De Moeder die luistert

Door: P. Tjon Kiem Sang –

Op 15 augustus vieren katholieken over heel de wereld het hoogfeest van de tenhemelopneming van de heilige Maagd Maria. Het feest is een plechtig gedenken van het einde van haar aardse leven en opname in de hemel. Maar hoewel deze feestdag relatief nieuw is, heeft de geschiedenis ervan – en het mysterie erachter – zijn wortels in de vroegste eeuwen van het christelijk geloof.

Het verhaal is dat St. Johannes van Damascus op het Concilie van Chalcedon in 451 verklaarde dat de Romeinse keizer Marcianus gevraagd had om het lichaam van Maria, Moeder van God. De bisschop van Jeruzalem antwoordde daarop dat “Maria was gestorven in aanwezigheid van alle apostelen, maar dat haar graf, dat op verzoek van de H. Thomas werd geopend, leef werd aangetroffen. Hierop concludeerden de apostelen dat haar lichaam in de hemel was opgenomen,” aldus de heilige.

Rond de achtste eeuw, in de tijd van paus Adrianus, begon de kerk haar woordgebruik te veranderen en werd de naam van feestdag veranderd van Gedachtenis van Maria naar de Tenhemelopneming van Maria. Het geloof in de tenhemelopneming van Maria was een wijdverspreide traditie en een vaak voorkomende meditatie in de geschriften van de heiligen door de eeuwen heen. Het werd echter pas in de vorige officieel gedefinieerd. In 1950 legde paus Pius XII een onfeilbare ex-cathedra verklaring af in de apostolische constitutie Munificentissimus Deus waarmee hij officieel het dogma van de tenhemelopneming definieerde:

“Krachtens het gezag van onze Heer Jezus Christus, van de heilige apostelen Petrus en Paulus, en ons eigen gezag, verkondigen, verklaren en definieren wij het als goddelijk geopenbaard dogma: dat de Onbevlekte Moeder van God, de Maagd Maria, nadat zij haar aardse leven had voltooid, met lichaam en ziel in de hemelse heerlijkheid is opgenomen.”

Binnen dit decreet, die voorafgaand aan alle bisdommen over heel de wereld was rondgestuurd, geeft pas Pius XII een overzicht van eeuwen van christelijk denken en de geschriften van een aantal heiligen over de tenhemelopneming van Maria. Doorheen heel de geschiedenis van de kerk zien wij een bijna universele getuigenis hiervan. Er is een rode draad die loopt door heel de geschiedenis van de kerk heen die deze dogma ondersteunt. Dat is belangrijk want het schraagt de traditie van de kerk, maar het werpt ook een licht op de wijze waarop de kerkelijke leer steeds diepgaander wordt begrepen en hoe wij leunen op de reflecties van enkelen van de grootste denkers van onze kerk.
Wat ook opvalt in het dogma is dat het in de passivum (lijdende vorm) is geschreven, waarmee benadrukt wordt dat Maria niet op eigen kracht naar de hemel is opgestegen zoals Christus, maar in de hemel is opgenomen door Gods genade.

Tegenwoordig is het hoogfeest van de Tenhemelopneming een grote feestdag en zelfs een nationale feestdag in vele landen. In de meeste landen – ook in ons land – is het een verplichte heilige dag en van katholiek wordt verwacht dat zij op die dag naar de heilige mis gaan. Op belangrijke feestdagen is het noodzakelijk te wijzen op de betekenis van het feest als bijzondere benadrukking van de noodzaak om op die dag de Eucharistie te vieren. Hoe gepast is het niet om op het feest van de tenhemelopneming van de H. Maagd ons andermaal te richten op haar Zoon, op de Eucharistie?

In de meeste landen – ook bij ons – wordt het feest groots gevierd met een processie, waarin een beeld van de H. Maagd wordt meegedragen in de tocht door de straten heen. De traditie om een persoon te eren door hem/haar op de handen of op de schouders omhoog te houden zien wij terug in vele andere aspecten van ons dagelijks leven. Zo waren wij recentelijk nog getuige van het optillen en omhoog houden van de coach van het Franse voetbalteam, nadat zij de WK-voetbal hadden gewonnen. Het is ook terug te zien in – vaak oudere – tradities van omgaan met gezagsdragers: die werden meestal in een stoel op een draagbaar op de schouders rondgedragen. Tot aan paus Paulus VI werd de paus ook op die wijze gedragen wanneer hij door het volk op het St. Pieterplein rondging. Tegenwoordig gebeurt dat in de pausmobiel.

In de processie op 15 augustus wordt Moeder Maria – gesymboliseerd in een beeltenis van haar – rondgedragen door de straten van een stad of dorp, als hoogste vorm van eerbetoon aan de Moeder van God. In ons land kenden wij jarenlang de processie van het feest van de tenhemelopneming als enig moment in het jaar waarop wij Maria op die wijze eerden. Sinds kort zijn wij een tweede Mariaprocessie rijker, nl. op het feest van O.L.V. van Nazareth, die wij dankzij onze Braziliaanse katholieke broeders en zusters ook vieren d.m.v. een rondgang met een beeltenis van Maria. Wij zijn in ons land echter nog heel ver van de enorme devotie tot Maria met plechtige processies waaraan tienduizenden deelnemen in vele andere landen, in het bijzonder in Latijns-Amerika.

De speciale devotie tot Maria, die met uiteenlopende titels op grootse wijze wordt geëerd dwars door Latijns-Amerika heen heeft natuurlijk een historische verklaring. Het gaat om landen die allemaal gekoloniseerd zijn geworden door Spanje en Portugal. In de zuidelijke Europese landen had het katholicisme van oudsher een veel devotioneler karakter dan die in het noorden. Deze landen hebben uiteraard dezelfde spiritualiteit overgebracht naar de gebieden die zij koloniseerden. In Suriname is dat veel minder omdat wij nou eenmaal gekerstend zijn geworden door een van de noordelijke koninkrijken van Europa, waar het karakter van de geloofsbeleving nou eenmaal anders was.

Een andere verklaring voor de belangrijke plek van de Mariadevotie kan ook zijn de gevoelsmatige matriarchale geaardheid van de Latijns-Amerikaanse samenlevingen. In dergelijke samenleving hebben moeders vaak dezelfde rol die Maria heeft gehad in het leven van Jezus: op de achtergrond, maar toch heel nadrukkelijk volledig toegewijd en opofferingsgezind aanwezig. Moeders die niet op de voorgrond komen om samen met hun kinderen geprezen te worden, maar die wel als eerste aanwezig zijn wanneer hun kind lijdt, als het ware om in het lijden te delen. Het is precies deze rol, die Maria vervult in het leven van Jezus, die gelovigen ten diepste aanspreekt. Vooral mensen die leven omstandigheden van onrecht en verdrukking, en wiens stem niet gehoord wordt, vinden troost en kracht bij de moeder van de Heer, in de overtuiging dat zij de diepe klachten niet alleen hoort, maar dat zij ook deelt in het lijden.

Door de eeuwen heen heeft de volksvroomheid Maria altijd ervaren en geplaatst in de moederlijke ontfermende en beschermende rol. Zij is in een bepaalde eeuw zelfs als toevlucht om beschermd te worden tegen de straffe God, de Vader. Maria wordt dan afgebeeld met een grote mantel waaronder de bange gelovigen schuil hebben genomen, tegen de toorn van God. Een grappige gezegde was: “Wanneer God de deur sluit, doet Maria een raam open.” Met andere woorden: Maria ontfermde zich altijd over de zondaren, en was hun pleitbezorger bij God, om hen alsnog binnen te laten.

Maria als moeder die zich vol liefde en zorgzaamheid ontfermt over de mensen in nood spreekt nog steeds tot de verbeelding van miljoenen gelovigen overal ter wereld. Ondanks de enorme toename in en makkelijke beschikbaarheid communicatiemiddelen, steeds groter wordende toegang tot de arena van de communicatie, zijn er nog steeds talloze groepen die geen kans hebben om hun stem te laten horen, of wordt hun stem gewoon genegeerd. Voor de mensen is de zorgzame moeder, die zij vinden in Maria, de enige toeverlaat. De processie met Maria door onze straten zou derhalve een herinnering moeten zijn aan de vele stemlozen die ons ontgaan en een oproep om goed om ons heen te kijken waar wij onze oren te luister moeten zetten.

OMHOOG Jaargang 62, editie 32, 12 augustus 2018.



Categorieën:geloof en leven

Tags: , , , , , ,

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: