Preek van Mgr. K. Choennie bij de priesterwijding van Guillaume Woei A Jin –
Het is een bijzonder grote vreugde dat wij met de wijding van Guillaume na 18 jaren weer een priester uit Suriname mogen wijden. Het heeft evenwel enige tijd geduurd voordat hij de definitieve keuze maakte om priester te worden. Toen hij echter eenmaal de keuze gemaakt had, ging alles in een snel tempo. In mijn periode als pastoor van de Alfonskerk merkte ik reeds dat Guillaume heel secuur en vol ijver participeerde als organist en als lid van de liturgiegroep. Hij was multi-inzetbaar maar kon af en toe ook erg formeel zijn, waarover ik enigszins bezorgd was. Echter heeft hij onlangs in een interview getoond genoeg zelfkennis te hebben en aangegeven dat hij veranderd is. Tijdens zijn vorming heeft hij geleerd geduld te hebben met de zwakheden van anderen en dat je met iedereen moet proberen samen te werken.
Uit zijn keuze van de lezingen van vandaag merk ik dat Guillaume helemaal in lijn is met de fundamentele en preferentiële keuze van de kerk voor de armen. Dat is de lezing uit Jesaja 61. Verder dat een priester wordt genomen uit het volk om het volk te dienen. Hebreeën 5 onderstreept het feit dat de priester geen supermens is, maar eveneens behept is met eigen zonden. Het evangelie benadrukt vooral het priestertekort in ons land en eigenlijk overal: “De oogst is groot maar de arbeiders zijn er weinig.” Dat was trouwens ook het evangelie dat ik 33 jaar geleden koos en in die 33 jaren is de oogst groter geworden en het aantal arbeiders gedecimeerd.
Guillaume wordt priester in de lokale context van armoede en priestertekort en op wereldniveau de context van ongekende snelle veranderingen. Daarbij komt nog dat hij priester wordt in een tijd waar de kerk door grote beroering gaat vanwege de vele schandalen van seksueel misbruik door geestelijken. Hoewel de kerk een positie van zero tolerance heeft ingenomen en het om een heel klein aantal gaat, zal deze crisis de kerk nog eeuwen achtervolgen. Sommigen zeggen dat deze crisis de grootste is binnen de katholieke kerk sinds de reformatie. Paus Franciscus heeft naar de diepere oorzaken gezocht van deze crisis. Wat zou binnen het instituut zelf de oorzaak kunnen zijn van zo’n ingrijpend falen? Dit falen ondermijnt immers de geloofwaardigheid van de hele kerk. De oorzaak volgens Paus Franciscus, en ik kan hem mij daarin geheel terugvinden, is het klerikalisme.
Wat is klerikalisme? Klerikalisme is een ideologie die aan de geestelijkheid meer macht toekent dan haar rechtens toekomt. De twee woorden waarvoor ik speciale aandacht vraag in deze definitie zijn: ideologie en macht.
Ik heb mijn intellectuele vorming gehad in de jaren zestig en zeventig waar ik de dodelijke gevolgen van een blinde ideologie dagelijks op het tv-journaal kon zien. De wereld was verdeeld in een communistische en een kapitalistische ideologie. Door ideologie gedreven werden honderden oorlogen, coups en tegencoups in landen in Afrika en Latijns-Amerika gevoerd waaronder ook Suriname in de jaren ’80. Het leven van mensen deed er niet toe, waarden en normen golden niet. Het enige wat gold was de strijd en het behoud van macht. Het ergste van een ideologie is dat de mensen die daarin gevangen zitten niet onderkennen dat hun gedrag bepaald wordt door een ideologie. Zij menen te handelen als vrije individuen. We dienen altijd alert te blijven en de ideologie analyseren van waaruit mensen denken en handelen.
Het tweede woord waarvoor ik uw aandacht vraag, is macht. Vroeger dacht ik dat geld en rijkdom de grootste motivator waren van de mens. Naarmate ik ouder word, weet ik zeker dat het macht is. De strijd om het behoud van macht is de grootste menselijke drijfveer. Het seksueel misbruik bij geestelijken, incest in gezinnen, verkrachting en molest hebben allemaal uiteindelijk te maken met machtsmisbruik.
Het klerikalisme als ideologie hield in dat de geestelijken zichzelf zagen als oppermachtig, door de grote aantallen waren ze zelfvoorzienend, zij achtten zichzelf superieur en verheven boven de zondige wereld. Klerikalisme zorgde ervoor dat geestelijken zichzelf zagen als een eliteclub die exclusief toegang had tot God en die de eigen belangen moest beschermen.
Klerikalisme heeft geen plaats in de kerk geïnspireerd door evangelische waarden. Het kerkmodel van het tweede Vaticaanse concilie is het pelgrimerende volk van God. Verder is de kerk geïncarneerd in deze wereld. Niet langer een triomfalistische en buitenaardse kerk die zich superieur achtte aan de wereld of gescheiden van de zondige wereld. Het klerikalisme gaat geheel in tegen de dienende kerk die Jezus introduceerde door bij het laatste avondmaal de voeten van de leerlingen te wassen. Binnen het klerikalisme zagen priesters zichzelf als onfeilbaar, heroïsche lone rangers en ze hadden zelfs een Messiascomplex, m.a.w. zij hadden het idee dat zij in hun eentje de wereld konden redden.
Als wij een symptoom willen bestrijden moeten wij de oorzaak wegnemen. Paus Franciscus heeft de oorzaak durven noemen en geeft op velerlei verfrissende manieren aan hoe de priesters weer kunnen beantwoorden aan de oorspronkelijke en authentieke roeping.
De lezing uit Hebreeën gaat helemaal in tegen het klerikalisme. Deze zegt immers: “Elke hogepriester wordt genomen uit de mensen en aangesteld voor de mensen.” Hier is er geen sprake van een superieur machtsdenken. “Hij [de priester] is in staat onwetenden en dwalenden geduldig te verdragen, daar hij zelf ook aan zwakheid onderhevig is.” Iedere priester moet door zelfkennis zijn eigen grenzen leren kennen en zal leren zijn priesterlijke taak in partnerschap met anderen te vervullen. Een priester is geen superman of lone ranger. Jezus zond zijn leerlingen twee aan twee uit om te evangeliseren. Om het vele werk voor de parochie te kunnen doen moeten priesters tijd maken voor elkaar. Broederlijke correctie maar bovenal vriendschap tussen priesters is nodig voor inspirerend leiderschap. De priester die uit de Heilige Schrift naar voren komt is een die samenwerkt met de gemeenschap die hij dient. Ik weet dat ook de gelovigen gewend geraakt zijn aan een klerikaal model van kerk-zijn. Het dak lekt, de pater moet het oplossen, de kinderen moeten catecheselessen, de pater moet het oplossen etc. De pater is een duizendpoot, kan alles en weet alles, kan niet moe of boos worden. Dat beeld moet voorgoed verdwijnen. De priester is ook maar een mens.
Guillaume wordt priester gewijd. Hij wordt apart gezet om te dienen, maar moet weten dat hij nooit apart staat van de gemeenschap van waaruit hij komt. Hij wordt gewijd om te verkondigen, maar moet weten dat hij de eerste hoorder moet zijn van het woord dat hij verkondigt en dat hij open moet staan voor wat de parochianen beluisteren in het evangelie. Hij wordt gewijd om voor anderen te bidden en hen te zegenen, maar moet weten dat hij ook de zegen en het gebed van de gemeenschap nodig heeft. Hij wordt gewijd om leiding te geven, maar zal ook open moeten staan om geleid te worden door de mensen die hij dient.
Het tegenovergestelde van de klerikale kerk is het model van Paulus waar hij zegt dat de kerk één lichaam is met vele ledematen. Een lichaam waar alle ledematen even waardevol zijn. Het hoofd is niet superieur aan het lichaam en de ogen niet belangrijker dan een ander orgaan. Alle hebben elkaar nodig en lijdt een deel dan lijden alle delen. Als we zo priester zijn zullen wij de geloofwaardigheid van de kerk herwinnen.
Guillaume wordt gewijd in de mondiale context van snelle veranderingen. Soms zegt men wel smalend dat het enige constante is dat alles constant verandert. Goed beschouwd zijn de veranderingen slechts uiterlijke veranderingen in de techniek en wetenschap. We leven tegenwoordig in wat men noemt een kenniseconomie. Kennis alleen is onvoldoende om een rechtschapen mens te zijn. De snelle veranderingen en ontwikkelingen komen de rijken en machtigen ten goede. Want hoewel de schadelijke oorzaken van klimaatsveranderingen veroorzaakt worden door de rijke machtige landen, zijn het toch de armen en de natuur die de prijs moeten betalen. De keuze van de lezing uit het boek Jesaja 6 zal voor Guillaume een aansporing zijn om de armen te helpen, om niet ten onder te gaan aan de snelle veranderingen en de levensstijl van de rijken. De verkondiging van de blijde boodschap kunnen wij sinds Paus Franciscus niet beperken tot mensen, maar heel de schepping moet verlost worden van de machten van de dood en een cultuur van de dood.
Guillaume wordt ook gewijd in de lokale context van ‘de oogst is groot maar de arbeiders zijn er weinig’. Er is veel te doen in ons bisdom, maar Guillaume moet zich ervan bewust zijn dat hij geen superman is en geen messias. Toen ik als jonge priester vier of vijf zaken tegelijk wilde aanpakken, keek Mgr. Zichem mij glimlachend aan en vroeg: “Jij wil toch nog lang en gelukkig priester zijn?” Ik snapte er niets van en bleef hem vragend aankijken, waarop hij zei: “God zal je genoeg tijd geven om te doen wat Hij wil”. Uiteindelijk komt het erop aan dat je als priester gelukkig bent en dat je anderen gelukkig maakt met je leven.
Ik wens Guillaume een lang en gelukkig priesterleven!
OMHOOG Jaargang 62, editie 44, 25 november 2018
Categorieën:geloof en leven
Geef een reactie