Pater Jan Verboogen SDS –

Mijn confraters in Zwitserland maakten mij attent op de zogenaamde Koptische icoon van de vriendschap, een afbeelding uit de zesde eeuw: twee mannen die ons diep in de ogen kijken. De een is Christus, te herkennen aan het kruis in de stralenkrans rond zijn hoofd. In zijn armen een dik boek, het evangeliarium. De rechterhand rust op de schouders van een andere man, die volgens de legende uit de derde eeuw Menas heet, abt van een Egyptisch klooster. Deze heeft een klein briefje in de hand. Wat zou er op dit briefje kunnen staan? Misschien is het wel een spiekbriefje. Met Jezus onderweg zal hij niet alles hebben kunnen onthouden wat Jezus hem zegt. Laat staan alles wat in het dikke evangelieboek staat geschreven. Misschien staat op dit briefje genoteerd wat hem bijzonder getroffen heeft in Jezus’ woorden. Misschien zijn het woorden die hem na aan het hart liggen en die hij aan andere mensen wil doorgeven. Het briefje van Menas wil ons wellicht uitnodigen om in het evangelie ook te zoeken naar een vers dat belangrijk is voor ons leven. Op het briefje van ons Salvatorianen zou dan kunnen staan het vers Johannes 17, 3: Eeuwig leven! Dat betekent dat ze U, de enige waarachtige God, leren kennen en ook degene die U gezonden hebt: Jezus Christus. Jezus, de Heiland, de Salvator van alle mensen. Vandaar de benaming Salvatorianen.
OMHOOG Jaargang 63, editie 23, 23 juni 2019
Categorieën:geloof en leven
Geef een reactie