Door Charles Chang –
In deze rubriek vertelt iemand zijn of haar persoonlijke ervaring met het katholieke geloof. ‘Sterker door het katholieke geloof’ verschijnt op elke eerste en derde vrijdag van de maand. Tekst en beeld van deze editie: Charles Chang.
Aan het woord deze keer is Shamalin Rathnayake(60) uit Sri Lanka die al vanaf 1994 in Suriname woont.
Gelovig
Vanwege de taal gaat Shamalin alleen op de zondag naar de St.-Rosakerk. De Engelstalige mis is om 12 uur. Op haar vijfentwintigste werd ze uitgehuwd aan Frank Mendis, ook een Sri Lankees, die toen al zeventien jaren werkte voor een Japans bedrijf in Suriname. Wie Shamalin kent weet dat ze erg gelovig is. “Dat komt vooral door mijn oma,” zegt ze.
Maar al ben je niet gelovig, in Sri Lanka raak je vanzelf bekeerd tot een geloof. Bij zonsopgang hoor je de klokken luiden, ergens in de nabijheid klinken gongslagen uit een tempel en uit een andere hoek het oproep tot gebed in het Arabisch. “Overal zijn er gebedshuizen,” zegt Shamalin terwijl ze om zich heen gebaart. In een land, even groot als Nederland, met een populatie van 22 miljoen inwoners, is vijfenzestig procent van de bevolking boeddhistisch. Slechts drie procent is katholiek, de rest is hindoe of moslim.
Het katholieke geloof, dat destijds door de Portugese kolonisator werd geïntroduceerd, ligt vooral in het westen geconcentreerd. Maar drie procent van 22 miljoen komt nog altijd op zeshonderd zestigduizend zielen: evenveel als de bevolking van Suriname. De parochie van Shamalin, vernoemd naar de heilige Sebastiaan, telt dan ook vierduizend gezinnen. Op de zondag zijn er vier tot vijf diensten omdat ze allemaal druk worden bezocht.
Feest
Voor Shamalin begint de dag bij het opstaan met een uur lang bidden. In de avond maakt ze tijd voor een hele rozenkransgebed. Knielend. “Zo wilde mijn grootmoeder dat altijd.” Mensen in Sri Lanka zijn heel gelovig, want behalve educatie is ook de spiritualiteit nodig om je sterk te maken in het leven. Our Lady of Lanka is onze patroonheilige. Het land is dus gewijd aan moeder Maria.
Verder heeft elke kerk een eigen patroonheilige en de meeste plaatsen hebben wel één die is genoemd naar de heilige Sebastiaan. De andere populaire heilige is St.-Antonius. Op de dinsdag is er elk uur een mis, steeds in een andere taal en ze zijn altijd vol. Anders dan in Suriname is er in Sri Lanka geen gebrek aan priesters en nonnen, waardoor je altijd een geestelijke kunt vinden voor een zegening, biecht en zo.”
Wat Shamalin ook mist in Suriname zijn de feesten. Volgens haar is alleen gaan naar de kerk niet voldoende om het geloof hoog te houden. “Er moeten ook feesten zijn en in Sri Lanka hebben we haast iedere week één die generatie op generatie in stand wordt gehouden. Eén van de grote feesten vindt plaats in mei, waarbij het beeldje van moeder Maria elke dag naar een ander gezin wordt gebracht. Aan het einde van de maand wordt de viering afgesloten met een grote feestelijke processie.”
Connecting with God
Shamalin gelooft in Gods plan en dat alles een tijd nodig heeft. “Voordat ik werd uitgehuwelijkt, had ik al een relatie, maar hij was moslim en mijn vader vond dat niet zo leuk. Ik zat ook in twijfel, want wilde ik wel moslim worden? Op gegeven moment zou ik moeten kiezen voor relatie of geloof, maar toen kwam het antwoord: mijn vriend moest voor zijn werk verhuizen naar Italië. Ik bleef achter en trouwde later met Frank.”
Niet alleen van huis uit maar ook van overheidswege wordt in Sri Lanka de bevolking grootgebracht met het geloof. Een voorbeeld is de verplichte zondagsschool waarvoor het kind ook moet slagen. Als aanstaande communicant moet je alle gebeden uit het hoofd te kennen en je ouders moeten vooraf biechten, anders gaat de grote dag niet door. Shamalin: “Waarom we zo gelovig zijn? We zien, horen en praktiseren het geloof. Maak tijd voor God, zeg ik altijd. I am connecting with God en ik zie dat het helpt.”
Als katholieke gelovige is ze al een aantal keren naar Batavia geweest. 14 januari is voor haar ook een speciale dag: het was haar trouwdag. Ze noemt twee bekende bedevaartsoorden in Sri Lanka. Eén is de basiliek van Onze Lieve Vrouwe van Lanka en de tweede ligt in het plaatsje Madhu waar veel wonderen zijn gebeurd. Hieronder een kort bericht van 14 juli 2015 over deze heilige plaats, gehaald van de website Kerk in Nood.
Sri Lanka’s heiligdom weer open
De regering van Sri Lanka heeft toegezegd de toegang voor het nationale heiligdom van Onze-Lieve-Vrouw van Madhu vrij te geven voor 8 december, het hoogfeest van Maria Onbevlekte Ontvangenis. Het 400 jaar oude Mariabedevaartsoord is niet alleen van grote betekenis voor de katholieken, maar ook voor hindoes en boeddhisten.
Het heiligdom, op zo’n 220 kilometer ten noorden van Colombo, ligt in een gebied dat in handen was van de rebellenbeweging de Tamil Tijgers (LTTE). De regering en de LTTE hadden vorig jaar een akkoord bereikt waarin was afgesproken dat het gebied rond het heiligdom in ieder geval rond de feestdagen vrij zou blijven van militaire activiteiten. Dat akkoord is door beide partijen geschonden. Vorig jaar vonden er gevechten plaats en het ligt er bezaaid met mijnen.
Dat het heiligdom op 8 december toch bereikbaar is voor gelovigen is het werk van pater Damiaan Fernando, directeur van Caritas Sri Lanka. Hij kreeg de toezegging via de broer en adviseur van president Rajapaksa, Basil. Het leger heeft beloofd de mijnen in het gebied te ruimen en maatregelen te nemen tegen de miljarden muggen. Bovendien heeft de regering toegezegd voor voedsel en onderdak voor de pelgrims uit de gebieden die nog worden beheerst door de LTTE.

OMHOOG Jaargang 66, editie 45, 13 november 2022
Categorieën:column, geloof en leven
Ook bij de Hindustan en heb je dat Blijf bescheiden Niet ons Geloof alleen
Verstuurd vanaf mijn iPad
>
LikeLike