Door Rosanda Courtar –
Eucharistieviering in H. Familiekerk
Advent is een tijd van verwachtingsvol uitzien naar het mooie dat gaat komen. Goede dingen nemen tijd. De spanning loopt op. En dan… dan gebeurt het meest bijzondere, spectaculaire en hetgeen waarnaar je naar uitzag boven bidden en denken. Zo verliep het ook tijdens de adventseucharistieviering van de Katholieke Charismatische Vernieuwing (KCV) die gehouden werd op vrijdag 7 december jl. De verwachting was voelbaar onder de overwegend in paars geklede broeders en zusters in de Heilige Familiekerk. De dienst werd geopend met lofprijzing en dankzegging. Vol vreugde werd de goedheid en almacht van de Heer bezongen. De inhoud van de liederen bouwde nog verder aan de hoop en het verwachtingsvolle uitzien naar de komst van de Heer; op Kerstmis, maar ook naar de terugkomst van Jezus ooit. Uit volle borst werd gezongen: Voorwaar Hij komt, Koning van ’t heelal, stralend als de zon, met bazuingeschal. Roep het uit, dit is het jubeljaar. Uit Sion komt het heil: uw God is daar!
Langzaam komt er licht in het duister
Het thema van de dienst was dungru neti e gowe. Menige Surinaamse rooms-katholiek vult dan meteen aan: mamanten e kon. En daar draaide de dienst inderdaad om. Na de lofprijzing werden de lichten in de kerk uitgedaan. In het donker beeldden 4 danseressen van de dansgroep Movers in Christ het naderen van het licht uit. Ze begonnen op 4 plekken in de kerk met elk een kaarsje in de hand en dansten op de tonen van And the Lord said: Let there be light door de hele kerk. Steeds stopten ze om weer een nieuw kaarsje aan te steken, waardoor er stilaan meer licht kwam in de eerst donkere kerk. Men reageerde later met: ‘Ik kreeg er kippenvel van, zo mooi was dat’. Door de muziek die aanzwol werd ook de dans versneld en steeds uitbundiger; echt een lofprijzing en aanbidding opgedragen aan onze God. Dit werd nog versterkt doordat ze aan het eind van de dans bogen naar het Allerheiligste. De kerk was er zo stil van dat je wel een speld kon horen vallen. Het licht ging toen aan en in die plechtige stilte deed pater Ike met de misdienaars en het kruisbeeld zijn intrede.
Manja’s, papaja’s en licht zijn in de wereld
De eucharistie die volgde was vol plechtigheden. Pater Ike las het heilig Evangelie uit Matteüs 9,27-31. Dit verhaalt over twee blinden die Jezus volgden en luid riepen: ‘Heb medelijden met ons, Zoon van David.’ Thuisgekomen kwamen de blinden naar Jezus toe. Jezus sprak tot hen: ‘Gelooft gij dat ik de macht bezit om dit te doen?’ Zij antwoordden: ‘Zeker, Heer.’ Daarop raakte Hij hun ogen aan en zeide: ‘U geschiede naar uw geloof.’ En hun ogen gingen open. Pater Ike maakte in zijn preek twee dingen heel duidelijk. Het eerste is dat je begrip van duisternis die licht wordt pas goed is als je een bepaalde vorm van duisternis hebt meegemaakt. Zoals de blinden die ogen hadden maar niet konden zien. Hij vertelde over zijn eigen ervaring als kleuter in Afrika, waarbij hij door honger gedreven een donkere ruimte (ver van het huis verwijderd) binnenging, waar manja’s en papaja’s gelegd werden om sneller te rijpen. De deur viel echter achter hem in het slot, waardoor hij bijna 24 uur in het diepe duister opgesloten zat. Hij maakte met enige humor zijn punt: ‘Daar lag ik dan, huilend, moe geschreeuwd met mijn manja en papaja, maar ik kon ze niet eens eten, want ik wist niet welke rijp waren’.
Licht zijn in het licht is geen uitdaging
Zo is het ook voor onze medemensen. We mogen niet vergeten dat er mensen zijn die in een diep donker dal zitten, waarbij ze niets zien dan het duister en onmogelijkheden. Zijn wij echt bereid het licht te zijn voor die mensen? Een tweede punt dat hij meteen hieraan koppelde, is dat we allen het licht willen zijn in de kerk, tussen onze broeders en zusters die Jezus al kennen, maar dat licht zijn in het licht geen uitdaging is. Zetten wij ons actief in om een licht te zijn voor anderen in onze familie, op ons werk, in onze klassen, in onze buurt? We kunnen niet meer wachten tot men naar de kerk komt. De kerk is niet het gebouw. Als iemand tot jou komt en zijn of haar nood met je bespreekt, dan moet jij kerk zijn en met de persoon in gesprek gaan. Je kunt zo de liefde van Jezus uitstralen door zelf een licht te zijn. Zoals die blinden het licht in de ogen kregen van Jezus, zo kunnen wij anderen helpen mogelijkheden te zien en kunnen wij hen hoop geven in de omstandigheden waarin ze zitten. En dat is nou precies de uitdaging in deze adventstijd. Ik ga die uitdaging aan. Doet u met mij mee?
OMHOOG Jaargang 62, editie 47, 16 december 2018
Categorieën:geloof en leven, verslag
Geef een reactie