Achtergrond van de eerste lezing (Jesaja 25: 6-10)
God houdt Israël door de profeet Jesaja een visioen voor van een groots feest, een bijzondere maaltijd waartoe niet alleen Israël maar tezamen met Israël alle volkeren zijn uitgenodigd. Dit feest heeft een diep religieus karakter, want met die “vette spijzen” wordt aangegeven dat dit bijzondere maal een religieus offermaal is. In het Hebreeuws werd de term “vette spijzen” namelijk gebruikt voor de offers die in de tempel van Jeruzalem op de berg Sion werden opgedragen, waarbij het kostbare vet middels het brandoffer aan God wordt geofferd om vergeving te vragen en God lof te brengen. Dit visioen gaat daarom om het eeuwig leven, om de verlossing en de hernieuwde schepping die de Messias door het offer van Zijn leven zal brengen. Dit visioen van Jesaja overstijgt de grenzen van Jesaja’s eigen volk Israel en spreekt over de eeuwige vreugde van het messiaanse Rijk, waartoe God alle volkeren bestemd heeft.
Eerste lezing: Jesaja 25, 6-10a
In die dagen zal de Heer van de hemelse machten op de berg Sion voor alle volken
een maaltijd aanrichten, een maaltijd van vette spijzen en van belegen wijnen,
een maaltijd van vette, mergrijke spijzen en van geklaarde, belegen wijnen.
Op deze berg zal Hij de sluier verscheuren, die ligt over alle volkeren,
en het floers dat alle naties bedekt.
Hij zal de dood voor eeuwig vernietigen en van alle aangezichten zal Hij, de Heer,
de tranen wissen. Hij zal de smaad van zijn volk wegnemen van de hele aarde.
Ja, zo heeft de Heer het besloten!
Op die dag zal men zeggen: Dat is onze God, op wie wij hoopten: Hij heeft ons gered!
Dat is de Heer op wie wij vertrouwden: laat ons jubelen en ons verheugen
om de redding, die Hij ons gebracht heeft! Ja, de hand van de Heer zal rusten op deze berg.
Tussenzang: Psalm 23 (22), 1-3a, 3b-4, 5, 6
Refrein:
Het huis van de Heer zal mijn woning zijn
voor alle komende tijden.
De Heer is mijn Herder, niets kom ik tekort;
Hij laat mij weiden op groene velden.
Hij brengt mij aan water, waar ik kan rusten,
Hij geeft mij weer frisse moed.
Mijn schreden leidt Hij langs rechte paden
omwille van zijn Naam.
Al voert mijn weg door donkere kloven,
ik vrees geen onheil, waar Gij mij leidt.
Uw stok en uw herdersstaf
geven mij moed en vertrouwen.
Gij nodigt mij aan uw tafel
tot ergernis van mijn bestrijders.
Met olie zalft Gij mijn hoofd, mijn beker is overvol.
Voorspoed en zegen verlaten mij nooit elke dag van mijn leven.
Het huis van de Heer zal mijn woning zijn
voor alle komende tijden.
Achtergrond van de tweede lezing: (Filippenzen 4: 12-14,19-20)
De kerkgemeenschap van de Filippenzen hadden Paulus in moeilijke tijden met veel liefde ondersteund en geholpen. Hij verzekert hen ervan dat zij door God hiervoor gezegend zullen worden. De tevredenheid die Paulus’ hart kenmerkte, kwam van zijn overtuiging en ervaring dat alles wat goed is, hem ten deel was gevallen door Christus. Paulus wist dat Christus in hem woonde, en hij in Christus, en dat er daarom nooit een tegenslag zou zijn, die hij door de kracht van de Heer niet aan zou kunnen.
Tweede lezing: Filippenzen 4, 12-14. 19-20
Broeders en zusters,
ik weet wat armoede is, ik weet wat overvloed is. Ik ben volledig ingewijd;
ik kan volop eten en ik kan honger lijden, ik ben vertrouwd met overvloed en met gebrek.
Alles vermag ik in Hem die mij kracht geeft.
Toch hebt gij er goed aangedaan mij te helpen in mijn moeilijkheden. Mijn God zal met goddelijke rijkdom in al uw noden voorzien door u de heerlijkheid te schenken in Christus Jezus. Aan onze God en Vader zij de eer in de eeuwen der eeuwen! Amen.
Achtergrond van de evangelielezing: (Matteüs 22: 1-14)
In de context van de gespannen confrontatie van Jezus met de hogepriesters en de farizeeën en saduceeën, spreekt Jezus nogmaals een parabel. Vorige week hoorden wij hoe Jezus Zijn tegenstanders een parabel voorhield over een wijngaard waarvan de pachters geen respect hadden hadden voor de eigenaar, maar de dienaars mishandelden en doodden die de landeigenaar tot hen zond, en uiteindelijk ook zijn zoon buiten de wijngaard vermoordden. Nu neemt Jezus het beeld van een bruiloftsfeest van de zoon van een koning, waarbij de genodigden eveneens de dienaars die de koning tot hen zond mishandelen en doodden. Jezus zelf is de Bruidegom die door het offer van het kruis ons, de Kerk, tot Zijn Bruid maakt. En Zijn Vader nodigt alle mensen van alle volkeren en rassen en talen uit tot het eeuwig bruiloftsfeest van Zijn Zoon.
Evangelie: Mt. 22, 1-14
In die tijd nam Jezus het woord en sprak opnieuw in gelijkenissen tot de hogepriesters en de ouderen van het volk.
Hij zei: “Het Rijk der hemelen gelijkt op een koning, die een bruiloftsfeest gaf voor zijn zoon. Hij stuurde zijn dienaars uit om allen te roepen, die hij tot de bruiloft had uitgenodigd, maar zij wilden niet komen. Daarop zond hij andere dienaars met de opdracht: Zegt aan de genodigden: Zie, ik heb mijn maaltijd klaar, mijn ossen en mijn gemeste vee zijn geslacht; alles staat gereed. Komt dus naar de bruiloft. Maar zonder er zich om te bekommeren gingen zij weg, de een naar zijn akker, de ander naar zijn zaken. De overige grepen zijn dienaars vast, mishandelden en doodden hen.
Nu ontstak de koning in toorn, stuurde zijn troepen en liet de moordenaars ombrengen en hun stad in brand steken. Toen sprak hij tot zijn dienaars: Het bruiloftsmaal staat klaar, maar de genodigden waren het niet waard. Gaat dus naar de kruispunten der wegen en nodigt wie ge er maar vindt, tot de bruiloft. Zijn dienaars gingen naar de wegen en brachten allen mee, die zij er aantroffen, slechten zowel als goeden, en de bruiloftszaal liep vol met gasten. Toen nu de koning binnen kwam om de aanliggenden te bezoeken, merkte hij daar iemand op die niet voor de bruiloft gekleed was. En hij sprak tot hem: Vriend, hoe zijt gij hier binnengekomen zonder bruiloftskleed? Maar de man bleef het antwoord schuldig. Toen sprak de koning tot de bedienden: Bindt hem aan handen en voeten en werpt hem buiten in de duisternis. Daar zal geween zijn en tandengeknars.
Velen zijn geroepen maar weinigen uitverkoren.”
Overweging
We zijn allemaal bekend met uitnodigingen. Een uitnodiging voor een bruiloft is altijd iets bijzonders. Maar hier in Jezus’ parabel heeft Hij het over niet zomaar een bruiloft, maar over een bruiloft van de zoon van een koning. Om daarvoor een uitnodiging te ontvangen is een eer! Zo een bruiloft zal groots zijn, indrukwekkend, met vele gasten, met heerlijk eten en drinken. Het zal bijzonder zijn om daar deel van te mogen zijn en daar door anderen gezien te worden. En toch leggen in Jezus’ parabel de oorspronkelijke genodigden hun uitnodiging om allerlei oppervlakkige redenen naast zich neer.
Hoe meer we vertrouwd raken met Jezus’ parabels, hoe meer we merken dat juist bij de onverwachte ontwikkelingen in het verhaal, we de booschappen op het spoor komen die Jezus door middel van de parabel eigenlijk aan Zijn toehoorders wilt meegeven. Heel onverwacht en vreemd in deze parabel, zijn de redenen die de genodigden geven waarom ze niet ingaan op de uitnodiging. Er staat: “Zonder er zich om te bekommeren gingen ze weg: de een naar zijn akker, de ander naar zijn zaken”. Nog vreemder is het, dat toen de dienaars namens de koning bij de genodigden kwamen informeren of ze nog wel naar de bruiloft zouden komen, sommige genodigden deze dienaars van de koning mishandelden en doodden.
Aan deze opmerkelijke, onverwachte ontwikkelingen in het verhaal van de parabel, kun je al merken dat het bij Jezus’ parabel niet gaat om een gewone koning, noch om een gewoon bruiloftsfeest of om gewone genodigden.
Ook met de reactie van de koning zet Jezus ons aan het denken. De koning van de parabel stuurde zijn troepen naar de genodigden die zijn dienaars hadden mishandeld en gedood, en liet hen ombrengen en hun stad in brand steken. De tijdgenoten die het evangelie van Matteüs lazen of hoorden, wisten allemaal dat niet zo heel lang tevoren, in het jaar 70 n.Chr. een felle opstand van het Joodse volk tegen de Romeinse overheersing geleid had tot een intense oorlog. De Romeinen hadden grote legers naar Israel gestuurd om de Joodse opstand neer te slaan, en hadden Jeruzalem vervolgens geplunderd, de tempel in brand gestoken en grote delen van de stad met de grond gelijk gemaakt. Eigenlijk hetzelfde wat meer dan vijfhonderd jaar tevoren de Babyloniërs ook hadden gedaan.
Nu begrijpen we dit punt van de parabel gelijk veel beter. Jezus legt dus een verband tussen deze ramp van de verwoesting van Jeruzalem door de Romeinen en het feit dat velen uit Israël, waaronder de hogepriesters en de meeste farizeeën en saducceeën, Christus hadden afgewezen. Jezus was de Messias die de profeten van God reeds eeuwen geleden hadden aangekondigd. De Vader had Christus in de wereld gezonden om verlossing en nieuw leven te brengen, maar Hij had bij velen een onverschillige en zelfs afwijzende reactie gevonden. Dat deed Jezus denken aan vroegere eeuwen in de geschiedenis van Israël, toen verschillende van de profeten ook al slecht behandeld waren en sommigen zelfs vermoord.
Met de komst van de Zoon, heeft de Vader het allerbelangrijkste voor ogen, namelijk een hernieuwde schepping en de verlossing van de machten der duisternis. Het grootse bruiloftsfeest is daar het symbool van. Wanneer het kwaad ten volle is overwonnen en Gods liefde volledig regeert, zal het zijn zoals we dat hoorden in de eerste lezing van het visioen van Jesaja: “God zal de dood voor eeuwig vernietigen en van alle aangezichten zal Hij, de Heer, de tranen wissen. Hij zal de smaad van Zijn volk wegnemen van de gehele aarde. Ja, zo heeft de Heer het besloten! Op die dag zal men zeggen:’Dat is onze God, op wie wij hoopten! Hij heeft ons gered! Dat is de Heer op wie wij vertrouwden: laat ons jubelen en ons verheugen om de redding, die Hij ons gebracht heeft!’”.
Dit is waar Jezus naar verwijst met dat grote bruiloftsfeest dat de koning heeft bereid voor zijn zoon, namelijk het bruiloftsfeest van onze verlossing. God zal door het kruisoffer van Zijn Zoon de dood voor altijd en eeuwig vernietigen, en er zal een feestvreugde zijn van het met elkaar verbonden zijn en voor eeuwig in elkaars liefde delen.
Wij zijn allemaal uitgenodigd tot dit bruiloftsfeest. Dit zegt Jezus heel helder in Zijn parabel: alle mensen van alle wegen van het leven, van alle uithoeken van de wereld, iedereen is welkom. Voor God de Vader zijn alle mensen Zijn kinderen en voor Hem gelden er geen rangen en standen, of vooraanstaanden en onbelangrijken. Allen zijn uitgenodigd tot dit bruiloftsfeest van het eeuwig leven en van de vreugde van de nieuwe schepping.
Helaas is het niet vanzelfsprekend dat alle mensen deze uitnodiging ook allemaal met beide handen aangrijpen. Ook in onze tijd zijn er velen die, net als de hogepriesters en de vooraanstaande religieuze leiders van Jezus’ tijd, hun hart gesloten houden, en aan andere zaken prioriteit geven. Maar zij sluiten zichzelf daarmee af van wat God in en door Christus ons van harte aanbiedt. In de bijbelse tijden zijn vele profeten die Gods woord brachten, fysiek mishandeld en soms gedood. In onze tijd zien we dat dat ook gebeuren. Door de inhoud aan de kant te zetten van wat de bijbelse profeten en de profeten van onze tijd te zeggen hebben, doen vele mensen in een figuurlijke zin hetzelfde: zij sluiten zich af van die dienaren van God. En helaas worden er ook in onze tijd nog steeds in de letterlijke zin dienaren van God vermoord, zoals aartsbisschop Oscar Romero in 1980 tijdens een H.Mis doodgeschoten werd in El Salvador en paus Johannes Paulus II in 1981 door een huurmoordenaar op het St.Pietersplein ook neergeschoten werd, maar hij heeft dat gelukkig nog net overleefd.
Toch blijft God alle mensen uitnodigen. Het enige wat je hoeft te hebben is: ingaan op de uitnodiging en je gepast te kleden voor het bruiloftsfeest. En dat wil zeggen, je te kleden met geloof, je te kleden met liefde voor de mensen om je heen waar je misschien iets voor kunt betekenen in hun nood, je te kleden met zorg voor Gods schepping, en je te kleden met een eerlijke levenswandel die past bij de koning ons uitnodigt. Het belangrijkste is daarom om temidden van alle verleidingen, en alle zorgen en beslommeringen van dit bestaan steeds voor ogen te houden waar altijd onze prioriteit moet zijn: we zijn mensen die door God gekend zijn en uitgenodigd zijn tot een groots feest van liefde die geen einde zal kennen. Dat perspectief zal ons motiveren om ons te blijven kleden voor dat feest, in het besef dat het oneindig de moeite waard zal blijken te zijn.
Categorieën:geloof en leven
Geef een reactie