma is uitgeroepen. Maria komt in Lourdes bevestigen dat zij vanaf het moment van haar ontvangenis vrij is van alle zonde en smet.
Met ziel en lichaam ten Hemel opgenomen
Over het overlijden van Maria of het “met ziel en lichaam opgenomen worden in de hemel,” daarover vinden wij niets in de Bijbel. Het wordt algemeen aangenomen dat Johannes Maria bij zich genomen heeft, zorg voor haar heeft gehad, zoals Jezus op het kruis vroeg: “Zoon, zie daar uw moeder!” Het wordt algemeen aangenomen dat Maria en Johannes naar Efeze zijn getrokken. Daar bevindt zich ook, volgens zeer oude overlevering, het “huisje van Maria” waar zij met Johannes heeft geleefd. Er is in Efeze wel een graftombe van Johannes in de vroegere basiliek aldaar. Maar te Jeruzalem noch in Efeze is er sprake geweest dat er een graf is van Maria, omdat vrij algemeen wordt aangenomen dat Maria niet is gestorven maar ontslapen en door haar Zoon in de hemel is opgenomen. Het is eigenlijk een natuurlijk gevolg van het dogma van de Onbevlekte Ontvangenis. Zij die de erfzonde niet heeft gekend heeft dus ook niet de gevolgen ervan ondervonden en het allereerste gevolg van de erfzonde is de dood.
Tijdens het vierde concilie van Chalcedon in 451, toen de bisschoppen uit heel het Middelandse-Zeegebied bijeenkwamen in Constantinopel, vroeg keizer Marcianus aan de patriarch van Jeruzalem om de relieken van Maria over te brengen naar Constantinopel, opdat zij in een schrijn konden worden opgeborgen in de hoofdstad. De patriarch deelde de keizer mee dat er geen relieken van Maria in Jeruzalem waren, dat “Maria in het bijzijn van de apostelen was gestorven,” maar het graf, dat later werd geopend, “bleek leeg te zijn waardoor de apostelen concludeerden dat haar lichaam in de hemel was opgenomen.”
(Bewerking van een artikel uit 1914)
Categorieën:geloof en leven
Dit is op OMHOOG herblogd.
LikeLike