door Esteban Kross
De impact van de wereldwijde corona pandemie heeft over de hele wereld samenlevingen ontwricht. Het heeft zeer ingrijpende veranderingen gebracht in elk aspect van de maatschappij. Over heel de wereld drukt op iedereen nu al maandenlang de realiteit van social distincing en mondneuskapjes dragen, van de terughoudendheid om samen te komen voor verjaardagen, vergaderingen, of bezoekjes aan oudere familieleden en kennissen. De economische schade is nog steeds niet te overzien, en er is een groeiende aantal plekken in de wereld waar er uitbarstingen zijn van sociale onrust en spanningen door de gevolgen van de covid-19 crisis.
Ik zou in deze presentatie u drie bijbels-theologische overwegingen, drie thema’s, willen voorhouden: 1. De Covid-19 pandemie en sociale isolatie en eenzaamheid; 2. De Covid-19 pandemie en de problematiek van armoede; 3. De Covid-19 pandemie als “wake up call” tot authentieke liefde en hoop
Covid-19 en sociale isolatie en eenzaamheid
Een van de meest moeilijke aspecten van de coronacrisis is de grote emotionele druk die wereldwijd gevoeld wordt door de ingrijpende beperkingen en veranderingen in de dagelijkse intermenselijke contacten. We leven nu al maandenlang in een situatie waar de intermenselijke contacten heel erg geremd zijn. We mogen niet meer samenkomen zoals we gewend waren en iedereen ervaart hoezeer het menselijke contact onder druk staat: het contact met je familieleden, met kennissen en collega’s. Velen moeten van huis uit werken en ervaren dat als een vereenzaming. Als je praat met jongeren dan merk je dat het heel moeilijk voor ze is om zo te studeren en onderwijs te volgen, maar vooral ook missen ze het contact met hun klasgenoten, met de rest van de school, en met de leerkrachten. Sport en muziek staan onder druk, culturele evenementen kunnen al maandenlang niet plaatsvinden. Ook de horeca lijdt: mensen gaan graag af en toe wat uit, samen op een terrasje zitten in een sfeer van vriendschap, maar dat kan maandenlang bijna niet meer. Het bezoek aan mensen die in het ziekenhuis zijn is geremd en het druk vooral op velen dat ook het bezoek aan ouders of grootouders al lang een probleem is en dat grootouders niet vrij van hun kleinkinderen kunnen genieten.
De covidcrisis brengt daardoor veel onrust in de wereld, sociale isolatie en eenzaamheid. Er zijn velen gestorven als gevolg van het coronavius, maar er zijn ook velen gestorven door eenzaamheid: ouderen die gestorven zijn door de gelatenheid die over hen gekomen is waardoor ze niet meer wilden eten, niet meer konden functioneren, omdat ze zich ontredderd voelden omdat de kinderen en de kleinkinderen niet meer mochten komen, waardoor ze een gebrek aan levenslust hadden en neerslachtig werden.
Dit is een intermenselijke crisis. En misschien dat we daardoor meer opmerkzaam worden hoezeer dit intermenselijke contact heel centraal is in de Bijbel, zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament. Bijvoorbeeld in het Oude Testament hebben alle religieuze feesten altijd ook een hele grote sociale dimensie. Ze verbinden mensen met elkaar vanuit het geloof. Als we denken aan de wekelijkse viering van de sabbat: niet centraal stond zozeer het niet werken, maar dat het gezin samenkwam in geloof en zo was de sabbat elke week een familiegebeuren waar er samen met gegeten. Zo ook de viering van het Joodse paasfeest, het Loofhuttenfeest, Grote Verzoendag: dat waren allemaal sterk sociale vieringen vanuit het geloof. Evenzo de besnijdenis: ook als je arm was en geen groot feest kon geven, was het toch altijd een religieus gebeuren waarbij de familie samenkwam rondom deze baby die besneden moest worden. Hetzelfde met gelovige huwelijken en begrafenissen in het Oude Testament.
In het Nieuwe Testament zien we hetzelfde. Laten we bijvoorbeeld stilstaan bij de genezingen van Jezus. Alle genezingen van Jezus waren meer dan alleen maar een lichamelijke genezing, waarbij een ziekte overwonnen werd vanuit de kracht van God wanneer de Heer bad. Er was altijd ook een element van het terug herstellen van de intermenselijke contacten.
Bij de genezing van de melaatsen was er een lichamelijke genezing, maar nog veel belangrijker was dat wanneer je genezen was verklaard door de priester, je weer deel mocht zijn van je gezin, je weer naar de markt mocht gaan, weer deel kon zijn van je dorp waar je woonde.
We lezen ook over de genezing van een vrouw die twaalf jaar aan bloedvloeiing leed. In de Joodse samenleving van Jezus’ tijd was het zo dat als een vrouw aan bloedvloeiing leed, dus ongesteld was, er een zekere isolatie was. Ook in Suriname kennen we dit: door de aanwezigheid van de Joodse traditie en de lange contacten met de Joodse families in Suriname, leeft het bij vele creolen dat als een vrouw ongesteld is, dat gevolgen voor haar heeft ten aanzien van koken, haar man wilt dan vaak gedurende die dagen liever niet van haar eten, of zij mag als zij ongesteld is bijvoorbeeld vaak geen koek bakken. Dus als deze vrouw in Jezus’ tijd twaalf jaar lang bloed vloeide, dan was die vrouw niet alleen twaalf jaar lang ziek, verzwakt en bezorgd over haar slechte gezondheid, maar twaalf jaar lang was ze ook sociaal geïsoleerd. Dus de genezing die Jezus bij haar verrichtte maakte dat ze haar leven en de intermenselijke contacten met haar familie, haar buren en met de mensen om haar heen weer kon oppakken.
We zien dit ook bij de opwekkingen die Jezus deed. Hij wekte Lazarus terug ten leven, het dochtertje van Jaïrus, de overste van de synagoge, en als derde de enige zoon van een weduwe in de stad Naïm. Bij alle drie de opwekkingen zie je dat Jezus de persoon die door Hem uit de dood wordt opgewekt, teruggeeft aan de familieleden. Bij het dochtertje van Jaïrus zegt Jezus aan de ouders en de familie die daar in rouw bijeen was: “Geven jullie haar te eten”. Bij de zoon van die weduwe, geeft Hij hem terug aan die moeder.
We zien in heel de Bijbel dat God weet dat wij mensen door Hem geschapen zijn met een behoefte aan intermenselijk contact in het gezin, in de buurt, bij de kapper of in de bank, op de markt of in de winkel, op school of in de gym of in de sporthal. Vele artsen lijden aan het feit dat ze al maandenlang geen of geremd contact hebben met hun patiënten. Ze willen niet via de telefoon of via Zoom hun patiënten zien, maar willen rechtstreeks contact met ze hebben. De arts krijgt een veel beter beeld over de situatie van de patiënt vanuit dat intermenselijke contact. Hetzelfde geldt voor de religieuze groeperingen. Ook daar missen de mensen het intermenselijke contact tussen de gemeenteleden onderling, maar ook het contact van de gemeenteleden met hun geestelijken.
Deze covidcrisis wordt daarom door velen ervaren als een ‘wake-up call’ van God over de kwaliteit van ons intermenselijk contact. Heel vaak is de kwaliteit van de intermenselijke contacten in onze samenleving en in onze eigen persoonlijke kring heel erg achteruit gegaan door een steeds materialistischere en individualistischere manier van leven. Als vele mensen steeds meer denken: ‘Ik, ik, ik’, en geld en materiële en aardse dingen steeds belangrijker worden, dan wordt het steeds meer ‘ieder voor zich’, en hebben we steeds minder tijd en aandacht voor mensen om ons heen. Wellicht roept God de mensheid door deze coronapandemie op tot serieuze bezinning, maar ook tot een echte en blijvende verandering in het gedrag.
De Covid-19 pandemie en de problematiek van armoede
De wereldwijde covid-19 pandemie heeft heel indringend de problematieken blootgelegd van armoede, van de verdeling van economische welvaart, van de realiteiten van arm en rijk, zowel binnen de samenleving als in de wereld. De crisis legt ook bloot welke ethische principes –of we zouden misschien vaak moeten zeggen: welk gebrek aan ethische principes- leiden tot armoede en armoede in stand houden. Het coronavirus discrimineert niet: arm en rijk, mensen van alle rassen, godsdiensten, politieke kleuren en maatschappelijke achtergronden worden zonder onderscheid door het virus besmet. Maar wat we wel zien is dat het de armen overal in de wereld altijd veel harder treft dan mensen die het beter hebben. Bij de armen zijn er bijna altijd veel minder medische voorzieningen beschikbaar, veel minder toegang tot medicatie, en minder mogelijkheden om wat afstand te houden, want de armen moeten meestal met veel mensen in kleinere behuizingen wonen. De armen hebben voor hun kinderen minder mogelijkheden om online onderwijs te kunnen volgen, dat merken we ook in Suriname. Armen hebben veel meer te maken met de realiteiten van werkloosheid of verlies van inkomen. Het zijn bijvoorbeeld de armen die als dienstvrouw werken en die wanneer er geen bussen rijden door covid, financieel in de problemen komen. Zij die een auto hebben kunnen wel naar het werk gaan. De armen hebben vaak ook te weinig geld voor een goede, gebalanceerde voeding en hebben daardoor vaak een kwetsbaardere weerstand.
Dus zo stelt de wereldwijde coronacrisis ons heel nadrukkelijk deze problematiek van armoede en de bronnen van armoede voor ogen. Het is dus misschien een “wake up call” van God aan heel de mensheid om opnieuw diep na te denken over hoe we leven, over hoe we omgaan met mensen, en over de ethische waarden in het beleid van onze maatschappijen en in de politiek.
Ik zou daarom even willen stilstaan bij Paus Franciscus. We kennen hem allemaal, of we katholiek zijn of niet, christen of niet. Paus Franciscus is telkens in het nieuws en we weten allemaal dat hij niet alleen de katholieke kerk, maar heel de wereld nadrukkelijk oproept tot blijvende inzet voor de problematieken van armoede. Paus Franciscus heeft een heel belangrijk werk geschreven dat hij de Latijnse naam gegeven heeft van “Evangelii Gaudium”, dat betekent in het Nederlands: “De Vreugde van het Evangelie”. Daarin spreekt Paus Franciscus over deze oproep aan christenen om oog te hebben voor de problematieken van armoede en de armen. Een van de hele indringende stellingen die hij in dit werk naar voren brengt is: “Ons geloof in Christus verplicht ons om bij te dragen tot de integrale ontwikkeling van wie verlaten is in de maatschappij.” Hij zegt dus dat het niet iets is voor hen die veel met politiek bezig zouden willen zijn. Nee, hij zegt dat alle christenen zich hiervoor behoren in te zetten omdat het voortvloeit uit je geloof in Christus.
Ten tweede betekent dit niet alleen het geven van aalmoezen aan armen in de collecte of bij een fundraising voor de renovatie van een Lotjeshuis of Huize Betheljada, maar het moet gaan over de integrale ontwikkeling. Paus Franciscus herinnert ons namelijk eraan dat Jezus zelf Zijn zending in de wereld als Gods Zoon verbindt met de armen. Wanneer Hij voor de eerste keer staat in de synagoge van Nazareth waar Hij is opgegroeid, dan vraagt Hij de boekrol van de profeet Jesaja. Hij opent de boeroel en leest een Messiaanse profetie, dat wil zeggen een profetie die zeshonderd jaar eerder was uitgesproken door de profeet Jesaja over de Messias die gaat komen. Daar staat: “Hij heeft mij gezonden om aan de armen de Blijde Boodschap te brengen” (Lk. 4,18). En dan zegt Jezus: “Heden, nu, zijn deze woorden tot vervulling gekomen”. Dus Hij ziet het als een wezenlijke kern van Zijn zending als Gods Zoon om aan armen de Blijde Boodschap te brengen. Daarom zegt Hij ook: “Zalig gij die arm zijt, want aan u behoort het rijk Gods” (Lk. 6,20).
Dus de keuze voor de armen ligt vervat in het geloof in Christus en daarom is de zorg voor de armen een zorg die iedere christen moet hebben. Jezus geeft ons een prachtig verhaal in Mattheüs hoofdstuk 25 waarin Hij spreekt over het oordeel over ieder mens. Hij zegt dat dan alle mensen voor Hem geplaatst zullen worden, dat de goeden aan de rechterkant zullen worden geleid en de slechten, zij die onrecht hebben gepleegd, aan Zijn linkerhand. En dan zal Hij zeggen: “Ik was arm, Ik had honger, Ik was naakt: en wat heb jij toen gedaan?” Paus Franciscus herinnert ons daarom eraan: wij moeten zorg hebben voor de armen, maar wij moeten ook zorgen hebben over de structuren van armoede: de structuren die maken dat armen arm blijven. Dat zijn de structuren van onrecht, bijvoorbeeld het onrecht waarbij rijken de wetgeving zodanig inrichten en houden, dat zij rijk blijven, dat de belastingen zo worden bestemd dat het gaat naar hun familie, naar hun partijgenoten, of dat goudconcessies en soortgelijke vergunningen gaan naar partijleden. Christen zijn wil dus zeggen: dezelfde passie hebben voor de armen die Jezus had. Anders volg je Jezus slechts op afstand, wil je wel de zegeningen van Jezus hebben wanneer je jarig bent of wanneer je oma dood gaat, maar wil je niet de zorg die Jezus kenmerkt ook echt tot in de diepte van je hart je eigen maken.
De Covid-19 pandemie als “wake up call” tot authentieke liefde en hoop
Ten derde denk ik ook dat de covid-19 pandemie een “wake-up call” van God is tot echte liefde. Er zijn mensen die over deze corona pandemie spreken als een teken dat Christus heel binnenkort gaat wederkomen. Daarbij nemen ze meestal teksten uit het boek Daniël uit het Oude Testament, de woorden van Jezus over de eindtijd en meestal ook teksten uit het boek Openbaring. Ze zeggen dan: “Kijk, deze coronacrisis is duidelijk een teken van de vervulling van deze teksten. Het einde der wereld is nu nabij. De Heer gaat spoedig wederkomen”.
Ik zou willen zeggen dat ik denk dat dit niet het belangrijkste is. Er zijn vele ergere pandemieën geweest en God de Vader heeft de geschiedenis laten doorgaan. De pandemie van de Pest, de Zwarte Dood, in de 15e eeuw, heeft 50 tot 80 miljoen levens geëist in een tijd dat de wereldbevolking veel kleiner was. Het was tussen een derde en de helft van de bevolking van Europa, het Midden Oosten en delen van Azië. Toen waren er in Europa ook een heleboel christenen die dachten: ‘Dit is een teken van de vervulling van Daniël, de apocalyptische teksten van Jezus en het Boek der Openbaring’. Maar God de Vader heeft anders beslist. De geschiedenis ging door; de tijd van de wederkomst en het einde was er nog niet.
Dan kunnen we denken aan de pandemie van de Spaanse griep die uitbrak in 1918 en die ook in Suriname heeft gewoed. Die heeft tussen de 60 en 90 miljoen slachtoffers wereldwijd geëist. Velen dachten: ‘Dit is de vervulling; de Heer gaat spoedig wederkomen’, maar we zijn nu alweer honderd jaar verder. De Vader in de hemel heeft Zijn eigen moment in gedachten.
Ik denk dat de Heer niet wil dat wij gaan zitten nadenken over wanneer Hij gaat wederkomen, maar dat Hij wil dat wij een echte liefde hebben: een liefde die een passie heeft voor eerlijkheid, een passie voor de schepping en de natuur die God ons geeft. Hij wilt dat wij oprecht streven naar een echte liefde die niet alleen met woorden praat over liefde, maar die daadwerkelijk zorgt en zich inzet.
Zo zou ik dus de coronapandemie willen zien als iets waarmee God de hele wereld wakker wil schudden. Er is zoveel egoïsme, er is zoveel ‘ieder-voor-zich’. Zelfs op het religieus vlak is er soms egoïsme: God moet mij rijk maken, God moet mij financiële zegeningen geven, maar ik hoef niet na te denken over problemen van armoede, enz., want dat is politiek en ik ben christen, ik hoef me niet met de politiek bezig te houden’. Ik denk dat God ons wakker wil schudden en ons hiermee wil zeggen: ‘Nee, dat klopt niet! Jij bent ook verantwoordelijk en jij moet er ook over nadenken!’ We moeten er allemaal over nadenken.
Zo wil ik de pandemie zien als Gods ‘wake-up call’ tot liefde, tot bekering en geloof.
Categorieën:geloof en leven
Geef een reactie