IS ER NOG HOOP BIJ JUSTITIE EN SOCIALE ZAKEN?

Reactie Mgr. Karel Choennie als voorzitter van de Stichting voor het Kind n.a.v. de recente gebeurtenissen bij Hoop voor Kinderen.

Dat de tijdbom bij Hoop voor Kinderen vroeg of laat zou ontploffen kon iedere leek van verre zien aankomen, toch deden de justitionele autoriteiten en Sociale Zaken er bitter weinig aan, integendeel werd mede door deze autoriteiten het huis volgestopt met kinderen met zeer uiteenlopende traumatische ervaringen waaronder HIV-besmetting, fysiek en/of seksueel geweld, verwaarloosde en zwerfkinderen. Dat de behuizing niet aan de standaarden voldeed en dat het personeel niet bekwaam was, kon iedere voorbijganger opmerken.

Het heeft mij vaak haast tot wanhoop gedreven hoe tergend langzaam men bij deze overheidsinstanties kan werken en hoe formalistisch en bureaucratisch ze kunnen zijn wanneer ze dat willen. Terwijl Stichting voor het Kind met enorme steun van SuAid, Staatsolie en de Surinaamse samenleving een modeltehuis had gerenoveerd speciaal voor seksueel misbruikte kinderen, hielden de autoriteiten twee jaar lang het been stijf tot alle puntjes en komma’s uit de wet op opvanginstellingen door de Stichting waren verwezenlijkt. Een voor het overgroot gedeelte copy-paste wet uit het rijke westen. Toen alle fysieke zaken voor het tehuis in orde waren, weigerde Sociale Zaken de heropening omdat ze vonden dat de wet stelde dat het tehuis minstens door een HBO’er geleid moest worden. Dit zorgde alleen voor opgekropte woede omdat dan alle tehuizen meteen gesloten zouden moeten worden.

Terwijl men deze meedogenloze houding had tegenover de Stichting voor het Kind werden kinderen door de politie afgeleverd bij niet gecertificeerde tehuizen. Het duurde drie maanden voordat de formaliteiten voor de overplaatsing van een sollicitant met een universitaire opleiding van Sociale Zaken naar de Stichting voor het kind rond waren, en dat nadat de hoogste autoriteiten in het land voortdurend erop hadden aangedrongen. Kort voor de verkiezingen van mei 2020 was het plotseling mogelijk om elf personen in dienst te nemen die te werk werden gesteld bij Stichting voor het Kind. Van de elf personen zijn vijf nooit aan het werk verschenen en een chauffeur heeft na enkele maanden overplaatsing gevraagd en gekregen zonder consultatie met de Stichting. Maandelijks wordt aan het Ministerie van Sociale Zaken gerapporteerd dat deze werknemers in tijdelijke dienst niet aan werk verschijnen, toch wordt geen van hen ontslagen terwijl ze maandelijks loon daarvoor ontvangen. Dit is niet alleen corruptiebevorderend, het heeft meteen ernstige gevolgen voor de veiligheid van het tehuis omdat drie van de vijf die niet verschijnen wachters zijn die de veiligheid in het tehuis moeten helpen bewaken.

Verantwoordelijkheid
Wie is uiteindelijk verantwoordelijk voor het drama dat zich in Hoop voor Kinderen heeft voltrokken? In de media zijn alle pijlen gericht op de directeur en zijn vriendin die gruwelijke daden zouden hebben verricht. Dit is een dubbele trauma voor de kindslachtoffers die zo alle vertrouwen verliezen in volwassenen. Ik probeer geenszins de schokkende gebeurtenissen in het huis goed te praten, zulke handelingen moeten meteen veroordeeld worden, maar moest Anthony C door de toeziende organen van zijn bestuur en de overheid niet tegen zichzelf beschermd worden? Hoe kunnen taken als voorzitter, algemeen directeur, financieel directeur, chauffeur, counselor, therapeut, kok, inkoper door een persoon vervuld worden terwijl iedereen ernaar kijkt en niet ingrijpt. Na het plotselinge overlijden van zijn partner die met hem dit liefdewerk deed, kreeg of nam hij nauwelijks de tijd voor een normaal rouwproces dat volgens deskundigen twee tot vijf jaar kan duren. De hele samenleving legde deze Hercules’ taak op de schouders van een zwak mens. Hoe kan iemand dag in dag uit, week na week en maand na maand dit werk volhouden? Waarom wordt de wet opvanginstellingen op een instantie toegepast en niet op een andere?

Hulp voor hulpverleners
Wie zorgt voor de hulpverlener? We weten allemaal dat hulpverleners zelf ook hulp nodig hebben. De groep hulpverleners die aan burn-out lijden stijgt. Tegenover de enorme nood en de gebrekkige middelen denken hulpverleners dat ze onmisbaar zijn, durven nooit nee te zeggen en weten niet wanneer ze moeten stoppen. Hulpverleners zijn vaak mikpunt van boosheid van cliënten, familie en toezichthoudende autoriteiten. Zij kunnen door cliënten worden gemanipuleerd door te zeggen dat de hulpverlener de enige is bij wie zij zich veilig voelen en door voortdurend aandacht op te eisen, zowel op positieve als op een negatieve wijze. Hulpverleners moeten alles wat ze horen verwerken en soms mogen zij wat zij weten vanwege hun beroepsgeheim niet delen met anderen. Hulpverleners kunnen gaan genieten van de aandacht en bewondering die ze krijgen en gaan zich oppermachtig gedragen. Zij kunnen voorbijgaan aan hun eigen noden en problemen en daardoor verward raken. Hulpverleners zijn doorgaans te trots om hulp te zoeken. Het lijkt wel alsof Sociale Zaken niet gehinderd wordt door deze kennis, anders zouden zij niet alleen eisen blijven stellen aan hulpverleners en sociale instellingen maar gezonde werkomstandigheden helpen creëren.

Zijn de twee leidinggegeven van Hoop voor Kinderen niet overbelast geweest waardoor ze zichzelf niet meer waren en hun frustratie en woede niet konden inhouden? Waar blijft het beleid van justitie om niet alle geld, middelen en menskracht te besteden aan de misdadigers en overtreders van de wet maar om minstens één procentje te reserveren voor slachtofferhulp?

Prioriteiten
Terwijl er miljoenen worden uitgegeven aan feesten, protocol, een failliete SLM, buitenlandse reizen en veiligheid voor hoogwaardigheidsbekleders worden de meest elementaire zaken in de sociale instellingen niet in orde gemaakt. De sociale instellingen die het meestal moeten doen met donaties en giften uit de samenleving kunnen het hoofd niet meer boven water houden door de enorme geldontwaarding en prijsstijgingen in het land. Bestuurders van sociale instellingen verworden tot professionele bedelaars waarvoor iedereen hen uit de weg gaat of zorgt dat ze niet beschikbaar zijn.
De overheid eist professionaliteit maar is niet bereid daarvoor te betalen. Bovendien zijn professionele krachten schaars en niet bereid voor een hongerloon te werken. Bij Stichting voor het Kind heeft de directeur haar functie neergelegd omdat zij met een universitaire opleiding niet veel meer dan het minimumloon verdient. De reeds drie jaren toegezegde voedselsubsidie door de overheid is nog steeds niet gerealiseerd. De inspanningen van de korpschef om een gepensioneerde inspecteur met ruime ervaring in jeugdzaken ter beschikking te stellen werpen maar geen vruchten af. Een structureel overleg ter bewaking van de kwaliteit van de zorg tussen de verantwoordelijke ministeries en de Stichting komt maar niet van de grond. Ik heb me al heel vaak afgevraagd of er nog hoop is bij Justitie en Sociale Zaken. Hoe gaan justitie en sociale zaken voorkomen dat dergelijke zaken als bij Hoop voor kinderen nimmer meer voorkomen? Er is ‘Hoop voor kinderen’ maar in elk geval zijn kinderen onze hoop.

Paramaribo, 17 februari 2023,

Mgr. Karel Choennie
Voorzitter Stichting voor het Kind



Categorieën:geloof en leven

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: