Bij het heengaan van pater Van Kempen
Paul Tjon Kiem Sang –
Op zaterdag 27 juli jl. overleed in Nederland pater Gerard van Kempen, die op 1 mei 2017 definitief terugkeerde naar Nederland na een hoofdstuk in zijn leven van bijna 54 jaren in ons land te hebben voltooid. Wij willen in deze Omhoog dat hoofdstuk belichten. Hiervoor gebruiken wij citaten uit een artikel dat verscheen in de Omhoog van 10 februari 2013, geschreven door Lucien Chin A Foeng ter gelegenheid van zijn gouden priesterjubileum.
Pater Van Kempen werd op 17 februari 1963 tot priester gewijd door bisschop L. de Kesel in Gijzegem. Ruim zeven maanden later vertrok hij reeds uit zijn geboorteland naar Suriname als missionaris van de Oblaten van Maria (OMI), de congregatie waar hij op 7 september 1956 was ingetreden. “Het was de tijd van het rijke roomse leven met volle kerken, volle seminaries, het geloofsleven bloeide en de secularisatie was nog nergens te bekennen.” Vrijwel meteen na zijn aankomst in ons land werd hij benoemd voor Nickerie, eerst als kapelaan onder pater Uitterhoeve, en daarna als pastoor van de parochies Sint-Jozef in Nieuw Nickerie en H. Don Bosco in Wageningen. Later, in 1989, kwam daar ook bij de parochie van O.L.V. Onbevlekt Ontvangen in Mary’s Hope, Coronie.
Zijn missie in Nickerie begon in een tijd toen de Oost-Westverbinding nog niet bestond. “Ik begon in Nickerie, dat was mijn eerste standplaats en bleef dat ook vijfentwintig jaar lang. Er was nog geen Oost-Westverbinding. Je ging naar de stad met de ‘Perica’ overzee. Binnendoor kon ook met de ‘Nickerie’, maar dat was een hele lange reis. Wageningen werd ook vanuit Nickerie bediend, maar om er te komen was vaak een ander verhaal, zeker in de regentijd! Maar we konden als het nodig was op de SML rekenen: die stuurde een speedboot naar Groot Henar. Het was een heel stuk lastiger dan nu en toch heb ik er bijna vijfentwintig jaar gezeten, van 1963 tot 1988.”

Na zijn vertrek als pastoor van de Sint-Jozefparochie bleef pater Van Kempen altijd met veel genegenheid terugdenken aan zijn eerste missiestandplaats in ons land. “Aan Nickerie bewaar ik mooie herinneringen, ook omdat ik daar bijna 25 jaar onafgebroken heb gewerkt. We hebben daar de pastorie en de parochiezaal gebouwd en natuurlijk ook de kerk in Nieuw Nickerie, die in 1971 een feit werd. Veel van het benodigde geld kwam vooral van de parochianen zelf, hoewel we ook door buitenlandse donaties goed zijn geholpen. Er bestond daar toen al een vorm van stewardship, parochiezorg genaamd. Iedere maand leverden de leden een kleine bijdrage. En natuurlijk werden er regelmatig bazaars gehouden die veel geld opbrachten, mede dankzij de inzet van de Chinese gemeenschap. Ik herinner mij de namen van Chin Jen Sem, Tjon Sieuw, Chan Pien Liang. Het was een mooie tijd. Al dat hosselen om geld bij elkaar te sprokkelen schept een band met je mensen, ja.”
De bouw van de nieuwe Sint-Jozefkerk is nog altijd een van de grote verdiensten van pater Van Kempen voor Nickerie. In de Omhoog van 7 maart 1971 lezen wij daarover: “Zondag 28 februari was het een grote dag voor de katholieke gemeenschap van Nickerie. Na jarenlang plannen maken en geldelijke acties voeren, kon eindelijk de eerste steen worden gelegd voor de nieuwe Sint-Jozefkerk.” Die eerste steenlegging werd verricht door de eerste bisschop van Paramaribo, Mgr. Stephanus Kuijpers. Na het zegenen van het fundament en het leggen van de eerste steen was het de beurt van de aanwezigen om ook een steen te leggen. Omhoog vermeldt hierover: “Velen uit de parochiegemeenschap maakten hier gebruik van, natuurlijk na hun geldelijke bijdrage gegeven te hebben.” De dag werd voorafgegaan door een grote dayfair op de zaterdag op het terrein van de Sint-Claraschool. “Een echt fijn en gezellig gemeenschapsfeest, dat goed georganiseerd was en waarvan oud en jong intens hebben kunnen genieten.”

De nieuwe Sint-Jozefkerk werd enkele maanden later opgeleverd en op 17 oktober 1971 plechtig ingewijd door de eerste Surinaamse bisschop, Mgr. Aloysius Zichem. Wij hernemen hier het bericht dat verscheen in de Omhoog van 31 oktober 1971. “In de hal van de nieuwe, gastvrije pastorie te Nieuw Nickerie hangt een schilderij, intertijd door pater P. Kleuskens OMI vervaardigd. Het is een kleurrijke afbeelding van de oude pastorie en de oude rk-kerk op de hoek G.G. Maynardstraat (vroeger Voorstraat) – Sint-Jozefstraat. Het is goed dat door een vaardige hand op het doek is vastgelegd hoe die hoek er vroeger uitzag. Want van beide gebouwen is geen plank op de ander gebleven: ze zijn tegen de grond gegaan. Maar, zoals pater J. Grüntjes in een tafelspeech zei, er is niet alleen afbraak geweest in Nieuw Nickerie; er is ook veel opgebouwd: het nieuwe huis voor de zusters, de Claraschool, de Alfonsusschool, de pastorie, het parochiehuis en laatstelijk de nieuwe kerk.”
Onder de aanwezigen bij de kerkwijding waren ook de districtscommissaris, vertegenwoordigers van andere christelijke kerkgenootschappen en de aannemer, de heer Mac Intosch. De nieuwe kerk werd door de bisschop in zijn preek genoemd als een “sieraad voor Nieuw Nickerie en zijn wijde omgeving.” De bisschop zei ook: “De kerk is niet alleen een pronkstuk, maar vooral ook een gebaar van God dat Hij bij ons wil zijn: een gebaar en een uitnodiging, die vragen om een antwoord van onze kant.” Het artikel eindigt met de paragraaf: “De bouw van de nieuwe Sint-Jozefkerk en het goede verloop van deze gedenkwaardige dag mogen op naam gezet worden van de volle inzet en organisatietalenten van pater G. van Kempen OMI, die binnenkort voor een kort verlof naar Nederland vertrekt.”
Pater Van Kempen is nu voor zijn definitief en welverdiend verlof vertrokken naar de plaats waar het voor eeuwig in rust vertoeven is. Maar niet voordat hij nog vele jaren zijn diensten had gegeven aan de gemeenschap in ons land. Na zijn pastoorschap in Nickerie heeft hij tot 2010 zich ingezet als pastoor van parochie O.L.V. van Fatima. In die periode bediende hij ook nog steeds de parochiegemeenschap in Mary’s Hope, waar hij minstens een keer in de maand naartoe ging. Ook in Coronie is hij de uitdaging aangegaan om de kerkgebouwen in stand te houden. Daarover zegt hij zelf: “In Coronie was dat moeilijker wat de financiën betreft. Er zijn daar niet veel kapitaalkrachtige mensen. Bovendien gaat het in Coronie om het onderhoud van vijf historische gebouwen van over de honderd jaar. En toch hebben we ook daar geprobeerd om de actie ‘stewardship’ door te voeren en dat met redelijk succes. Alleen en op eigen kracht en met eigen middelen zouden we al die gebouwen niet hebben kunnen renoveren. Gelukkig zijn er af en toe ook aangename verrassingen. Zo mochten we van de Nederlandse Oblatenprovincie een flinke ondersteuning ontvangen toen het Moederhuis in Cuyk (Nederland) verkocht werd. Laten we hopen dat de gemeenschap van Coronie door zal gaan met de stewardshipgedachte. Het is een teken van betrokkenheid bij het kerkelijk gebeuren.”

Pater Gerard ven Kempen ging in 2010 met emeritaat en verhuisde van de pastorie aan de Calcuttastraat naar zijn eigen woning op het project van Sekrepatu aan de Kwattaweg. Hij ging daar wonen samen met zijn confrater Wim Joosten, elk in zijn eigen huis. Vandaaruit verzorgde pater Van Kempen vaker de eucharistieviering in de kapel van het bejaardencentrum Majella op de zaterdagmiddag of hij woonde die bij. Op 1 mei 2017 stapte pater Van Kempen op het KLM-toestel om definitief terug te keren naar Nederland, samen met zijn confrater Marinus Nijsten. Hun vertrek werd voorafgegaan door vele momenten van afscheid nemen van de gelovigen en het land waarmee hij een zeer hechte band had opgebouwd. Die band is ontstaan omdat pater Van Kempen zich helemaal heeft ingezet volgens het motto van zijn congegratie, de woorden van Jezus in Lucas 4,18: “Hij heeft mij gezonden om aan armen de Blijde Boodschap te brengen”. Nu ontvangt hij de bekroning van zijn inzet: vertoeven in Gods heerlijkheid!
OMHOOG Jaargang 63, editie 29, 4 augustus 2019
Categorieën:geloof en leven
Bekroning Werk Suriname.
LikeLike