Commentaar op de lezingen van de 2e Zondag door het Jaar (C)

Achtergrond van de eerste lezing (Jesaja 62: 1-5)
De profeten van het Oude Testament hebben telkens weer de samenleving van Israel opgeroepen tot zelf-reflectie. Ze wezen op ernstige mistanden in de maatschappij, op oppervlakkige beleving van het geloof en hielden de mensen een spiegel voor. Dit zegt Jesaja dan ook heel helder en om er kracht bij te zeggen gebruikt hij een soort herhaling: “Omwille van Sion mag ik niet zwijgen, terwille van Jeruzalem mij niet stilhouden”. Dan gebuikt de profeet de literaire stijl om alvast het visioen voor te houden van hoe groot de zegeningen zullen zijn die Israel ten deel zullen vallen als ze inderdaad middels zelf-reflectie en oprechte bekering weer echt gaan staan in de waarden en idealen van het verbond: “Want als de zon zal haar gerechtigheid stralen, haar heil branden als een fakkel”. De profeet vergelijkt een oprecht, trouw Israel dan met iets van grote waarde in die tijd, namelijk een koninklijke kroon en opnieuw gebruikt hij de herhaling om de zegeningen die volgen op een rechtschapen levenswandel: “In de hand van de Heer zult gij een flonkerende kroon zijn, in de hand van uw God een koninklijke diadeem”. Ten slotte vergelijkt de profeet het verbond tussen God en Zijn volk met een huwelijk. De Israelieten zullen God pas echt toebehoren als zij oprecht leven naar de deugden van eerlijkheid, goedheid en rechtschapenheid, zoals die verwoord zijn in de leefregels en teksten van de Tora, die God aan Israel gegeven had. Nog een laatste keer gebruikt de profeet de herhaling om zijn oproep zo krachtig mogelijk te laten weerklinken: “Zoals een jongen zijn meisje trouwt, zal Hij die u opbouwt, u trouwen; en zoals een bruidegom zich verheugt in zijn bruid zal uw God zich verheugen in u”.

Eerste lezing: Jesaja 62: 1-5
Omwille van Sion mag ik niet zwijgen, terwille van Jeruzalem mij niet stilhouden. Want als de zon zal haar gerechtigheid stralen, haar heil branden als een fakkel. De volkeren zullen uw gerechtigheid aanschouwen, alle koningen uw glorie zien en men zal u een nieuwe naam geven, een naam door de Heer bedacht. In de hand van de Heer zult gij een flonkerende kroon zijn, in de hand van uw God een koninklijke diadeem. Gij zult niet meer heten: “de Verlatene”, uw land niet meer: “Woestenij”; maar gij zult heten: “Mijn Welbehagen”, uw land: “Gehuwde”; Want in u heeft de Heer zijn behagen gesteld en uw land wordt Hem ten huwelijk gegeven. Zoals een jongen zijn meisje trouwt, zal Hij die u opbouwt, u trouwen; en zoals een bruidegom zich verheugt in zijn bruid zal uw God zich verheugen in u.


Tussenzang: Psalm 96

Refrein: Meldt aan de naties Gods wondere daden.
Zingt voor de Heer een nieuw gezang,
zingt voor de Heer, alle landen.
Zingt voor de Heer en verheerlijkt zijn Naam,
verkondigt zijn heil alle dagen.

Meldt aan de naties Gods heerlijkheid,
zijn wondere daden aan alle volken.
huldigt de Heer om zijn glorie en macht.
Huldigt de Heer om de roem van zijn Naam.

Gaat Hem aanbidden in heilig gewaad.
Beeft voor de Heer, alle mensen op aarde,
Zegt tot elkander: de Heer regeert!
De volken bestuurt Hij met billijkheid.


Achtergrond van de tweede lezing (1 Korintiërs 12: 4-11)
In de eerste brief aan de gemeente van de stad Korinte, maakt Paulus zich zorgen over een ernstige verdeeldheid die ontstaan is in deze kerkgemeenschap. Hij wilt hen oproepen tot onderlinge verdraagzaamheid en respect voor elkaar. In het gedeelte van de brief dat wij zo dadelijk zullen horen, probeert Paulus deze kerkgemeenschap tot eenheid te inspireren, door hen eraan te herinneren dat verschillende personen binnen de gemeente verschillende talenten en verschillende taken hebben, en soms ook een verschillende stijl van bidden of van spiritualiteit. Dit kan hun sterk maken, want zolang de gelovigen zich realiseren dat het dezelfde Heilige Geest is die hen deze verschillende talenten en inzichten geeft en dat de Geest altijd wilt leiden tot eenheid en liefde, dan kunnen ze de verdeeldheid overwinnen door elkaar met respect te benaderen, door naar elkaar te luisteren en elkaar aan te vullen. Dan kan er een krachtige kerkgemeenschap ontstaan.

Tweede lezing: 1 Korintiërs 12: 4-11
Broeders en zusters, er zijn verschillende gaven, maar slechts één Geest. Er zijn vele vormen van dienstverlening, maar slechts één Heer. Er zijn allerlei soorten werk, maar er is slechts één God, die alles in allen tot stand brengt. Maar aan ieder van ons wordt de openbaring van de Geest meegedeeld tot welzijn van allen. Aan de een wordt door de Geest een woord van wijsheid gegeven, aan een ander een woord van kennis krachtens dezelfde Geest, aan een derde door dezelfde Geest het geloof. Aan weer anderen schenkt de ene Geest gaven om ziekten te genezen, om wonderen te doen, de gave van profetie, de onderscheiding van geesten, velerlei taal of de vertolking ervan. Maar alles is het werk van een en dezelfde Geest, die aan ieder zijn gaven uitdeelt zoals Hij het wil.


Achtergrond van de evangelielezing: (Johannes 2: 1-12)
Johannes bouwt zijn evangelie zorgvuldig op. In zijn openingsproloog, hoofdstuk 1, had hij van Jezus gezegd: “De wet is door Mozes gegeven, maar goedheid en waarheid zijn met Jezus Christus gekomen”. Dit laat Johannes gelijk in het tweede hoofdstuk zien. Wanneer tijdens de bruiloft waar Jezus, Zijn moeder Maria en de leerlingen aanwezig waren, de wijn opraakt, verricht Jezus op aandringen van Maria Zijn eerste wonder. De zes grote kruiken staan daar voor het rituele reinigingsritueel dat de wet van Mozes voorschreef. Maar met de komst van Jezus is nu iets nieuws aangebroken. Niet langer zullen deze stenen kruiken gebruikt worden voor het rituele wassen van de handen, een ritueel voorgeschreven door Mozes, maar dat ons geen verlossing kan brengen. Nee, Jezus laat de kruiken vullen met water en verandert het water in de beste wijn en geeft ons de wijn van de goedheid en de waarheid, de wijn van de verlossing en de genade.

Evangelie: Johannes 2: 1-12
In die tijd was er een bruiloft te Kana in Galilea, waarbij de moeder van Jezus aanwezig was. Jezus en zijn leerlingen waren eveneens op die bruiloft uitgenodigd. Toen de wijn opraakte zei de moeder van Jezus tot Hem: “Ze hebben geen wijn meer.” Jezus zei tot haar: “Vrouw, is dat soms uw zaak? Nog is mijn uur niet gekomen.” Zijn moeder sprak tot de bedienden: “Doet maar wat Hij u zeggen zal.” Nu stonden daar volgens het reinigingsgebruik der Joden zes stenen kruiken, elk met een inhoud van ongeveer honderd liter. Jezus zei hun: “Doet die kruiken vol water.” Zij vulden ze tot bovenaan toe. Daarop zei Hij hun: “Schept er nu wat uit en brengt dat aan de tafelmeester.” Dat deden ze. De tafelmeester proefde van het water dat in wijn veranderd was. Hij wist niet waar die wijn vandaan kwam, maar de bedienden, die het water geschept hadden, wisten het wel. Zodra hij geproefd had, riep hij de bruidegom en zei hem: “Iedereen zet eerst de goede wijn voor en wanneer men eenmaal goed gedronken heeft de mindere. U hebt de goede wijn tot nu toe bewaard.”
Zo maakte Jezus te Kana in Galilea een begin met de tekenen en openbaarde zijn heerlijkheid. En zijn leerlingen geloofden in Hem. Daarna daalde Hij af naar Kafarnaüm, Hijzelf en zijn moeder, de broeders en zijn leerlingen; maar zij bleven daar slechts enkele dagen.


Overweging:

Lieve vrienden,

Tijdens de drie zondagen na kerstmis is eigenlijk de kern van de liturgie gericht op Christus en staat de liturgie drie zondagen lang stil bij die ene vraag: wie is Jezus? In deze moderne samenleving is dat voor vele mensen misschien niet bepaald een vraag die hen bezig houdt of misschien zelfs helemaal geen vraag die bij hen leeft, en toch ligt daar een bijzondere kracht. Wie is Jezus?

Op het feest van Driekoningen zien we Jezus als het Licht voor alle volkeren. De ontmoeting van het kind Jezus en de Wijzen uit het Oosten is namelijk een teken van Zijn verlossing voor alle volkeren, alle culturen en alle mensen. Die ontmoeting is een teken dat bij Hem alle volkeren en alle mensen meedoen en belangrijk zijn.

De vorige zondag bij Jezus´ doop in de Jordaan zagen we Hem als de Zoon, die in de stem van de Vader de kracht van de liefde ervaart en de creativiteit van het vertrouwen.

Deze zondag is Jezus de bruidegom die ons de beste wijn schenkt. We zouden nu gelijk kunnen zeggen: “Wacht even! Niet Jezus was de bruidegom, Hij was als gast daar bij die bruiloft!” Dat is waar, maar er is in dit verhaal van alles gaande! Er zijn namelijk twee krachtige bijbelse symbolen die een grote rol spelen. Heel vaak was in het Oude Testament Israel voorgesteld als een bruid die door God was gezien en gehuwd. Het huwelijk is dan een krachtig symbool voor het verbond tussen God en de mensen. Daar hebben we in de eerste lezing al wat van mogen proefen. Toen heeft een van de profeten alle tegenslagen van zijn tijd en de vele problemen en zorgen die de Israelieten van toen dagelijks meemaakten, samengevat in de symbolische naam: “de Verlatene”. Met andere woorden, het lijkt ons soms alsof we een bruid zijn die verlaten is door haar bruidegom, dus door God. Maar dan zegt de profeet: “Ja, maar wacht even! Daar heeft ons eigen gedrag en onze manier van leven ook toe bijgedragen! Maar als we ons weer laten bezielen door die bijbelse waarden als eerlijkheid, oprechte naastenliefde, een echte inzet voor de kwetsbaren, en als we ook onze zijd niet alleen gebruiken voor onze eigen dingen maar ook geregeld tijd vrijmaken voor God en Hem zo de eer geven die Hem toekomt, dan zullen we weer de kracht ervaren van Zijn Geest!” En zo hoorden we in de eerste lezing de profeet zeggen: “In de hand van de Heer zult gij een flonkerende kroon zijn, in de hand van uw God een koninklijke diadeem. Gij zult niet meer heten: “de Verlatene”..Zoals een jongen zijn meisje trouwt, zal de Heer die u opbouwt, u trouwen; en zoals een bruidegom zich verheugt in zijn bruid zal uw God zich verheugen in u”.

Nu weer terug naar het evangelie van deze zondag. Wanneer Maria zich tijdens die bruiloft te Kana tot Jezus wendt en Hem zegt: “Ze hebben geen wijn meer”, dan gebeurt er iets in Jezus. Hij neemt vanaf dat moment die rol op zich om namens God als een bruidegom te Zijn voor de Kerkgemeenschap van alle eeuwen. Zoals een bruidegom geroepen is om in eenheid te leven met zijn bruid, en om samen met haar lief en leed te delen, en elkaar aan te vullen en er voor elkaar te zijn, zo gaat Jezus vanaf dit moment echt in die roeping staan. En Hij drukt dat uit met een tweede symbool dat zo krachtig in dit verhaal meespeelt: Jezus geeft Zijn bruid, ons allen dus, de beste wijn.

Om de symboliek hiervan goed te begrijpen moeten we weten dat in heel het Oude Testament wijn een heel belangrijk symbool was voor de vreugde en het leven dat God ons geeft. Daarom was wijn ook symbool voor de Heilige Geest, omdat de Vader het leven schept door de kracht van de Geest, en de mensen wijsheid en inzicht schenkt door de Geest, en Hij de schepping hernieuwt door het werken van de Geest.

We zien hoe belangrijk dit bijbels symbool van wijn is bijvoorbeeld bij het vieren van de sabbat. Elke sabbat, wanneer de familie samen aan tafel zat wanneer het donker begint te worden, moest naar bijbelse traditie begonnen worden met een dankgebed over een glas wijn. In dat gebed over de wijn wordt God geprezen voor de schepping, die Hij leidt door de kracht van de Heilige Geest. Ook wordt God geprezen voor het Licht dat in ons de hoop versterkt dat God eens heel de schepping zal vernieuwen en herscheppen. In de bijbelse traditie is het symbool van de wijn is dus wezenlijk voor de viering van de sabbat.

Een ander voorbeeld is de jaarlijkse viering van het bijbelse Pesach feest, dat jaarlijks gedenkt hoe God eens de Israelieten uit de slavernij van Egypte bevrijd had en hen een nieuwe toekomst en een nieuwe start gegeven had. Ook bij de viering van het Pesachfeest was de wijn heel wezenlijk als een symbool van de vreugde die God brengt door Zich over de mens te ontfermen en de mens te redden van alles wat duister is en het leven bedreigt. De rol van het symbool van de wijn was hierbij zo belangrijk dat er eeuwenlang een wet heeft bestaan dat elke Joodse familie die in armoede leefde en niet voldoende geld had om wijn te kopen, door de omringende Joden ondersteund moest worden om de vier glazen wijn te kunnen hebben die voorgeschreven waren voor de huisliturgie van Pesach. Met andere woorden, ook arme mensen moesten middels het symbool van de wijn iets kunnen proefen van de hoop en de vreugde die God ons allen belooft bij het gedenken van de bevrijding Hij eens bracht uit de Egyptische onderdrukking.

En zo begrijpen we nu nog dieper wat er in dit evangelie gebeurt: zodra Jezus gaat staan in die rol van de bruidegom van de Kerk, dan weet Hij al hoe dat zal uitdrukken: met het geven van wijn. Want met dat symbool zegt Hij aan ons allen dat de Vader een God is van vrijheid en leven, een God die steeds weer vergeeft en vooruit kijkt naar de toekomst, een God van vrede, waar iedereen mee mag doen en waar de Geest iedereen een eigen waardigheid en kennis geeft.

Jezus geeft dus hier aan het begin van het Johannesevangelie de wijn als symbool voor de vreugde en symbool voor de Heilige Geest. Hij zegt er wel bij aan Maria, Zijn moeder: “Mijn uur is nog niet gekomen”. Zijn uur zal komen wanneer Hij zichzelf geeft aan het kruis. Daar zal Hij werkelijk de bruidegom zijn die Zijn bruid, wij allen, de Kerk, zal verlossen van het kwaad en van de machten van de duisternis. De bruidsschat die Hij voor Zijn bruid zal geven wanneer Zijn uur gekomen is, is Zijn eigen leven, Zijn bloed, Zijn overgave. Daar aan het kruis, wanneer Zijn uur gekomen is, zal uit Zijn doorboorde zijde water en bloed stromen. Het water spreekt over het water van het doopsel waardoor wij werkelijk verbonden worden met Christus, en dus met alles wat Hij aan leven en toekomst in zich draagt. Het bloed spreekt, net als de wijn die Hij aan het begin bij de bruiloft te Kana gegeven had, over de gave van de Heilige Geest waarmee Christus ons steeds weer sterkt en bezielt. Het bloed dat uit Zijn doorboorde hart stroomt spreekt ook van de wijn van de Eucharistie, dus van Zijn Lichaam en Bloed waarmee Hij in elke Eucharistie steeds weer in ons dat nieuwe leven versterkt van het geloof, het leven van de verlossing en van de hoop.

Het is vandaag het begin van de jaarlijkse Week van de Eenheid. Jezus is ons aller bruidegom en wij allemaal als Christenen vormen allemaal tezamen de bruid van Christus: protestanten, pinkstergemeenten en Volle Evangelie, orthodoxen, Anglicanen en katholieken. Wij allen als Christenen, van welke denominatie ook, behoren allemaal tot Zijn bruid. Niemand heeft een exclusief recht op de liefde of de nabijheid van de bruidegom. Allen zijn wij geroepen Hem te kennen en vervolgens Zijn evangelie uit te dragen: Zijn evangelie van goedheid en zorg voor wat kwetsbaar is, het evangelie van solidariteit en broederschap/zusterschap. Wij als de bruid van Christus hebben echt iets bijzonders te vertellen en door te geven in onze samenleving en in de wereld, iets dat groter is dan wijzelf. Toen ik vorig jaar te horen kreeg dat ik deze moeilijke ziekte in me droeg, was alles anders geworden voor mij. Of zoals Maria eens zei: “Ze hebben geen wijn meer”. Ik heb mogen ervaren hoe Christus het water heeft veranderd in de wijn van een nieuwe creatieve toekomst. Hij heeft me de wijn gegeven van de liefde van de Heilige Geest die mensen verbindt met elkaar en ook mij de kracht geeft om iets goeds en positiefs te betekenen voor anderen om me heen. Zolang wij proberen te doen wat Hij ons zegt,zoals Maria dat eens als advies meegaf, dan zal Hij ons allen de wijn geven zoals Hij weet dat wij die nodig hebben. En die wijn zal ons steeds weer kracht geven om het goede in ons sterk te maken.



Categorieën:geloof en leven, Overwegingen

Tags: , , ,

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: