Hij is verrezen
Paaspreek Mgr. Choennie
April 2023
De kracht van de paasliturgie, als we het goed beleven, is dat het onze aardse werkelijkheid kan omvormen tot een hemelse. We zijn de afgelopen goede week gegaan door de lijdensweg van de zelfopofferende liefde van Christus die werd beantwoord met de brute kruisdood. Even leek het erop alsof de machten van de dood het hadden gewonnen. De drie dagen in het graf leken wel drie eeuwen voor de apostelen, die zo oneindig lang in angst en onzekerheid verkeerden. Alles waarop ze hun hoop hadden gevestigd was nu definitief voorbij. Na drie dagen in een graf ben je wel echt dood. Maar er is een grotere werkelijkheid boven ons en die noemen wij God. Hij heeft Zijn Zoon Jezus niet aan de machten van de dood overgelaten maar hem opgewekt tot eeuwig leven. Aan dat leven nemen wij deel door het doopsel. Door het doopsel zijn we gestorven met Christus om met Christus te verrijzen. Het is een leven van hoop. Hoop dat zelfs de dood niet het laatste woord heeft. Deze hoop is geen menselijk idee of uitvinding. Het is een goddelijke deugd waarmee allen geboren worden en het is onverwoestbaar omdat de hoop in God zelf wortelt.
Fatalisme
In deze paasoverdenking wil ik proberen om een lijn uit te kappen in de dichte jungle van fatalisme, pessimisme, cynisme, defaitisme en doemdenken die de laatste maanden iedere vorm van vrolijkheid in ons land hebben overwoekerd. Fatalisme is het denken dat je als mens geen invloed hebt op de loop van de gebeurtenissen omdat ze van tevoren al bepaald zijn. Een onvermijdelijk voorbeschikt noodlot. Ik moet helaas zeggen dat we elkaar ermee besmetten en dat het epidemische proporties heeft aangenomen. Ik zou wensen dat we met mondkapjes en handen wassen ervan zouden kunnen afkomen maar helaas, iedere krant die ik opensla, haast ieder actualiteitenprogramma en bijna alle gesprekken met willekeurige voorbijgangers verzuchten hetzelfde: ‘A san’ ne go.’ Fatalisme is een basishouding geworden van velen. Je hoort het bijvoorbeeld in uitdrukkingen als: ‘Daar kun je niks tegen doen, je kunt de wereld niet in je eentje veranderen’, ‘Het zijn allemaal schurken’ ‘Wat maakt het uit als ik me uitsloof, ik doe ook niets meer’, ‘Ik denk dat ik ook maar wegga.’ Fatalisme behoort tot een grote familie van de machten van de dood. Een christen mag nooit vergeten dat de dood en de machten van de dood door Christus zijn overwonnen. Wie eenmaal in de draaikolk van het fatalisme verstrikt raakt, wordt pessimistisch. De pessimist verwacht dat gebeurtenissen slecht zullen uitpakken. Het gaat nu economisch slecht met ons dus zal het met alles slecht gaan. Maar zusters, broeders. Ons leven is toch meer dan economie, toch meer dan eten en drinken, of welke kleren we zullen aantrekken? In de draaikolk van het fatalisme worden we cynisch. Dat is een houding waarbij je uitgaat van de negatieve bedoelingen van andere mensen. We beginnen elkaar te wantrouwen en samenwerken wordt totaal onmogelijk. Ieder doet maar zijn ding. Hierdoor krijgen we een defaitistische houding, dat wil zeggen een houding waarbij we ons van tevoren verslagen voelen en de strijd opgeven voordat we eraan begonnen zijn. Hoe wijder verbreid dit gevoel wordt, hoe meer we als volk doemdenkers worden en dus met het idee leven dat het land in verval is geraakt en verder zal zinken.
Als fatalisme en al de overige kankerachtige uitzaaiingen ons leven en denken beheersen, en ik zou willen dat ik mij schromelijk vergis, dan vormen wij zelf de belemmering voor groei en ontwikkeling op materieel en spiritueel vlak.
Hoe komen we af van deze negatieve denkstijl?
Een fatalistische levenshouding hoort niet bij mensen die in een God geloven, en zeker niet bij mensen die Pasen vieren, waarbij zelfs de dood niet bij machte was Jezus van zijn missie te weerhouden. De eerste constatering moet wel zijn dat fatalisme contraproductief is. Het belemmert ons in actie te komen. We horen over een koers die op hol geslagen is alsof het een wild paard is dat niet getemd kan worden. Wij hebben het toch niet zo lang geleden gedaan met Hildenberg en Telting, waarom zouden wij het nu niet kunnen? De negativiteit in onze samenleving is niet alleen ineffectief, zij heeft ook een verlammend effect op ons en maakt ons blind voor de mogelijkheden die er wel zijn en die ter hand genomen kunnen worden. We zijn gezegend met zoveel natuurlijke en menselijke hulpbronnen die wij nog maar amper hebben ontwikkeld, maar we staren ons blind op olie en gas. Wij weten hoe moeilijk het is om iets op te bouwen en hoe gemakkelijk het is om het weer af te breken. Nu we al verschillende cyclussen van opbouw en afbraak achterelkaar hebben gehad kan ik me best voorstellen dat fatalisme zich nestelt in ons onderbewustzijn en een onzichtbare kracht wordt die onze levensvreugde verteert. De weg hieruit is het geloof.
Geloof tegenover fatalisme
Geloof verzet bergen. Geloof in eigen kunnen ook. Dat hebben wij immers bewezen met Staatsolie, ons fantastisch staatsbedrijf met en door Surinamers die als slogan hadden ‘Geloof (vertrouwen) in eigen kunnen’. Het geloof dat zij hadden in onze eigen potentie en het vertrouwen waarmee zij aan de slag zijn gegaan hebben ervoor gezorgd dat wij vandaag een lucratief bedrijf hebben. Deze pioniers hadden de juiste mindset. Een van geloof.
Een fatalistische houding zegt je bij voorbaat: ‘Je kan het niet’. Geloof zegt je onder dezelfde omstandigheden: ‘Je kan het wel’. Als wij een gelovig volk zijn, dan zeggen we tot elkaar: ‘We kunnen het wel’. Tegenover het cynisme waarbij wij uitgaan van negatieve bedoelingen van anderen kunnen we vertrouwen stellen. Zonder vertrouwen in elkaar kunnen wij geen relaties en zeker geen samenleving opbouwen. Het Griekse woord in het Nieuwe Testament dat met geloof wordt vertaald kan ook vertrouwen betekenen. Geloof is het diepgewortelde vertrouwen dat God alles in goede banen zal leiden. Maar dan moeten we af van de houding dat het allemaal geen zin heeft om het nog eens te proberen. Kennelijk is er iets mis met ons geloof waardoor we toch vervallen in fatalisme. Te vaak zien we God als een soort Sinterklaas die ons als een automaat iets moet geven als we er een gebed in stoppen. Er is een vorm van religiositeit die een gevaar is voor onze menselijke ontwikkeling en dat is een houding van bidden zonder werken. Een houding waarbij lijden, ziekte, tegenslag en mislukking geen plaats heeft en waar de menselijke verantwoordelijkheid niet telt. Zo een vorm van religiositeit vergroot de kans op fatalisme. Het is daarom goed dat wij niet alleen Pasen vieren, maar altijd Pasen in samenhang met de zelfgave van Jezus op Witte Donderdag en het bittere lijden van Goede Vrijdag. Het leven is niet elke dag alleluja, er zijn ook dagen van vertwijfeling in het hof van olijven, dagen dat wij wensen dat de beker aan ons voorbij zou gaan, dagen van strijd voordat wij Gods wil ontwarren in de chaos van de wereld.
Van fatalisme naar hoop
Een van de meest funeste gevolgen van fatalisme is dat we weerstand opbouwen tegen nieuwe en heilzame ontwikkelingen. We zijn op den duur zo negatief ingesteld dat we de zon niet meer zien schijnen en niet meer genieten van de regen die alles hier zo mooi groen en in bloei houdt. We kunnen zo gefixeerd zijn op een manier van denken dat we de meest vanzelfsprekende zaken over het hoofd zien. Fatalisme ontneemt ons elk historisch perspectief. Zo vergeten wij dat we als volk reeds slavernij, de meest wrede vorm van onderdrukking, hebben overwonnen, dat wij het kolonialisme hebben overwonnen, dat wij etnische spanningen voor de onafhankelijkheid hebben verwonnen, dat wij een militaire dictatuur hebben overwonnen, dat wij periodes van extreme schaarste en bittere armoede hebben overleefd. Zonder een historisch en toekomstperspectief dobbert de mens rond in een troosteloze oceaan van ellende.
God kent onze zwakheid en daarom heeft Hij ieder van ons begenadigd met een onverwoestbare hoop. Hoop is niet een menselijke deugd die we zouden kunnen aanleren. Het is een goddelijke gave waarmee we worden geboren. Die hoop verschilt hemelsbreed van optimisme. De optimist is ervan overtuigt dat alles goed komt. Maar de realiteit is anders. Er zijn situaties en omstandigheden die kunnen verslechteren en waarbij in de nabije toekomst niets goed te voorspellen valt. Hoop is dan de kracht die ons door dat diepe dal zal trekken omdat de hoop in God geworteld is. God heeft ons voor het leven gemaakt en niet voor de dood. Al ontketenen wij oorlogen om elkaar te vernietigen, dan nog blijft God naar wegen zoeken om ons met elkaar te verzoenen. Hij heeft ons immers voor geluk geschapen en niet voor misère en ellende. Het is niet zozeer dat wij ons aan de hoop vastklampen maar het is de hoop die ons bij de slappe handen optilt en weer recht overeind zet. Het vraagt daarom soms dat we voortgaan wanneer het nog donker is en wanneer we de weg nog niet zien zoals de vrouwen uit het evangelie die vroeg in de morgen, het was nog donker, naar het graf van Jezus gingen en zich afvroegen: ‘Wie gaat de zware steen voor ons wegrollen?’ Ze bleven niet in verslagenheid passief thuis zitten maar durfden op weg te gaan. Hoop betekent zeker niet dat wij het lijden kunnen ontlopen, maar als we dat lijden en dat kruis vol vertrouwen opnemen dan wordt de hoop alleen maar sterker totdat we er samen doorheen komen. De hoop wijst ons wegen die we eerst niet zagen of voor mogelijk hielden. Vaak is het dat wij in het lijden nieuwe mogelijkheden zien die heilzaam zijn. Als we door wanhoop gedreven vrijdag 17 februari tot een Black Friday hebben gemaakt dan was dat ook meteen een eyeopener dat dit niet de weg is uit de ellende. Dat er andere wegen zijn die we moeten bewandelen. Wegen van solidariteit en samenwerking.
Een vonkje hoop
Hoop wordt wel eens over het hoofd gezien omdat het klein en onbeduidend is. In de ballingschap van honderden jaren hielden Joden hun geloof in stand door het zingen van psalmen, in de slaventijd vertelden onze voorouders elkaar Anansiverhalen, in tijden van schaarste konden wij toch lachen met WES voor PRES. Vaak is een vonkje hoop genoeg om het vuur aan te steken. It only takes a spark to get the fire going is een lied dat wij vaak zingen wanneer wij iets groots en onbekends tegemoet gaan. Je weet maar nooit bij wie van ons het vonkje ontspringt om de omslag te maken van fatalisme naar hoop, maar er zal een vonkje zijn van iemand. Dat is zeker!
Hoop en tijd
Hoop laat ons de tijd ook anders beleven. Voor hen die wanhopen lijkt de tijd altijd ongunstig. Niets is mogelijk en alles wordt uitgesteld. Voor degenen die hopen, zijn de meest bizarre tijden Kairos-momenten. Kairos in het Grieks betekent een gunstige tijd. Is het nu een gunstige tijd om leiding te geven aan een school, ziekenhuis, bejaardentehuis, de politie, het leger, een parochie, een gezin? Ja, nu is het een gunstige tijd omdat we zoiets van het onverwoestbare goddelijk leven zullen ervaren. Zullen we eerst wachten op betere tijden om kinderen te krijgen of te trouwen? Neen, nu het is het de gunstige tijd om te ondernemen want wij hoeven niet meer te wachten op de FID, the final investment decision, van God. Hij heeft Jezus al opgewekt van de dood en zal ook onze dagen zegenen met vreugde.
Bronnen: Mindset (Visser, 2019) en Bevrijd je verdriet (Nouwen, 2002)
OMHOOG Jaargang 67, editie 14, 09 april 2023
Categorieën:geloof en leven
Heel mooi en duidelijk weergegeven het woord HOOP. Er wordt wel eens gezegd: hoop is uitgestelde teleurstelling. Doch u beschrijft het evenwel totaal anders. Mijn complimenten. En een groet uit Heerlen, Nederland.
LikeLike