Commentaar op de Lezingen van de 1e Zondag van de Advent  (Jaar C) door pater Esteban Kross

Achtergrond van de eerste lezing (Jeremia 33: 14-16)

De profeet Jeremia kondigde met krachtige woorden het onheil aan dat over Israël zou komen als zij zouden volharden in hun onoprechtheid, hun religieuze onverschilligheid en afgoderij, en het morele verval dat zo sterk de samenleving uit Jeremia’s tijd kenmerkte. Maar toch kondigde Jeremia ook het heil aan dat God in Zijn barmhartigheid toch zal doen opbloeien. God maakt een nieuw begin door de Messias, Zijn eigen Zoon die Hij uit het geslacht van koning David geboren zal doen worden. De Messias zal het unieke voorbeeld zijn van een Herder zoals God de Vader zich die voor de mensheid wenst: eerlijk en rechtvaardig. Slechts met gerechtigheid zal er blijvende vrede en welzijn zijn onder de mensen. Gerechtigheid is het doen van Gods wil. Gerechtigheid is het nastreven van een samenleving van sjaloom.

Eerste lezing: Jeremia 33: 14-16

Zo spreekt de Heer: Er komt een tijd dat Ik de belofte vervul die Ik aan Israël en Juda gedaan heb. Dan schenk Ik David een wettige afstammeling, die het land rechtvaardig en eerlijk bestuurt. In die dagen wordt Juda gered en is Jeruzalem veilig. En de stad zal heten: Heer, onze gerechtigheid.

Tussenzang: Ps. 25

Refrein: TOT U IN DE HOGE RICHT IK MIJN GEEST,TOT U, HEER MIJN GOD.

1. Wijs mij Uw wegen, Heer, leer mij Uw paden kennen. Leid mij volgens Uw Woord, want Gij zijt mijn Verlosser.

2. De Heer is goed en rechtschapen,  daarom wijst Hij zondaars de weg. Hij leidt de geringe langs eerzame paden, Hij leert de eenvoudige wat hij moet doen.

3. De wegen van God zijn goed en  betrouwbaar voor ieder die Zijn Verbond  onderhoudt. Een vriend is de Heer voor  hen die Hem vrezen, Hij toont hen de  waarde van Zijn Verbond.

Achtergrond van de tweede lezing: (1 Tessalonicenzen 3: 12- 4:2)

De eerste brief van Paulus aan de Christenen van de stad Tessalonica is zijn oudste brief. Paulus spreekt in deze brief verschillende keren over zijn dankbaarheid aan de gelovigen van Tessalonica en vraagt hen om in gebed met elkaar verbonden te blijven. De tekst die wij op deze eerste zondag lezen, volgt op een vers waarin Paulus schrijft dat hij God bidt dat hij opnieuw naar Tessalonica mag gaan. Hij spoort de mensen aan te blijven groeien in liefde en een voorbeeldig leven te leiden. Geloven in God is één ding, maar je leven ook door dat geloof kleur laten krijgen, is een andere zaak. Voor Paulus hoort bij geloven een zekere levensstijl, die ons door Christus zelf is aangereikt: elkaar liefhebben; een oprecht, eerlijk en integer leven leiden; met eerlijke arbeid in je onderhoud voorzien.

Tweede lezing: 1 Tessalonicenzen 3: 12- 4:2

Broeders en zusters, moge de Heer u overvloedig doen toenemen in liefde voor elkaar en voor alle mensen zoals ook mijn liefde uitgaat naar u. Hij sterke uw hart, zodat gij onberispelijk zijt en heilig voor het aanschijn van God onze Vader bij de komst van onze Heer Jezus met al zijn heiligen. Voor het overige, broeders en zusters, vragen en vermanen wij u in de Heer Jezus, dat gij de overlevering die gij van ons hebt ontvangen, de overlevering namelijk over een levenswandel die God welgevallig is, nog trouwer naleeft dan gij al doet. Gij kent de voorschriften die wij u op gezag van de Heer Jezus gegeven hebben.

Achtergrond van de evangelielezing:  (Lucas 21: 25-28. 34-36)

Op de eerste zondag van de advent, kijkt de Kerk in haar liturgie nog niet zozeer naar de verwachting van die eerste komst van Christus, tweeduizend jaar geleden, toen Gods Zoon na eeuwen van aankondiging door de profeten geboren is in de stal van Bethlehem. Nee, aan het begin van de advent richt de liturgie zich op de tweede komst van Christus, wanneer Hij zal wederkomen in heerlijkheid, zal oordelen over de levenden en de doden, en de verlossing zal voltooien. Wanneer Zijn tweede komst zal zijn, weet niemand: noch voor ons persoonlijke leven, noch voor het einde der wereld. Daarom roept Christus op tot waakzaamheid en geloof.

Evangelie: Lucas 21: 25-28. 34-36

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Er zullen tekenen zijn aan zon, maan en sterren en op de aarde zullen volkeren in angst verkeren, radeloos door het gebulder van de onstuimige zee. De mensen zullen het besterven van schrik, in spanning om wat de wereld gaat overkomen. Want de hemelse heerscharen zullen in verwarring geraken. Dan zullen zij de Mensenzoon zien komen op een wolk, met macht en grote heerlijkheid. Wanneer zich dit alles begint te voltrekken, richt u dan op en heft uw hoofden omhoog want uw verlossing komt nabij. Zorgt er voor dat uw geest niet afgestompt raakt door een roes van dronkenschap en de zorgen van het leven; laat die dag u niet onverhoeds grijpen als in een strik; want hij zal komen over alle mensen, waar ook ter wereld. Weest daarom altijd waakzaam en bidt dat ge in staat moogt zijn te ontkomen aan al die dingen die zich gaan voltrekken, en dat ge stand moogt houden voor het aangezicht van de Mensenzoon.”

Overweging:

Ik zou deze eerste adventszondag de lezingen met u willen overwegen vanuit het thema: “Weest waakzaam, opdat uw geest niet afgestompt raakt”.

Op de eerste zondag van de advent, terwijl vele mensen al helemaal verlangen naar de sfeer van de adventskrans, van brandende kaarsen en mooie adventsliederen als voorbereiding op de komst van het Kind, weerklinkt in de liturgie een evangelielezing over het einde van de wereld. Elk jaar is dat zo; dit jaar uit het evangelie van Lukas. Waarom is dit zo belangrijk voor de Kerk: om op de eerste zondag van de gezellige, romantische adventstijd toch altijd te lezen over het einde der tijden, over de spanningen tussen verlangens en verwachtingen en toch moeten wachten, over catastrofale cosmische gebeurtenissen en het uitzien naar de wederkomst in heerlijkheid van Christus, die het einde der tijden zal komen voltrekken?

Een reden is dat het kennen van de uiteindelijke uitkomst ons bewust moet maken van hoe belangrijk het pad is om daar te komen. Als je weet wat het uiteindelijke resultaat is, namelijk Gods rijk van vrede en goedheid, dan kunnen alle strijd en duisternis en mislukking, en al deze dingen die deel uitmaken van de menselijke conditie, in een ander perspectief worden geplaatst.

Het einde der tijden wordt in de bijbel beschreven met dramatische beeldspraak: dingen vallen uit elkaar, zon en maan en sterren vallen van de hemel en alles om ons heen stort in. We weten dat er nogal wat Christenen zijn die de aggressiviteit van de moderne samenleving, de vele oorlogen en terroristische aanslagen en geweld, maar ook de coronapandemie en vele natuurrampen met enorme hoeveelheden aan doden en vernietiging, zien als een teken dat het einde der tijden nu wel heel nabij is. Dat we in de eindtijd leven. Dat Christus nu heel gauw zal wederkomen.

We weten natuurlijk niet of we al in de eindtijd leven, eenvoudigweg omdat we Jezus twee zondagen geleden nog heel helder hoorden zeggen in het evangelie van Marcus: “Wanneer die tijd zal zijn,dat weet niemand: de engelen niet, zelfs de Zoon niet, alleen de Vader weet dat”.

Maar het allerbelangrijkste is om steeds weer te horen dat Jezus ons met nadruk oproept: Zorgt er voor dat uw geest niet afgestompt raakt door een roes van dronkenschap en de zorgen van het leven; laat die dag u niet onverhoeds grijpen als in een strik; want hij zal komen over alle mensen, waar ook ter wereld. Weest daarom altijd waakzaam!”

Bij het waakzaam zijn gaat het er om, om verbonden te blijven met Christus, om trouw te blijven aan die weg die Hij ons op zovele wijzen aanwijst, en dat is absoluut niet vanzelfsprekend of altijd gemakkelijk. Jezus’ oproep: “Weest altijd waakzaam” is ook voor onze tijd heel actueel. Wij moeten waakzaam zijn omdat wij zonder het door te hebben steeds verder verwijderd kunnen raken van de waarden die het wezen uitmaken van Gods visie. Wij moeten waakzaam zijn, omdat er een reëel gevaar is dat onze geest afgestompt kan raken, zegt Jezus.

Onze bisschop Mgr.Choennie heeft daar heel krachtig de aandacht voor gevraagd in zijn boodschap bij de 46e Onafhankelijkheidsdag van Suriname. “Moni no e tyari koloku. No meki a kori yu”, zei de bisschop verschillende keren in zijn boodschap. Het was een oproep om waakzaam te zijn ten opzichte van de corrumperende invloed van geld, eigenbelangen en onverschilligheid. De waakzaamheid is nodig omdat het verval van waarden en normen en de corrumperende veranderingen in je manier van denken en handelen, vaak zo geleidelijkaan gaan, dat er waakzaamheid nodig is om ze te herkennen. Waakzaamheid en zelf-reflectie.

Daarom zegt de bisschop in zijn boodschap: “Na al deze harde lessen hebben we nog steeds niet geleerd dat moni no e tyari koloku, no meki a kori yu. We kunnen niet meer blijven uitgeven dan we verdienen. Maar geen enkele regering gaat u komen vertellen dat we het sober aan moeten doen of ze zullen dat wel van ons vragen maar zelf niet het voorbeeld geven. We omringen onzelf graag met statussymbolen zoals dure auto’s en de laatste mode. Tien jaren lang hebben we boven onze stand geleefd en hebben miljarden schulden opgebouwd en toch leren we niet dat moni no e tyari koloku”.

Laten we de boodschap van de bisschop deze advent blijven lezen en erover praten. Want de adventstijd is niet alleen een romantische tijd van gezelligheid, kerstdineetjes en lekker eten, vooruitlopend op kerstmis. Nee, de adventstijd herinnert ons eraan dat Hij die tweeduizend jaar geleden geboren werd in de stal van Bethlehem, elke dag opniew met ons is en steeds weer tot ons zegt: ”Wees altijd waakzaam”. De adventstijd is daarom ook een tijd van bezinning en dat is heel hard nodig. Er is veel onvrede in de samenleving door onrechtvaardigheid die mensen dagelijks om zich heen ondervinden, door onnodig armoedige omstandigheden van ons onderwijs en onze gezondheidszorg, en door gebrekkige ontplooiingskansen voor grote delen van de Surinaamse samenleving als rechtstreeks gevolg van de hebzucht, van slecht bestuur en van niet nagekomen beloften van velen van onze politici en vooraanstaanden. De drang naar geld en invloed corrumpeert en zonder waakzaamheid en zelf-reflectie wordt je gemakkelijk meegesleurd.

De adventstijd is een tijd van bezinning en van het ons opnieuw richten op de bronnen van de visie waarvoor Christus bij Zijn eerste komst, tweeduizend jaar geleden, in onze wereld geboren is. In de eerste lezing uit de profeet Jeremia wordt al heel krachtig aangegeven welke de waarden zijn van die visie: Er komt een tijd dat Ik de belofte vervul die Ik aan Israël en Juda gedaan heb. Dan schenk Ik David een wettige afstammeling, die het land rechtvaardig en eerlijk bestuurt”. Er is echte waakzaamheid nodig om deze woorden steeds weer tot je door te laten dringen en ze dan te vertalen naar een levenshouding in de hedendaagse wereld, die ondanks alle complexe problemen van de moderne tijd, toch trouw probeert te blijven aan deze waarden.

Alleen als wij waakzaam blijven en over ons leven nadenken en bereid zijn om waar nodig ook veranderingen aan te brengen, zullen wij na onze dood, wanneer Christus ons tegemoet zal komen in heerlijkheid, in rust en geloof verantwoording kunnen afleggen van hoe wij geleefd hebben en wat wij concreet gedaan hebben met de vele mogelijkheden tot liefde, eerlijkheid en barmhartigheid die ons steeds weer gegeven werden in de loop van ons leven. Laten wij deze advent bij die bezinning de boodschap van de bisschop ter hand nemen. Moge Christus ons zo wijsheid en inzicht schenken door de genade van de Heilige Geest. “Weest dus waakzaam, want gij weet niet op welke dag uw Heer komt”.



Categorieën:geloof en leven

Tags: ,

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: