Achtergrond van de eerste lezing (Handelingen der Apostelen 6: 1-7)
Deze passage uit Handelingen der Apostelen vertelt ons over de aanstelling van de eerste zeven diakens in de jonge Kerk. Er was een spanning ontstaan tussen de gelovigen die geboren en getogen waren in Jeruzalem, Judea en Galilea, en de Hellenisten, dat waren gelovigen die Griekssprekend waren. De Hellenisten waren voornamelijk Joodse Christenen uit de diaspora, dat wil zeggen, Joden die geboren en opgegroeid waren in andere delen van het Midden-Oosten en die Grieks als moedertaal hadden. Maar ook cultureel dachten en leefden zij iets anders dan die Joodse Christenen van Israël. Verschil in taal en cultuur maakten, ondanks het gezamenlijk geloof in Jezus als Messias en Heer, dat het in werkelijkheid twee groepen waren die geregeld een gespannen relatie met elkaar hadden. Daarbij dreigden de armen van de Griekssprekende groep verwaarloosd te worden. Maar ook vroeg de verkondiging van het evangelie onder Grieksspekenden toch om kerkelijke ambtsdragers die de Griekse taal vloeiend spraken, hun cultuur en manier van denken goed konden aanvoelen en hen zo tot geloof in Jezus konden brengen en dat geloofsleven daarna ook zouden kunnen voeden en doen rijpen. Zo komen de apostelen, onder leiding van de Heilige Geest, tot het aanstellen van de eerste diakens. Zij zijn allemaal van Griekse achtergrond, dat merk je aan hun namen. Door handoplegging en gebed worden zij door de apostelen aangesteld en gewijd. We zien verder in Handelingen der Apostelen dat de diakens niet alleen zorg droegen voor de behoeftigen en noodlijdenden, maar dat zij ook krachtige getuigen en verkondigers waren van het evangelie van Christus.
Eerste lezing: Handelingen der Apostelen 6: 1-7
Toen in die dagen het aantal leerlingen steeds toenam, begonnen de Hellenisten tegen de Hebreeën te morren, omdat bij de dagelijkse ondersteuning hun weduwen achtergesteld werden. De twaalf riepen nu de leerlingen in vergadering bijeen en zeiden: “Het past niet dat wij het woord Gods verwaarlozen door de zorg voor de ondersteuning. Ziet dus uit, broeders, naar zeven mannen uit uw midden, van goede faam, vol van geest en wijsheid. Hen zullen wij dan met dit ambt bekleden, terwijl wij onszelf zullen blijven wijden aan het gebed en de bediening van het woord”. Dit voorstel vond instemming bij de gehele vergadering en zij kozen Stefanus, een man vol geloof en heilige geest, Filippus, Prochorus, Nikanor, Timon, Parmenas en Nikolaus, een proseliet uit Antiochië. Dezen werden aan de apostelen voorgedragen, die na gebed hun de handen oplegden. Het woord Gods breidde zich uit en het aantal leerlingen in Jeruzalem vermeerderde sterk; ook een groot aantal pries¬ters gaf zich gewonnen aan het geloof.
Tussenzang: Psalm 33
Refrein: GEEF ONS, HEER, UW BARMHARTIGHEID, ZOALS WIJ OP U VERTROUWEN.
1. Jubelt, gerechtigen, voor de Heer,
wie vroom is, dient Hem te loven.
Eert dan de Heer met citerspel,
en speelt voor Hem op de harp.
2. Oprecht is immers het Woord van de Heer,
en al wat Hij doet is betrouwbaar.
Recht en gerechtigheid heeft Hij lief,
de aarde is vol van Zijn mildheid.
3. Maar het is God die Zijn dienaars bewaakt,
hen die op Zijn gunst vertrouwen.
Dat Hij hen redden zal van de dood,
bij hongersnood hen zal voeden.
Achtergrond van de tweede lezing (1 Petrus 2: 4-9)
In deze passage uit de eerste brief van Petrus verdiepen we ons in het mysterie van de Kerk. Christus is de hoeksteen van de Kerk, die weliswaar door “de mensen” werd verworpen, maar die door de Vader als Instrument van verlossing en nieuw leven de kostbare Rots is. Alle gelovigen die in Hem gedoopt zijn, worden vergeleken met levende stenen van het geestelijke “gebouw” van de Kerk. En alle gelovigen zijn geroepen als een heilige priesterschap: om mensen te zijn die door hun gebed genade en zegen afsmeken voor anderen, en die als “een uitverkoren geslacht, een koninklijke priesterschap, een heilige natie, Gods eigen volk” getuigen van de liefde van Christus. Dit zijn mooie termen, belangrijke beelden om duidelijk te maken dat Christenzijn niet slechts iets mag zijn van familiegewoonte of een oppervlakkige identiteit. Nee, Christenzijn is iets bijzonders, is een verbondenheid met Christus, de levende hoeksteen. Het is een verbondenheid waar we kracht en genade vinden, het is een bewuste keuze die doorwerkt in ons leven, ons dichter brengt tot God en ons vormt in onze spiritualiteit en innerlijk leven.
Tweede lezing: 1 Petrus 2: 4-9
Dierbaren, treedt toe tot de Heer, de levende steen, door de mensen verworpen, maar uitverkoren en kostbaar in het oog van God. Laat ook uzelf als levende stenen voegen in de bouw van de geestelijke tempel. Draagt als een heilige priesterschap geestelijke offers op, die welgevallig zijn aan God door Jezus Christus. Daarom staat er in de Schrift: “lk leg in Sion een steen, een uitverkoren, kostbare hoeksteen. En wie op Hem vertrouwt, zal niet worden teleurgesteld”. Kostbaar, dat geldt voor u die gelooft. Maar voor de ongelovigen geldt: “De steen die de bouwlieden hebben afgekeurd, die is de hoeksteen geworden,” maar ook “een steen waaraan zij zich stoten, een rots waarover zij struikelen”. Zij stoten zich, omdat zij het woord weigeren te gehoorzamen; en daartoe waren zij ook bestemd. Maar gij zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijke priesterschap, een heilige natie, Gods eigen volk, bestemd om de roemruchte daden te verkondigen van Hem die u uit de duisternis heeft geroepen tot zijn wonderbaar licht.
Achtergrond van de evangelielezing: (Johannes 14: 1-12)
Deze evangelielezing is genomen uit de afscheidsrede van Jezus: de collectie van woorden van Jezus aan Zijn apostelen tijdens het laatste avondmaal. De apostelen waren diep verontrust, want ze voelden dat er grote bedreigingen waren voor Jezus’ leven, maar Jezus spreekt over een hoger perspectief, dat de leerlingen toen nog niet konden vatten. Pas later zouden ze gaan begrijpen wat Hij had bedoeld met woorden als: “Ik ga heen om een plaats voor u te bereiden. En als Ik ben heengegaan en een plaats voor u heb bereid, kom Ik terug om u op te nemen bij Mij, opdat ook gij zult zijn waar Ik ben”. Jezus sprak hier over Zijn kruisdood, waar Hij al eerder tijdens dat paasmaal over gesproken had: “Dit is Mijn bloed, dat voor u en voor velen vergoten wordt tot vergeving van de zonden”. Maar Hij sprak ook al over de verrijzenis en over het leven met Hem tot over de dood heen: “Als Ik ben heengegaan en een plaats voor u heb bereid, kom Ik terug om u op te nemen bij Mij, opdat ook gij zult zijn waar Ik ben”.
Het diepe mysterie van Jezus, de eeuwige, mensgeworden Zoon van de vader, wordt dan door Hem samengevat met drie beelden: de weg, de waarheid en het leven. Deze drie beelden vertellen ons veel over wie Jezus is, wat Hij voor ons zal betekenen wanneer wij Hem werkelijk volgen, wat Zijn leer, Zijn wonderen en Zijn sacramenten ons te bieden hebben wanneer wij ons geloof in Hem die speciale plek geven in ons leven. Dan gaan wij steeds meer begrijpen wat Jezus hier tot Filippus zegt: “Wie Mij ziet, ziet de Vader. Het is Vader, die verblijvend in Mij, Zijn werk doet. Ik ben in de Vader en de Vader is in Mij”.
Evangelie: Johannes 14: 1-12
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Laat uw hart niet verontrust worden. Gij gelooft in God, gelooft ook in Mij. In het huis van mijn Vader is ruimte voor velen. Ware dit niet zo, dan zou Ik het u hebben gezegd, want Ik ga heen om een plaats voor u te bereiden. En als Ik ben heengegaan en een plaats voor u heb bereid, kom Ik terug om u op te nemen bij Mij, opdat ook gij zult zijn waar Ik ben. Gij weet waar Ik heenga en ook de weg daarheen is u bekend”. Tomas zei tot Hem: “Heer, wij weten niet waar Gij heengaat: hoe moeten wij dan de weg kennen?” Jezus antwoordde hem: “Ik ben de weg, de waarheid en het leven. “Niemand komt tot de Vader tenzij door Mij. Als gij Mij zoudt kennen, zoudt gij ook mijn Vader kennen. Nu reeds kent gij Hem en ziet gij Hem”. Hierop zei Filippus: “Heer, toon ons de Vader; dat is ons genoeg”. En Jezus weer: “lk ben al zo lang bij u en gij kent Mij nog niet, Filippus? Wie Mij ziet, ziet de Vader. Hoe kunt ge dan zeggen: Toon ons de Vader? Gelooft ge niet dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is? De woorden die Ik u zeg, spreek Ik niet uit Mijzelf, maar het is de Vader die, blijvend in Mij, zijn werk verricht. Gelooft Mij: Ik ben in de Vader en de Vader is in Mij. Of gelooft het anders omwille van de werken. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie in Mij gelooft, zal ook zelf de werken doen die Ik doe. Ja, grotere dan die zal hij doen, omdat Ik naar de Vader ga”.
Overweging:
De eerste lezing verhaalt hoe de apostelen de handen oplegden aan de eerste diakens zodat de jonge Kerkgemeenschap zich krachtig kon blijven richten op de verkondiging van het Woord van God en de Kerk beroemd zou worden om hun zorg voor de behoeftigen en noodlijdenden. Deze lezing laat zien hoezeer de Kerk geworteld en gegrondvest is in de apostelen die door Christus gekozen zijn. Jezus had de apostelen aangesteld als getuigen van Zijn verrijzenis en hen uitgezonden voor de verkondiging van het evangelie. En dit was zo belangrijk voor de apostelen, dat zij de ondersteuning zochten en vonden van rechtschapen, gelovige diakens om zeker te zijn dat dit alles krachtig zou doorgaan: het getuigen van Jezus, het getuigen van de verlossing en de waarheid van het evangelie, en het waarmaken van een levenshouding van diaconie: dat wil zeggen, betrokken zijn bij de behoeftigen, zorgzaam zijn voor de armen en anderen in nood, en zo de liefde van de levende Heer Jezus weerspiegelen en uitstralen.
Ook de tweede lezing spreekt over de Kerk en leert ons dat de Kerkgemeenschap de levende tempel van de Heilige Geest is. De hoeksteen van de Kerk is Christus, en wij zijn als levende stenen: mensen die geestelijke offers aan God te brengen omdat wij geïnspireerd zijn door wie Jezus is en weten vanuit welke visie Hij leefde en nog steeds handelt als de levende Heer.
Vanaf het begin is de zending van de Kerk er een geweest van dienstbaarheid, van naastenliefde en barmhartigheid. Maar boven alles is de belangrijkste taak van de Kerk de verkondiging van de verlossing in Christus die de Weg, de Waarheid en het Leven is. Maar wat betekenen deze woorden van Jezus eigenlijk: “Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven”?
Jezus is de Weg: dat wil zeggen dat wij bij Hem alle belangrijke waarden leren zoals vertrouwen op God, liefde voor de mens naast je, oprechtheid en eerlijkheid, en al die andere waarden die we steeds verder zien afbrokkelen en verdwijnen in de samenleving van de moderne wereld, helaas ook heel snel in Suriname. De vijand valt deze weg van Christelijk waarden en uitgangspunten steeds meer aan en trekt al velen mee op dwaalwegen. Steeds meer materialisme en individualisme ondermijnen de Weg die Jezus is. Steeds vaker lijkt de moderne samenleving te zeggen: een ieder moet zelf bepalen wat jouw weg is, je bepaalt zelf wat voor jou waarheid is, dat moet niemand voor jou willen komen bepalen. Het effect is dat velen daardoor zich niet meer wensen te laten leiden door de Weg van Jezus, of door Zijn waarheid, want velen zijn er ondertussen diep van overtuigd dat zij, en zij alleen, zelf de weg zullen bepalen hoe zij hun leven zullen inrichten en met welke waarheid zij zich identificeren. We zien daarbij een groeiende hardheid: in de kwesties rond gender, geaardheid, sexualiteit en levensvormen, maar ook in de kwestie van abortus, ook in een bespotten en feitelijk afwijzen van solidariteit met armen.
Velen wensen zich ook niet te laten vormen door de woorden, de leer en het gezag van Jezus. Wat Hij ook zegt, wat de Bijbel ook leert, velen zijn beïnvloed door een manier van denken die in feite zichzelf als de Weg, de Waarheid en het Leven neemt, en niet Jezus.
En dat is dus wat wij leren van de Jonge Kerk: de belangrijkste taak van ons allen, als levende stenen van de Kerk, is om te getuigen van Jezus. Wij getuigen van Hem als de Weg, wanneer wij er bewust voor kiezen Hem na te volgen, Zijn Woord te bestuderen en er tijd voor maken om meer van het Woord te weten. Hij is de Weg als wij ons door Jezus laten inspireren. Een grote heilige van de Kerk, de H. Franciscus de Sales, schreef eens: “Net zoals kleine kinderen hun taal leren spreken door naar hun moeder te luisteren, met haar te babbelen en steeds te kijken naar wat zij allemaal doet, zo zullen wij, door in meditatie dicht bij Jezus te blijven en Zijn woorden, Zijn daden en Zijn liefde voor de armen en Zijn aandacht voor de eenzame en de zoekende medemens te observeren, leren om te denken, te spreken, te handelen en te willen zoals Hij”.
Hij wordt dan wekelijk voor ons “de Weg, de waarheid en het leven”. We gaan er dan ook stees meer bewust voor kiezen om weer naar de kerk te gaan in het weekend, om Jezus nabij te zijn in de eucharistie of in de woco. Door Jezus na te volgen brengt Hij ons tot de volheid van het leven met de Vader. Door Hem te ontvangen als ons Levend Brood in de heilige communie kan de Heilige Geest ons sterken in ons geloof en in onze naastenliefde. De Heilige Geest leert ons de diepste waarheid over wie God de Vader is en over wie Jezus is: wie Hem heeft gezien, heeft de Vader gezien. En dan komen wij door die verbondenheid met Jezus steeds meer in de sfeer van dat leven dat met God van doen heeft. Een leven dat zich hier in dit vergankelijke bestaan al steeds sterker uit door de goedheid, de naastenliefde en de gelovige houding die dan steeds meer in ons begint te groeien. Een leven dat ons door moeilijke tegenslagen heen draagt, een leven dat ons zozeer verbindt met God dat wij door Hem gered over de dood heen het eeuwig leven zullen binnengaan.
Dit is de eerste zondag van Mei, de Mariamaand. Wij eren Maria onze moeder, ons grote voorbeeld, onze moederlijke toevlucht wanneer wij niet lekker in ons vel zitten. Wij zien in Maria die trouwe gerichtheid op Jezus en zij leert ons steeds weer, net als zij deed bij de bruiloft van Kana: “Doe maar alles wat Hij je zeggen zal!” Daarom danken wij Maria en zullen haar altijd trouw huldigen en prijzen, want zij helpt ons in alle tegenslagen en ontmoedigende situaties die het leven vaak brengt, om toch in Jezus onze Weg te vinden, te kiezen voor de waarheid die Hij ons leert en in Hem de kracht te vinden van het leven van Gods liefde.
Categorieën:geloof en leven
Geef een reactie