Door pater Martin Noordermeer omi –
Op een dag ging een bloemist naar de kapper om zijn haar te laten knippen. Nadat de kapper zijn werk had voltooid en ze samen een leuk gesprek hadden tijdens het knippen, vroeg de bloemist: “Hoeveel ben ik u schuldig?” De kapper antwoordde: “Deze week neem ik van niemand geld aan, omdat ik deze week bezig ben met dienstverlening aan de gemeenschap.”De bloemist was blij en verliet de barbershop. Toen de kapper de volgende morgen bij zijn shop terugkwam, zag hij een bos rode rozen voor de deur liggen met een kaartje met het opschrift ‘Dank u hartelijk. Uw dankbare bloemist.’
Later op de dag kwam er een agent van politie in zijn barbershop om zijn haar te laten knippen. Toen hij klaar was vroeg de agent aan de kapper: “Wat ben ik u schuldig?” De kapper antwoordde: “Deze week neem ik van niemand geld aan, omdat ik deze week bezig ben met dienstverlening aan de gemeenschap.” De agent vond dat mooi en groette heel vriendelijk de kapper en verliet de barbershop. Toen de kapper de volgende dag weer bij zijn shop aankwam, zag hij een doos met pindakoekjes en een kaartje: “Dank u vriendelijk. Uw dankbare politieagent.”
Nog dezelfde dag kwam er een lid van de DNA om zijn haar te laten knippen. Nadat ze samen tijdens het knippen gesproken hadden over de politiek in ons land, waarbij beiden nogal van mening verschilden, vroeg het DNA-lid: “Wat ben ik u schuldig?” De kapper antwoordde: “Deze week neem ik van niemand geld aan, omdat ik deze week bezig ben met dienstverlening aan de gemeenschap.” Het DNA-lid was blij, bedankte de kapper en verliet de barbershop. De volgende morgen, toen de kapper bij zijn shop aankwam, stond er een dozijn DNA-leden in de rij om zich gratis te laten knippen!
En dat, vrienden en vriendinnen, illustreert een beetje de situatie in ons land. Het fundamentele verschil tussen de burgers en de bestuurders.
OMHOOG Jaargang 65, editie 29, 18 juli 2021
Categorieën:column, geloof en leven
OMHOOG 
Geef een reactie