Door pater Ricardo Geraldo de Carvalho CSsR –
Lucas 1, 1-4; 4, 14-21
De Geest drukt en onthult op mysterieuze wijze zijn onzichtbare en eeuwige Aanwezigheid. De Geest is een ander woord om het mysterie van liefde uit te drukken dat ons omringt, ons ondersteunt, ons vormt. Het onzichtbare definieert het zichtbare, het gemanifesteerde wordt uitgedrukt in het manifeste, het transcendente openbaart zich in het immanente.
Wat we niet zien, is echter anders dan wat we zien, want wat we zien gaat voorbij en wat we niet zien is eeuwig. Het Wezen dat niet wordt geboren en niet sterft, openbaart zich en manifesteert zich in wat wordt geboren en sterft.
De Geest openbaart Zichzelf! Jezus wist dit en had een echt, aandachtig bewustzijn van de Geest. De Geest wijst rechtstreeks naar wat we zijn, zonder dat we het kunnen definiëren, opvangen, manipuleren. Net als onze adem: het vormt ons en geeft ons leven, maar het is ongrijpbaar. Geest is een ander woord waarmee we zeggen: zijn, liefde, leven, bewustzijn, innerlijkheid, creativiteit, vrijheid.
Jezus wordt bezield en levend gemaakt door die Geest. In het evangelie van Johannes zullen we de adem van liefde van het kruis ontvangen; de laatste adem van de Verlosser is de verloste Geest (vgl. Joh 19, 30). De Geest is van ons, dat zijn wij. Een gave die ons volledig wordt geopenbaard in de opstanding: “Toen hij dit had gezegd, blies hij op hen en zei: ‘Ontvang de Heilige Geest’” (Joh 20, 22).
De evangelisten bevestigen dit vaak en de heilige Paulus verkondigt het in zijn brieven duidelijk.
“Want zovelen als er door den Geest Gods geleid worden, die zijn kinderen Gods. Want gij hebt niet ontvangen den Geest der dienstbaarheid wederom tot vreze; maar gij hebt ontvangen den Geest der aanneming tot kinderen, door Welken wij roepen: Abba, Vader! Dezelve Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn. En indien wij kinderen zijn, zo zijn wij ook erfgenamen, erfgenamen van God, en mede-erfgenamen van Christus; zo wij anders met Hem lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden” (Rom 8, 14-17).
Laten we niet bang zijn om te zijn wat we zijn! Laten we niet bang zijn voor onze goddelijke identiteit! “De Geest van de Heer rust op mij, omdat hij mij gezalfd heeft” (Lc 4, 18). Wat Jezus over zichzelf zegt, is ook van ons. De Verlosser openbaart en presenteert ons onze authentieke identiteit: de onzichtbare intimiteit van eeuwige liefde. Wij zijn de Geest van God die zich manifesteert in onze mensen en in alles wat bestaat.
Breng je geest tot zwijgen. Laat vooroordelen varen. Kalmeer je gevoelens en emoties.We durven te luisteren. Laat de stilte ons de waarheid tonen. Laat de stilte ons de levende Christus tonen in het goddelijke hart van onze ziel, die vandaag onze lichamelijkheid inademt.
Laten we ons tot slot laten inspireren door de wijze woorden van Teilhard de Chardin: “In Eeuwigheid waren we; bij de geboorte beginnen we te bestaan. Bestaan is in de tijd zijn. En als we sterven, houden we op te bestaan, maar we houden niet op te zijn”.
Deze wekelijkse column is een overweging op de lezing van de zondag. Eerwaarde Ricardo de Carvalho CSsR is de parochiepriester van de Sint-Alfonsus in Paramaribo.
OMHOOG Jaargang 66, editie 03, 23 januari 2022.
Categorieën:column, Overwegingen
Geef een reactie