Commentaar op de Lezingen van de 27e Zondag door het Jaar (Jaar B) door pater Esteban Kross

Achtergrond van de eerste lezing (Genesis 2: 18-24)

Er zijn twee scheppingsverhalen in het boek Genesis. Het eerste scheppingsverhaal is Genesis hoofdstuk 1 tot 2:4a en dat verkondigt bovenal de majesteit van God, die verheven is boven alles, en die het heelal schept met orde en wijsheid. In het tweede scheppingsverhaal dat in 2:4b begint, is een andere bijbelse auteur aan het woord, die vooral de nabijheid van God benadrukt. Gods betrokkenheid bij het werk van Zijn handen, wordt bijna voelbaar gemaakt door de manier van vertellen: God boetseert de mens uit het klei van de aarde en blaast hem de levensadem in de neus. Hij verbindt de mens wezenlijk met de dieren, door de mens het voorrecht te geven zelf de dieren namen te geven. Toch ervaart de mens dat er bij het gezelschap van de dieren hem iets ontbreekt: namelijk een levenspartner waarmee de mens zou kunnen spreken, nadenken,  discussieren en liefhebben, en het leven samen opbouwen. Maar in dit scheppingsverhaal neemt God niet nogmaals klei, maar Hij vormt de vrouw uit een rib van de man: man en vrouw zijn heel wezenlijk met elkaar verbonden, geroepen elkaar aan te vullen en te ondersteunen. De diepe slaap waarin God de man doet vallen, maakt duidelijk dat de vrouw nooit een bezit zal zijn van de man en dat hij de band nooit als vanzelfsprekend mag zien. De vrouw is een geschenk en dat leert ons dat in het huwelijk de basis van de relatie tussen man en vrouw de bewondering moet zijn die Adam uitspreekt wanneer hij de vrouw ziet. De Nederlandse vertaling spreekt over “mannin” om zo de woordspeling van het oorspronkelijke Hebreeuws te kunnen weergeven, want daar staat er dat de man uitroept: “Isha/ mannin zal zij heten, want uit een ish/ man is zij genomen”. Man en vrouw zijn geroepen tot een eenheid van hart en tot verbondenheid met elkaar.

Eerste lezing: Genesis 2: 18-24

De Heer God sprak: “Het is niet goed dat de mens alleen blijft. Ik ga een hulp voor hem maken die bij hem past.” Toen boetseerde de Heer God uit de aarde alle dieren op het land en alle vogels van de lucht en bracht die bij de mens om te zien hoe hij ze noemen zou: zoals de mens ze zou noemen, zo zouden ze heten. De mens gaf dus namen aan al de tamme dieren en aan al de vogels van de lucht en aan al de wilde beesten; maar een hulp die bij hem paste vond de mens niet. Toen liet de Heer God de mens in een diepe slaap vallen; en terwijl hij sliep nam hij een van zijn ribben weg en zette er vlees voor in de plaats. Daarna vormde de Heer God uit de rib die hij bij de mens had weggenomen, een vrouw en bracht haar naar de mens. Toen sprak de mens: “Eindelijk been van mijn gebeente en vlees van mijn vlees! Mannin zal zij heten want uit een man is zij genomen.” Zo komt het dat een man zijn vader en moeder verlaat en zich zo aan zijn vrouw hecht dat zij volkomen één worden.

Tussenzang:  Psalm 128

Refrein: U ZEGENE DE HEER UIT SION ZOLANG UW DAGEN DUREN.

1. Gelukkig die godvrezend zijt, de weg des Heren gaat. Ge zult de vrucht van eigen arbeid eten, tevreden en voorspoedig zult ge zijn.

2. Uw vrouw daarbinnen in Uw huis, is als een rijkbeladen wijnstok, en als olijftakken rond de stam  zo staan uw zonen rond uw tafel.

3. Ja zo wordt elke man gezegend  die eer geeft aan de Heer. Moogt gij Jeruzalem welvarend zien  zolang uw dagen duren  Moogt gij de zonen van uw zonen  aanschouwen en vrede over Israël!

Achtergrond van de tweede lezing (Hebreeën 2: 9-11)

Tijdens de laatste zes zondagen van dit kerkelijk jaar, zal de Kerk in haar zondagse liturgie stukken lezen uit de brief aan de Hebreeën. Dit werk, dat in het Nieuwe Testament gelijk na de brieven van Paulus is geplaatst, is eigenlijk niet zozeer een brief maar meer een omvangrijke, inhoudsvolle overdenking.

De auteur verkondigt Jezus als de Zoon van God die de eeuwige hogepriester is. Hoewel de Joodse eredienst van de tempel indrukwekkend was, overtreft Jezus’ kruisoffer echter deze eredienst en brengt haar tot vervulling. Jezus is namelijk groter en belangrijker dan alle middelaars die het jodendom kent, want Hij heeft door Zijn offer aan het kruis de werkelijke verzoening gebracht en heeft zo de redding verworven die in het eerste verbond werd voorafgebeeld. De mensheid is door de zonde van God vervreemd geraakt, maar de Vader heeft de Zoon in de wereld gezonden om de mensheid te redden. In Zijn kruisoffer is Hij het Lam Gods dat door het dragen van de lasten van de zonde, de machten der duisternis heeft overwonnen. Na Zijn kruisdood en verrijzenis is Hij weer teruggekeerd in de hemel, om als de verheerlijkte Zoon plaats te nemen aan de rechterhand van God de Vader. Daar is Hij de eeuwige hogepriester van het hemelse heiligdom. Door Zijn verheerlijking heeft Jezus voor de gelovigen de toegang tot de Vader vrijgemaakt. Daarom roept de auteur de lezers op om het oog gevestigd te houden op Christus, om zo hun eigen verlossing en hemelse roeping te vinden door Hem.

Tweede lezing: Hebreeën 2: 9-11

Broeders en zusters, wij zien hoe Jezus die voor een korte tijd beneden de engelen was gesteld nu met luister en eer gekroond is, omdat Hij de dood heeft verduurd. Door Gods genade kwam Zijn sterven aan allen ten goede. God, einddoel en oorsprong van alle dingen, wil vele kinderen tot hemelse heerlijkheid leiden; was het dan niet passend dat Hij de aanvoerder die hen redt niet dan door lijden tot de voleinding bracht? Want Hij die heiligt en zij die geheiligd worden, hebben een en dezelfde oorsprong; daarom schrikt Hij er ook niet voor terug hen zijn broeders te noemen.

Achtergrond van de evangelielezing:  (Marcus 10: 2-12)

De Farizeeën stellen Jezus een vraag over het al dan niet mogen verstoten van een vrouw. Maar als we goed opletten, dan merken we dat zij dat niet doen om werkelijk Zijn gedachten te horen over het huwelijk, maar in de hoop Hem misschien iets te horen zeggen waarmee zij Hem later kunnen beschuldigen dat Hij de mensen dingen leert die niet overeenkomen met Gods Woord. Jezus verlegt echter de focus naar de vraag wat in deze, de wil van God is. Wat heeft God werkelijk gewild voor de mens toen Hij de mens als man en vrouw heeft voortgebracht. Jezus gaat dan terug naar de bijbelse tekst die we in de eerste lezing zonet gehoord hebben. Daar sprak het Woord duidelijk over een eenheid van hart tussen man en vrouw, gesymboliseerd door het uit een rib van de man boetseren van de vrouw. Ook spreekt het Woord over de bewondering en de vreugde als basis van de relatie tussen man en vrouw, en over het besef elkaar tot geschenk te zijn. Zij mogen elkaar pas ontmoeten na een diepe slaap want ze zijn elkaar door God gegeven. Zo is hun relatie in het huwelijk een roeping. Met dit bijbelse oerverhaal als het ware in de hand, vraagt Jezus dan wat de wil van God de Vader zou kunnen zijn voor het huwelijk. God wil datgene dat man en vrouw gelukkig maakt, dat hen lichamelijk en vooral geestelijk één maakt. Al zijn wij mensen onvolmaakt en halen wij dit ideaal geregeld niet, toch leert Jezus ons hier de onverbreekbaarheid van het huwelijk als de fundamentele roeping van man en vrouw in hun huwelijksrelatie.

Evangelie: Marcus 10: 2-12

In die tijd kwamen er Farizeeen die Jezus vroegen: “Staat het een man vrij zijn vrouw te verstoten?” Daarmee wilden zij Hem op de proef stellen. Hij antwoordde hun met een wedervraag: “Wat heeft Mozes u voorgeschreven?” Zij zeiden: “Mozes heeft toegestaan een scheidingsbrief op te stellen en haar weg te zenden.” Doch Jezus antwoordde hun: “Om de hardheid van uw hart heeft hij die bepaling voor u neergeschreven. Maar in het begin, bij de schepping, heeft God hen als man en vrouw gemaakt. Daarom zal de man zijn vader en moeder verlaten om zich te binden aan zijn vrouw en deze twee zullen één vlees worden. Zo zijn zij dus niet langer twee, één vlees als zij geworden zijn. Wat God derhalve heeft verbonden mag een mens niet scheiden.” Thuis ondervroegen de leerlingen Hem nogmaals daarover. Hij sprak tot hen: “Wie zijn vrouw wegzendt en een andere huwt maakt zich tegenover haar schuldig aan echtbreuk. En wanneer zij haar man verlaat en een andere huwt begaat zij echtbreuk.”

Overweging:

In de lezingen van deze zondag spreekt God tot ons over het huwelijk. Het is geen gemakkelijk en vanzelfsprekend onderwerp in de moderne maatschappij, ook in Suriname niet. En toch is het huwelijk een wezenlijk onderdeel van Gods plannen voor de mens.

In onze Katholieke Kerk noemen wij een huwelijk niet zomaar een contract zoals je dat bij de notaris sluit. Wij noemen het huwelijk een verbond en een sacrament. Het woord ‘verbond’ doet altijd denken aan God die steeds weer een verbond sluit met Zijn volk. We lezen bijvoorbeeld in de Bijbel over een verbond dat God sloot met Noach, later met Abraham. En dan in het boek Exodus lezen we over het verbond dat God met het volk Israël sloot op de berg Horeb. Eeuwen later, op de berg Calvarië, verbreedt God dit eerste verbond met Israël door het kruisoffer en het bloed van Christus Zijn Zoon tot een nieuw, altijddurend verbond voor alle volkeren.

Als wij, christenen, dus over het huwelijk spreken als een verbond, dan belijden we daarmee dat man en vrouw geroepen zijn om in deze verbintenis, in navolging van God die altijd trouw is, elkaar liefde en vriendschap te schenken. Daarom zegt onze Katholieke Kerk heel nadrukkelijk: het huwelijk is een roeping! Het is een roeping waarin man en vrouw met elkaar een verbond sluiten. In de loop der jaren zullen ze -met God in hun midden- proberen om net zo trouw van elkaar te houden zoals God met ons mensen omgaat. 

Het huwelijk is een roeping: man en vrouw geven elkaar natuurlijk volop ruimte om zichzelf te zijn en geven elkaar de ruimte zich te ontplooien, maar in hun denken en dagelijks leven zijn ze geroepen elkaar nabij te zijn in een wezenlijke eenheid van hart en ziel. Heel concreet betekent dit: zorgzame aandacht hebben voor elkaars welzijn en attent zijn of de partner echt gelukkig is;  je vrijmaken van je eigen gedachten om met het hart te luisteren naar wat je partner met je wilt delen en nodig heeft;  elkaar steeds betrekken bij wat er leeft en speelt in je hart;  geen belangrijke beslissingen nemen zonder je partner daarin te betrekken;   de roeping om intimiteit te schenken aan je partner en door tederheid en aanhankelijkheid de liefde met je huwelijkspartner hartelijk en warm te houden. Het huwelijk is ook een roeping om de kinderen geborgenheid, een veilige omgeving en een gedegen opvoeding te geven.

Tenslotte: we hoorden Jezus zonet in het evangelie zeggen: “Dat wat God verbonden heeft, dat mag de mens niet scheiden”. Zo leert Jezus zelf ons dat God het huwelijk bedoeld heeft als onontbindbaar, onverbreekbaar, als een verbond “tot de dood ons scheidt”. Dit is voor vele mensen best heel moeiljk, want we weten allemaal hoeveel huwelijken en relaties ondanks alle goede bedoelingen toch eindigen in spanningen, scheiding en uit elkaar gaan. Hoe kunnen we dan dit moeilijke punt van de onontbindbaarheid van het sacramentele huwelijk goed begrijpen? 

Misschien kunnen deze gedachten wat helpen. We zien in de evangelielezing dat Jezus zich vooral richt op God Zijn Vader. In de natuur mag alles relatief zijn, maar bij God is er standvastigheid en zekerheid. Zo is het verbond van God met de mensen standvastig en eeuwig: Hij blijft trouw, wat de mensen ook doen of hoe ver ze zich ook van Hem afkeren. Welnu, de roeping van de gelovige mens is dan, om in zijn of haar huwelijksleven steeds weer te proberen om zich te laten inspireren door het voorbeeld van Gods liefde. Om echt toegewijd te zijn aan de vredige, gelukkige sfeer binnen de huwelijksrelatie. Om de zorgzaamheid en het respect voor elkaar uit te bouwen, elkaar te verdragen, te vergeven en te beminnen. Tot de dood je scheidt. We weten dat velen dat niet hebben gehaald en op gegeven moment toch uit elkaar gingen. Maar desondanks blijven we als katholieken geloven in dit bijzondere ideaal. Waarom? Omdat als het huwelijk voor Gods Zoon een hele bijzondere roeping is, wij onze Herder ook hierin willen volgen en willen luisteren naar Zijn leer. Laten we elkaar daarom blijven oproepen om onze jongeren goed te vormen en te begeleiden in hun innerlijke groei als persoon, zodat zij zo goed mogelijk zijn toegerust om het levensgeluk te mogen ervaren van een standvastig, onverbrekelijk huwelijksleven. We weten, elke mens is onvolmaakt en kent vele gebreken. Laten we daarom ook steeds bidden voor elkaar, bidden voor de gehuwden, bidden voor de Kerkgemeenschap, en vooral bidden voor onze jongeren: dat zoveel mogelijk mensen de levensvreugde mogen beleven van een gelukkig huwelijk.



Categorieën:geloof en leven

Tags: ,

1 reply

  1. I-Ling Tjon Pian Gi's avatar

    Beste,

    Gelieve de emails naar dit adres stop te zetten.

    Mijn nieuw emailadres is: ilingtpg@live.nl

    Hartelijk dank.

    Mevr. I-Ling Tjon Pian Gi

    Leiding 11 # 52

    District Wanica

    M: +597 8845 833

    @: ilingtpg@live.nl ilingtpg@live.nl

    Like

Plaats een reactie