door pater Ricardo Carvalho CSsR –
Deze wekelijkse column is een overweging op de lezing van de zondag. Eerwaarde Ricardo Carvalho CSsR is de parochiepriester van Maria Koningin van de Wereld (Latour) en St.-Franciscus (Livorno).
Matteüs 22, 34-40
Het was voor Jezus ‘tijdgenoten niet gemakkelijk om een duidelijk beeld te hebben van wat de kern van hun religie vormde. De eenvoudige mensen voelden zich verloren. De Schriftgeleerden spraken over 613 geboden in de wet. Hoe oriënteer je je in zo’n ingewikkeld web van voorschriften en verboden? Op een gegeven moment bereikte zelfs Jezus de vraag: wat is het belangrijkste en meest beslissende? Wat is het belangrijkste gebod, dat betekenis kan geven aan de rest?

Jezus aarzelde niet om er twee keer over na te denken, en hij reageerde, terwijl hij zich enkele woorden herinnerde die alle Joodse mannen aan het begin en het einde van elke dag herhaalden: “Hoor, o Israël, de Heer, onze God, is de enige Heer. Je moet de Heer, je God, liefhebben met heel je hart, met heel je ziel en met heel je verstand”. Hij zou deze woorden diezelfde ochtend zelf hebben uitgesproken. Ze hielpen hem om op God gericht te leven. Dit was nummer één voor hem.
Meteen voegde hij iets toe waar niemand hem naar had gevraagd: “Het tweede gebod is: heb je naaste lief als jezelf”. Er is niets belangrijker dan deze twee geboden. Voor Jezus zijn ze onafscheidelijk. U kunt niet van God houden en niets met de naaste te maken hebben.
Er komen veel vragen bij ons op. Wat is liefde voor God? Hoe kunnen we van iemand houden die onmogelijk te zien is? Om over liefde voor God te praten, dachten de Hebreeën niet na over de gevoelens die in ons hart kunnen worden geboren. Geloof in God bestaat niet uit een “gemoedstoestand”. God liefhebben is simpelweg ons leven op God richten om alles naar Gods wil te leven.
Daarom voegt Jezus het tweede gebod toe. Het is niet mogelijk om van God te houden en de mensen te vergeten die lijden en van wie God zoveel houdt. Er is geen “heilige ruimte” waarin we alleen met God “begrepen” kunnen worden door anderen de rug toe te keren. Een liefde voor God die Gods zonen en dochters vergeet, is een grote leugen.
De christelijke religie is tegenwoordig voor velen ingewikkeld en moeilijk te begrijpen. In de kerk hebben we waarschijnlijk een proces van concentratie nodig op wat essentieel is om secundaire toevoegingen los te laten en vast te houden aan wat belangrijk is: God liefhebben met al mijn energieën en anderen liefhebben zoals ik mezelf liefheb.
Mediteren over gebed:
Lees de “kenmerken” van Gods liefde in je leven; creëer een klimaat van dankzegging. Realiseer je dat de Heer bij het scheppen van jou een hart in je borst heeft geplaatst dat in staat is om lief te hebben. Wat doe je met die liefde, van binnen gezaaid?
Categorieën:column, Overwegingen
Geef een reactie