Door pater Martien Noordermeer OMI –
De vorige keer schreef ik in Omhoog over de drievoudige komst van de Heer: de historische komst in Betlehem, de liturgische komst in onze samenkomsten en de eschatologische komst op het einde der tijden, of ook wel de komst van de Heer op het einde van ons leven, zoals Paus Franciscus in zijn katechese op 19 november ll. heeft uitgelegd: eschaton betekent einde, dood. Advent is een tijd van wachten op de komst van de Verlosser, Emmanuël. Zoals het Joodse volk eeuwenlang op de Verlosser heeft gewacht, zo wachten ook wij vier wekenlang op Zijn komst. De advent is een samenvatting in vier weken van die lange wachttijd van het Joodse volk. Daarom komen er ook bepaalde figuren naar voren die het Joodse volk in zijn lange wachttijd hoop en uitzicht hebben gegeven op de toekomst. Diezelfde personen spelen ook in onze adventstijd een grote rol.

Jesaja
Jesaja leefde op het scharnier van de 7e en de 8e eeuw. Zijn naam betekent ‘Yahweh is redding’ en die naam heeft hij waar gemaakt door de Redder aan te kondigen. Hij treedt op tegen koning Achaz en maakt namens Yahweh verwijten dat de koning meer vertrouwen stelt in aardse koningen dan in Yahweh zelf. Ook dit liet Yahweh door Jesaja tot koning Achaz zeggen: Vraag Yahweh Uw god om een teken! Maar Achaz antwoordde: Dat doe ik niet. Ik wil Yahweh niet op de proef stellen… Toen zei Jesaja: Daarom geeft Yahweh zelf een teken: zie de jonge vrouw zal zwanger worden en een zoon ter wereld brengen en zijn naam zal zijn Emmanuel. (Jes. 7/14)

Micha
Deze tekst van Jesaja wordt een eeuw later overgenomen door de profeet Micha. Jesaja heeft aangekondigd dat een jonge vrouw een kind ter wereld zal brengen. Welnu, dat zal plaatsvinden in de stad Betlehem, de stad van koning David, want zo schrijft MIcha: En gij Betlehem van Efrata, gij zijt niet de minste onder de steden van Juda, want uit u zal geboren worden Hij die mijn volk zal regeren. (Mi. 5/4-6) Uit deze profetieën van de profeten Jesaja en Micha, opgetekend voor het nageslacht, heeft het Joodse volk moed, geloof, hoop en vertrouwen geput voor de toekomst.

Johannes de Doper
Johannes de Doper staat met één been in het Oude en met zijn andere been in het Nieuwe Testament. Hij is het die de verwachting voor het Joodse volk het meest aanvoelde en onder woorden wist te brengen, allereerst door het doopsel van boete en bekering, dat hij toediende in de Jordaan. Bekeer u en laat u dopen, want Hij die wij verwachten is nabij: midden onder u staat Hij die gij niet kent… Als dan Jezus tot hem komt om zich te laten dopen, scheurt de hemel open en een stem zegt: Dit is mijn welbeminde Zoon: luister naar Hem!.. Zie het Lam Gods dat de zonden van de wereld wegneemt… Hij mocht de lang verwachte Messias aan de wereld tonen.

Maria
Zij zal degene zijn die op de vraag van de engel Gabriël ‘ja’ zegt om mee te werken aan Gods heilsplan met de wereld. Zie de dienstmaagd des Heren… Mij geschiede naar Zijn Woord… Haar naam Mirjam is werkelijk wat zij waard is: Mirjam, de Hebreeuwse naam voor Maria, is werkelijk een cadeau van God aan de mensen maar evenzo een cadeau van de mensen aan God. Zo heeft God Zijn heilsplan kunnen realiseren met de mensheid.
Jesaja, Micha, Johannes de Doper en Maria zullen vaak vermeld worden in de adventstijd. Uiteraard zullen ook andere schrijvende profeten geciteerd worden, maar deze drie zijn wel de meest aansprekende. Zij hebben werkelijk bijgedragen om dat geloof in de komende Verlosser levendig te houden en hoop te geven voor de toekomst!
Jaargang 63, editie 46, 22 december 2019
Categorieën:geloof en leven
Geef een reactie