Door pater Martin Noordermeer omi –
Belangrijk moment
Op 25 januari gedenken wij in onze Kerk de bekering van Saulus van Tarsus. Het is beter om te spreken van de roeping van Saulus. Bekering heeft als diepere betekenis dat iemand die zich van de afgoden afkeert en zich keert tot de ware God. Dat is bekering! Maar Saulus geloofde reeds in de ware God. Het is dus beter te spreken van roeping. Die ontmoeting met Jezus van Nazareth, op de weg naar Damascus, voordat hij die stad binnenging, was een heel belangrijk moment in het leven van Saulus. Het was zo’n belangrijk moment dat Saulus tot drie keer toe er uitgebreid over vertelt in de Handelingen in de hoofdstukken 9, 22 en 26. Iedere keer in een andere situatie.
Hand. 9,1-19
Hoofdstuk 9 beschrijft in detail de gebeurtenis voor, tijdens en na de ontmoeting met Jezus. Hoofdstuk 22 beschrijft hoe Paulus toestemming vraagt aan de Romeinse hoofdman om tot het Joodse volk te spreken om zich te verdedigen over zijn vroeger en huidig gedrag en om de gemoederen een beetje te bedaren. En in hoofdstuk 26 weer een zelfverdediging van Paulus tegenover de landvoogd Festus en de Joodse koning Agrippa waarbij de landvoogd tot de koning zegt: “Als hij zich niet op de keizer had beroepen, dan zou je hem nu direct kunnen vrijlaten!” Laat ons de gebeurtenis bekijken zoals die zich aanbiedt in Handelingen 9,1-19.
Voor de gebeurtenis
Saulus had een degelijke, Joodse en bijbelse opvoeding genoten. “In Jeruzalem heb ik aan de voeten van Rabbi Gamaliël les gehad.” Dat is veelzeggend! Gamaliël was een grote Bijbelkenner en lid van het Joodse Sanhedrin. Hij zal het later voor Paulus opnemen en hem zelfs verdedigen: “Als dit werk van God komt, mogen wij dan tegenwerken? Als het niet van God komt zal het vanzelf verdwijnen!”
Saulus was een fanatieke Jood. Fanatiek zijn is een overdreven keuze maken voor iemand of voor iets en er alles voor over hebben en niet naar andere meningen willen luisteren, om zijn doel te bereiken. Dat was Saulus ook een beetje tegenover zijn Joodse rasgenoten die het geloof in Jezus van Nazareth hadden aangenomen.
Hij had zelfs aan de hogepriesters in Jeruzalem in brieven toestemming gevraagd om ‘afvallige’ Joden naar Jeruzalem terug te brengen om ze in de gevangenis te zetten en ze te dwingen het Joodse geloof weer te omhelzen. Hij was zelfs getuige van de marteldood van Stefanus, de eerste martelaar. Hij stemde de ermee in. De ‘stenengooiers’ legden zelfs hun kleren ‘aan de voeten van een jonge man die Saulus van Tarsus heette’. Saulus stemde in met de moord op Stefanus!
Het gebeuren zelf
Als hij dus op weg gaat naar Damascus dan verschijnt hem Jezus: “Saulus, Saulus waarom vervolg je Mij? Dat was een schok voor Paulus. Volgens Lucas, de schrijver van de Handelingen der Apostelen, ziet Paulus niet meer, is hij blind geworden. Of er hier een lichamelijke blindheid of een geestelijke blindheid mee bedoeld wordt, komt niet goed tot uitdrukking in de tekst, maar de meesten denken dat Saulus van Tarsus, door de schokkende ontmoeting met Jezus het niet meer zag zitten en zich terug trok in Arabië om in het licht van de gebeurtenissen rond Jezus, de Bijbel opnieuw te gaan bestuderen. De mannen die met Paulus meereisden, waren stomverbaasd. Ze hoorden wel de stem maar zagen niemand. Ze namen hem bij de hand en brachten hem Damascus binnen. Daar bleef hij drie dagen lang in vasten en bidden.
In Damascus woonde er een zekere Ananias en de Heer sprak tot hem: “Sta op en ga naar de straat, de Rechte genaamd. En vraag in het huis van Judas naar een man uit Tarsus, Saul geheten!” Maar Ananias antwoordde: “Heer, Ik heb over hem gehoord hoe hij Uw leerlingen in Jeruzalem heeft vervolgd en dat hij hier hetzelfde is komen doen!” Maar de Heer zei: “Ga, want die man is Mij een uitgelezen werktuig om Mijn Naam te verkondigen!” Ananias ging naar Saulus en zei: “Broeder Saul, de Heer Jezus die U onderweg is verschenen heeft mij gezonden opdat ge weer zien moogt en vervuld moogt worden van Zijn Heilige Geest!” Gelijk vielen hem, om zo te zeggen, de schellen van zijn ogen; hij kon weer zien. Hij werd gedoopt. Toen nam hij voedsel tot zich en kwam weer op krachten.
Na de gebeurtenis
Saulus bleef enige dagen bij de broeders in Damascus en vertrok toen voor een paar jaar naar Arabië om daar de Bijbel opnieuw te bestuderen: Zo schrijft hij aan de Galaten: “…Nadat de Heer mij verschenen is, ben ik daarna naar Arabië gegaan. Eerst drie jaar later ben ik naar Jeruzalem vertrokken om Kefas (Petrus) te bezoeken en ben ik veertien dagen bij hem gebleven. Van de andere Apostelen heb ik niemand gezien dan Jakobus. Voor het aanschijn Gods: Zie, ik lieg niet. Daarna ben ik naar de gewesten van Syrië en Cilicië vertrokken. Ik was dus persoonlijk onbekend aan de kerken van Judea die in Christus zijn. Ze hadden alleen horen zeggen: ‘Hij die ons eertijds vervolgde, hij preekt thans het geloof dat hij vroeger wilde uitroeien. En ze verheerlijkten God om mij.’” (Gal.I/11-20)
OMHOOG Jaargang 05, 29 januari 2023
Categorieën:geloof en leven
Geef een reactie