Door pater Ricardo Carvalho CSsR –
Johannes 20, 19-31
Vernietigd door de terechtstelling van Jezus, zochten de discipelen hun toevlucht in een huis dat ze kenden. Ze zijn weer samen, maar nu is Jezus er niet meer bij. In de gemeenschap is er een lege plek die niemand kan vullen. Jezus is weg. Ze kunnen Zijn woorden vol vuur niet horen. Ze kunnen niet zien dat Hij de ongelukkigen teder zegent. Wie zullen ze nu volgen?
Het wordt donker in Jeruzalem en ook in hun hart. Niemand kan hen troosten in hun verdriet. Beetje bij beetje neemt angst ze allemaal over, maar ze hebben geen Jezus om hun geest te versterken. Het enige wat een gevoel van veiligheid geeft, zijn de vergrendelde deuren. Niemand denkt er nu aan om de weg op te gaan om Gods regering aan te kondigen en levens te genezen. Hoe gaan ze zonder Jezus Zijn goede nieuws verspreiden?
Johannes de Evangelist beschrijft op schitterende wijze de transformatie die plaatsvindt in de discipelen wanneer Jezus, vol van leven, zich in hun midden presenteert. De Verrezene staat weer in het centrum van hun gemeenschap. Dat is hoe het voor altijd zou moeten zijn. Bij Hem is alles mogelijk: bevrijd worden van angst, de deuren openen en aan de slag gaan met evangeliseren.
Volgens het verhaal is het eerste wat Jezus in Zijn gemeenschap brengt, Zijn vrede; geen verwijt Hem in de steek te hebben gelaten, geen klacht of terechtwijzing. Alleen vrede en vreugde. De discipelen voelen Zijn creatieve aanmoediging. Alles begint opnieuw. Onder druk van Zijn Geest zullen ze door de eeuwen heen blijven samenwerken aan hetzelfde project voor redding dat de Vader aan Jezus heeft toevertrouwd.
Wat vandaag in de Kerk nodig is, zijn niet alleen religieuze hervormingen en oproepen tot gemeenschap. We moeten in onze gemeenschappen een nieuw begin ervaren, te beginnen met de levende aanwezigheid van Jezus in ons midden. Alleen Hij moet het centrum van de Kerk bezetten. Alleen Hij kan de gemeenschap vooruithelpen. Alleen Hij kan ons hart vernieuwen.
Onze inspanningen en werken zijn niet genoeg. Het is Jezus die de verandering van perspectief kan ontketenen, de bevrijding van angst en achterdocht, het nieuwe klimaat van vrede en sereniteit dat we zo nodig hebben om deuren te openen en in staat te zijn om het evangelie te delen met de mannen en vrouwen van onze tijd.
Maar we moeten leren Zijn aanwezigheid in ons midden met geloof te verwelkomen. Als Jezus terugkeert om zich acht dagen later te presenteren, zegt de verteller ons dat de deuren nog steeds op slot zaten. Het is niet alleen Tomas die moet leren om zelfverzekerd in de Verrezene te geloven. De rest van de discipelen moet ook beetje bij beetje de twijfels en angsten overwinnen die hen nog steeds doen leven met gesloten deuren voor evangelisatie.
Gebed:
Vader, open alle deuren die mij in angst en onzekerheid gesloten houden, zodat ik de wereld kan ontmoeten om te worden geëvangeliseerd.

Deze wekelijkse column is een overweging op de lezing van de zondag. Eerwaarde Ricardo Carvalho CSsR is de parochiepriester van Maria Koningin van de Wereld (Latour) en St.-Franciscus (Livorno).
OMHOOG Jaargang 65, editie 15, 11 april 2021
Categorieën:column, Overwegingen
Kom er meestal niet toe om deze artikelreeks te lezen of doordat er zoveel is wat zou moeten gebeuren, is de week weer voorbij zonder OMHOOG geraadpleegd te hebben. Vanavond is het even gelukt. Vind de uitleg zeer goed van het evangelie, de nagel op de kop geslagen. Niet zozeer de ‘ongelovige Thomas’ maar wij allen die Jezus in het centrum van ons leven en werken moeten plaatsen en dan vandaar uit leven en werken. Dit zal tevens de kerk en de pastoraal waarachtig kunnen hervormen. De heilige Thomas was daarom volgens mij beter gelovig dan de 10 anderen want hij heeft het begrepen toen hij het uitriep: “Mijn Heer en mijn God” … dit is het plaatsen van Jezus in het middelpunt van je leven door Hem Heer en God te noemen van jou! De krachtigste en kortste geloofsbelijdenis die we hebben.
LikeGeliked door 1 persoon