Door pater Jan Verboogen SDS –
Drukte
Vrijdagavond 16 november 2018, een drukte van belang in en rond de kerk: auto’s rijden af en aan, een busje van het bisdom met eregasten; heel katholiek Paramaribo lijkt op de been. Kort voor de klok van zessen zet zich een lange processie in beweging vanuit een van de lokalen op het erf, voor de gelegenheid tot sacristie omgetoverd. Het kruis voorop, een hele stoet misdienaars met flambouwen, gevolgd door bisschop Karel Choennie, priesters en diakens, onder wie diaken Guillaume natuurlijk, en aan het einde pater Esteban Kross, vicaris-generaal, als officiator in koormantel.
Je zou bijna denken dat er geen priestertekort bestaat en dat al die geestelijken nu zelf het heft wel in handen zullen nemen; het bidden van de vespers behoort immers tot hun dagelijkse plichten. Maar ook nu geldt: ‘Bij liturgische vieringen moet iedereen, hetzij bedienaar hetzij gelovige uitsluitend en volledig datgene doen wat hem krachtens de aard van de zaak en de liturgische richtlijnen toekomt’. Zo herinneren we ons van het Concilie halfweg de jaren 60. En daar houden we ons toch maar beter aan. Die praktijk is trouwens ook in ons bisdom zo gegroeid.
Daarom is er een flinke groep misdienaars en zangers, en dragen twee dames uit de parochie, Anne en Marlène, lezing en voorbeden voor. Dit alles als instemming op de aanstaande priesterwijding van diaken Guillaume. ‘Vooravond priesterwijding’ staat er verkeerdelijk op het liturgieboekje. Nou ja, op één dagje meer of minder kijken we niet, toch! ‘Instemming’ zeiden we; dat geldt ook voor het rozenkransgebed vóór de aanvang van de dienst, dat voor een rustige sfeer zorgt.
Vespers: heiliging van de tijd
‘God, kom mij te hulp, Heer, haast U mij te helpen.’ Zo gaan de vespers van start. De hymne wordt door heel de kerk meegezongen, gevolgd door de psalmen en het gezang uit het Nieuwe Testament. Alles weloverwogen gekozen: ‘Van ochtendgloren tot avondrood moet ieder de naam van de Heer aanbidden’. Om zes uur in de namiddag is het nog licht, maar tegen het einde van de vespers is de avond reeds gevallen. ‘Heiliging van de tijd’, noemen we dat, vandaag prachtig geïllustreerd.
Tweede psalm: ‘Ik hef de offerbeker, de naam van de Heer roep ik aan. Hoe kan ik mijn dank betuigen voor al wat de Heer mij gaf? De beker des heils zal ik nemen, mijn geloften volbrengen, een lofoffer brengen, aanroepen de naam van de Heer’. Woorden uit de Heilige Schrift, hopelijk ook diaken Guillaume uit het hart gesproken. Volg de hymne uit Filippenzen 2: ‘Hij – Jezus – heeft zichzelf ontledigd en het bestaan van een slaaf op zich genomen’.
Zo kom je als het ware al zingend uit bij het diaconaat, dat in zijn dienstbaarheid het fundament vormt van het priesterschap. Daarom de lezing uit Hebreeën 13 over de grote Herder der schapen, waarna overweging door pater Kumar. Het koor met de drie zusters uit Indonesië als cantors (voorzangers) zingt de beurtzang: ‘Hoe groots is het wat Gij gedaan hebt, Heer, onze God’.
Magnificat: magnifiek is het wat de Heer voor ons gedaan heeft!
En dan rijst de gemeente als één man overeind. Staande wordt de lofzang van Maria aangeheven: ‘Hoog verheft nu mijn ziel de Heer’ (Lucas 1, 46-55), het Magnificat, gezongen op een melodie van Taizé in Frankrijk, waar ze de kunst verstaan gezangen te componeren waar je geen boek of noten voor nodig hebt, zo eenvoudig liggen ze in het gehoor. Prachtig toch, wat je met eenvoudige middelen kunt bereiken.
We zijn het hoogtepunt van de vespers genaderd en daar hoort wierook bij – liefst niet al te zuinig! Psalm 141: ‘Laat mijn woorden opstijgen als wierook, als de geur van een offer in de avond’. De zusters zingen op gedragen wijze de evangelieverzen en allen stemmen in met ‘Magnificat: magnifiek is het wat Hij ons deed. Eer aan de Vader, de Zoon en de Heilige Geest…’. Sommigen maken daarbij een buiging zoals in religieuze kringen gebruikelijk.
Twee dames verrichten de dienst van de voorbeden: ‘Bevestig onze aanstaande priester, diaken Guillaume, in geloof, hoop en liefde’. André en Marmy, parochianen van Noord – hij communiebedéler, zij bloemschikster – die vandaag hun gouden bruiloft vieren, worden niet vergeten. Evenmin emeritus-bisschop Aloysius Zichem, wiens sterfdag deze week werd herdacht, en Steve Ramsaran, een dag tevoren vanuit de Driekoningenkerk begraven. Het Onze Vader wordt in het Latijn gezongen, kwestie van hen die het Nederlands niet machtig zijn een beetje tegemoet te komen. Slotgebed door pater Kross, zo ook zegen en zending. Alles gezongen.
Groet aan Maria
Stoetsgewijs gaat het dan naar buiten, naar de vernieuwde Lourdesgrot voor de traditionele groet aan Maria: ‘Salve Regina, Mater misericordiae… Wees gegroet, Koningin, Moeder van barmhartigheid, onze advocata, voorspreekster bij God’. Wees dat vooral voor diaken Guillaume: dat de vreugde aan de Heer zijn kracht mag blijven. Spreek voor hem, spreek voor ons ten beste! Door Maria tot Jezus.
Zo hebben wij vanavond kennisgemaakt met een heel eigen vorm van liturgie, de vespers, het avondgebed van de Kerk. Hoe het was, hoe het overkwam? Zat de kerk vol? Waren er ook van ‘mijn’ parochie? Vraagt u dat liever aan degenen die erbij waren. De schrijver is te zeer ‘betrokken partij’ om zich een afgewogen oordeel te kunnen vormen. Laten anderen dat liever doen. In elk geval spraken de gezichten van de mensen wel boekdelen!
OMHOOG, Jaargang 62, editie 44, 25 november 2018
Categorieën:geloof en leven, verslag
Geef een reactie