Commentaar op de Lezingen van Pinksteren (Jaar B) door pater Esteban Kross 

Achtergrond van de eerste lezing (Handelingen der Apostelen 2: 1-11)

In Handelingen der Apostelen wordt de ontwikkeling van de jonge Kerk beschreven. Het gebeuren van Pinksteren speelt daarin een cruciale rol. Het Joodse Pinksterfeest vierde zowel de gaven van de natuur, waar de Israelieten God jaarlijks heel bijzonder voor dankten, maar het gedacht ook de gave van de Torah op de berg Sinaï toen Mozes van God door de leiding van de Heilige Geest de tien geboden ontving. Wanneer dan de apostelen op het Pinksterfeest de uitstorting van de Heilige Geest ontvangen, roepen de beelden van de hevige stormwind en de tongen van vuur dat indrukwekkende gebeuren van de berg Sinaï in gedachten. Opnieuw geeft God Zijn Geest, maar nu niet aan slechts één volk, zoals in de tijd van Mozes, maar nu aan alle volkeren die door de verkondiging van de apostelen en de Kerk der eeuwen deel zullen worden van de verlossing in Christus. De Heilige Geest brengt eenheid tussen gelovigen van allerlei culturen en talen, en herstelt zo de eenheid die in het verhaal van de toren van Babel verbroken was door de hoogmoed van een mensheid die aan God gelijk wilde zijn.

Eerste lezing: Handelingen der Apostelen 2: 1-11

Toen de dag van Pinksteren aanbrak waren allen bijeen op dezelfde plaats. Plotseling kwam uit de hemel een gedruis alsof er een hevige wind opstak en heel het huis waar zij gezeten waren was er vol van. Er verscheen hun iets dat op vuur geleek en dat zich, in tongen verdeeld, op ieder van hen neerzette. Zij werden allen vervuld van de heilige Geest en zij begonnen te spreken in vreemde talen, naargelang de Geest hun te vertolken gaf. Nu woonden er in Jeruzalem Joden, vrome mannen die afkomstig waren uit alle volkeren onder de hemel. Toen dat geluid ontstond liepen die te hoop en tot hun verbazing hoorde iedereen hen spreken in zijn taal. Zij waren buiten zichzelf en zeiden vol verwondering: “Maar zijn al die daar spreken dan geen Galileeërs? Hoe komt het dan dat ieder van ons hen hoort spreken in zijn eigen moedertaal? Parten, Meden en Elamieten, bewoners van Mesopotamië, van Judea en Cappadocië, van Pontus en Asia, van Frygië en Pamfylië, Egypte en het gebied van Libië bij Cyrene, de Romeinen die hier verblijven, Joden zowel als proselieten, Kretenzen en Arabieren, wij horen hen in onze eigen taal spreken van Gods grote daden.”

Tussenzang:  Psalm 104

Antifoon: ZEND GIJ UW GEEST, DAN KOMT ER WEER LEVEN,

DAN MAAKT GIJ UW SCHEPPING WEER NIEUW.

1. Verheerlijk, mijn ziel, de Heer,

wat zijt Gij groot, Heer mijn God.

Hoe veel is het wat Gij gedaan hebt, Heer,

de aarde is vol van Uw schepsels.

2. Neemt Gij hun geest weg dan komen zij om,

en keren terug tot de aarde.

Maar zendt Gij Uw Geest, dan komt er weer leven,

dan maakt Gij Uw schepping weer nieuw.

3. De roem van de Heer blijve eeuwig bestaan,

Hij vinde Zijn vreugde in al Zijn schepsels;

Mogen mijn woorden Hem aangenaam zijn,

Dan zal ik mij in de Heer verheugen.

Achtergrond van de tweede lezing (1 Korintiërs 12: 3b-7. 12-13)

In de kerkgemeente van de stad Korinte was er verdeeldheid ontstaan. Paulus kaart deze onderlinge verdeeldheid al gelijk aan in de eerste regels van zijn brief. Hij is hier duidelijk verdrietig over, want hij weet dat de Heilige Geest de Kerk tot eenheid wilt leiden. Juist omdat alle leden van de Kerk bij hun doopsel de Heilige Geest hebben ontvangen, is de Geest de eenheid-scheppende kracht onder Christelijke gelovigen. Er zou dus eigenlijk geen verdeeldheid mogen zijn in de Kerk. Alle gelovigen hebben door de Heilige Geest hun eigen gaven en verschillende taken en ambten gekregen binnen de Kerk en dat moet juist leiden tot een levendige Kerk die in eenheid getuigt van de verrijzenis van Christus. Paulus roept op tot een Kerkgemeenschap die Gods Woord in eensgezindheid bewaart en uitdraagt.

Tweede lezing: 1 Korintiërs 12: 3b-7. 12-13

Broeders en zusters,  Niemand die zegt: “Jezus is vervloekt” staat onder invloed van de geest van God; en niemand kan zeggen: “Jezus is de Heer” tenzij door de heilige Geest. Er zijn verschillende gaven maar slechts één Geest. Er zijn vele vormen van dienstverlening maar slechts één Heer. Er zijn allerlei soorten werk maar er is slechts één God die alles in allen tot stand brengt. Maar aan ieder van ons wordt de openbaring van de Geest meegedeeld tot welzijn van allen. Het menselijk lichaam vormt met zijn vele ledematen één geheel; alle ledematen, hoe vele ook, maken tezamen één lichaam uit. Zo is het ook met de Christus. Wij allen, Joden en Grieken, slaven en vrijen zijn immers in de kracht van één en dezelfde Geest door het doopsel één enkel lichaam geworden en allen werden wij gedrenkt met één Geest.

Achtergrond van de evangelielezing:  (Johannes 20: 19-23)

Johannes verkondigt de verrijzenis van Christus op diepzinnige, theologische wijze. Hij laat zien dat de Heilige Geest de belangrijkste gave is van de verrezen Heer aan de Kerk. Daarom blaast de verrezen Christus over Zijn apostelen en zegt hun daarbij “Ontvangt de Heilige Geest”, precies zoals de Vader aan het begin van de schepping Adam de Heilige Geest in de neus inblies en Adam tot levend wezen maakte. Zo is de gave van de Heilige Geest een wezenlijk deel van het Paasmysterie: Gods Zoon verlost de wereld door Zijn kruisoffer en verrijst uit de dood als “de eerstgeborene van heel de schepping” zoals Paulus het zegt in Kolossenzen 1:15. Met de hemelvaart keert Hij terug tot de Vader en zendt dan vanuit de heerlijkheid met de Vader de Heilige Geest over de Kerk.

Evangelie: Johannes 20: 19-23

In de avond van die eerste dag van de week, toen de deuren van de verblijfplaats der leerlingen gesloten waren uit vrees voor de Joden, kwam Jezus binnen, ging in hun midden staan en zei: “Vrede zij u.” Na dit gezegd te hebben toonde Hij hun zijn handen en zijn zijde. De leerlingen waren vervuld van vreugde toen zij de Heer zagen. Nogmaals zei Jezus tot hen: “Vrede zij u. Zoals de Vader Mij gezonden heeft zo zend Ik u.” Na deze woorden blies Hij over hen en zei: “Ontvangt de heilige Geest. Wier zonden gij vergeeft hun zijn ze vergeven, en wier zonden gij niet vergeeft hun zijn ze niet vergeven.”

Overweging:

Al vanaf het begin van de Bijbel, het Woord van God, vinden we verwijzingen naar de Heilige Geest. De allereerste woorden van het Woord zijn: “In den beginne schiep God de hemel en de aarde. De aarde was woest en leeg, duisternis lag over de diepte;  en de Geest van God zweefde over de wateren” (Genesis 1: 1-2).

De Heilige Geest die zweeft over de wateren: dat is het bijbelse beeld van hoe de Geest het leven voortbrengt! Alle leven: van vissen, dieren, bloemen, planten en van de mens, is voortgekomen omdat de Geest van God zweefde over de lege, donkere, levenloze wateren.

Maar, zoals op zoveel plekken in Gods Woord, heeft ook deze tekst een diepere betekenis. Ook nu wilt Gods Geest zweven over de donkere, levenloze wateren van elk menselijk duister. Gods Geest wilt leven voortbrengen waar er onder mensen donkere wateren zijn van spanningen en jarenlange ruzies. Gods Geest wilt leven voortbrengen waar er donkere wateren zijn van eenzaamheid, of wanhoop, of van een cynische houding die in niets meer gelooft. Gods Geest wilt zweven over de wateren van ons hart, om ons enthousiasme weer tot leven te brengen voor een betere samenleving, of voor fijne relaties in de gezinnen van onze Surinaamse samenleving. Gods Geest wilt ons weer tot leven roepen wanneer we ontmoedigd waren geraakt door een reeks van teleurstellingen in ons leven.

In dat scheppingsverhaal, op die eerste bladzijde van de Bijbel, vervolgt het Woord van God: “Toen sprak God: Er zij licht. En er was licht. En God zag dat het licht goed was” (Gen. 1:3-4a).

Hiermee geeft God aan dat Hij door het stille werken van Zijn Geest altijd licht zal brengen in het duister van menselijke oorlogen of negatieve verhoudingen. Hij zal Zijn Geest altijd doen zweven over het duister van armoede en menselijke uitbuiting. Gods Geest zal steeds weer het licht doen her-oplaaien van zorgzaamheid onder mensen, van betrokkenheid bij de zorgen van anderen en de inspiratie die nieuwe hoop kan brengen voor hen die een tijdlang in duister leefden.

Het Latijn voor Geest is ‘Spiritus’. Dit Latijnse Spiritus komt dan terug in Nederlandse woorden als “inspiratie”, geïnspireerd zijn”. Daar waar mensen geleid worden door Gods Geest, daar brengt de Heilige Geest licht in hun denken, daar inspireert Hij hun tot liefde, tot creativiteit en tot inzet voor het welzijn en de waardigheid van anderen.

Jezus spreekt zelf over die inspiratie, dus over dat vervuld worden en geleid worden door de Heilige Geest. In Johannes 14:26 horen we Jezus zeggen: “Maar de Helper, de heilige Geest, die de Vader in mijn Naam zal zenden, Hij zal u alles leren en u alles in herinnering brengen wat Ik u gezegd heb”. De Heilige Geest wil ons dus helpen om Jezus’ woorden dieper te begrijpen, om ze als het ware door te vertalen naar wat we kunnen verstaan en wat ons kracht en richting kan geven in ons concrete bestaan. Zo kan het bijvoorbeeld gebeuren dat toen we vastzaten in het duister van langdurige ruzies en verwijten, en we in dat duister niet wilden zien dat Jezus dit niet voor ons wilde. Maar de Heilige Geest heeft ons op gegeven moment wakker geschud en ons doen inzien wat Jezus ons in feite heeft gezegd. We begonnen in te zien hoe Zijn woorden en Zijn voorbeeld op dat moment nog te weinig navolging vond in ons leven. We waren te druk bezig met onszelf te verdedigen en onze meningen te bevestigen. Maar toen bracht de Geest ons in herinnering en tot het inzicht dat Jezus ons in deze concrete situatie wilt aanzetten tot geduld, tot trouwe inzet voor het goede, tot vergevingsgezindheid en zachtmoedigheid.

Zo bidden we met dit feest van Pinksteren om de volheid van de Heilige Geest. Christus heeft ons allen reeds met het doopsel de Heilige Geest geschonken en die gave verdiept en versterkt Hij in het sacrament van het vormsel. Als wij Hem er geregeld om bidden, zal Zijn Geest blijven zweven over de wateren van ons hart en zal Hij steeds het licht voortbrengen van al die goede eigenschappen die een waarlijk gelovig mensenleven zo boeiend kunnen maken. Wat wil het zeggen om echt “geïn-spireerd”, dat wil zeggen: zo vervuld en geleid door Gods “Spiritus”, die ons “in-spireert” tot liefde, waarheid en hoop.

Daarom wil ik ook dit jaar bij dit feest van Pinksteren dat  eeuwenoude gebed bidden om de Heilige Geest. De ouderen onder ons hebben dit gebed nog geleerd van de paters, de fraters en de soeurs van vroeger. En de jongeren die het gebed misschien nog niet kennen, roep ik op om het uit het hoofd te leren, en het vaak te bidden, want dit gebed heeft heel veel kracht:

“Kom, Heilige Geest, vervul de harten van uw gelovigen en ontsteek in hen het vuur van uw liefde. Zend uw Geest uit en alles zal herschapen worden. En Gij zult het aanschijn van de aarde vernieuwen.

Laat ons bidden: God, Gij hebt de harten van de gelovigen door de verlichting van de Heilige Geest onderwezen: geef dat wij door die Heilige Geest de ware wijsheid mogen bezitten, en ons altijd over zijn vertroosting verblijden. Door Christus onze Heer. Amen”.



Categorieën:geloof en leven

Tags: ,

Plaats een reactie