Achtergrond van de eerste lezing (Jesaja 60: 1-6)
Rond 540 v.Chr. verslaan de Perzen de Babyloniërsen worden de nieuwe grootmacht in het Midden-Oosten. Zij staan de Joodse ballingen toe om weer terug te keren naar Israël en een nieuwe tempel voor Jahweh te bouwen in Jeruzalem. Na een enthousiast begin, blijken echter na enkele jaren dat er toch weer spanningen zijn gegroeid en dat er toch velen zijn die niet leven naar de idealen en waarden van Gods wet. Een profeet staat op die oproept tot bekering, maar hij benadrukt daarin de hoop: niet de menselijke tekorten hebben het laatste woord, maar de kracht van Gods verlossende liefde. Hij drukt dat uit in pakkende beeldspraak zoals opstaan, zien dat de glorie van God over Zijn volk opgaat, en dat God vele volkeren en mensen samenbrengt in een messiaanse vreugde. Met de geboorte van Gods Zoon te Bethlehem begint de vervulling van deze profetie.
Eerste lezing: Jesaja 60: 1-6
Sta op, laat het licht u beschijnen, Jeruzalem, want de Zon gaat over u op en de glorie van de Heer begint over u te schijnen. Want zie: duisternis bedekt de aarde, het donker de volkeren maar over u gaat de Heer op en zijn glorie is boven u verschenen. Volkeren komen af op uw licht, koningen op de luister van uw dageraad. Sla uw ogen op en zie om u heen: van overal stromen ze naar u toe, uw zonen komen van verre, uw dochters draagt men op de arm. Bij het zien hiervan zult gij met blijdschap worden vervuld en uw hart zal bonzen en wijd worden van vreugde. Want de schatten der zee gaan over in uw bezit, de rijkdommen der volkeren worden aan u afgedragen. Een zee van kamelen bedekt u, jonge kamelen van Midjan en Efa. Alle bewoners van Sjeba trekken naar u toe; ze voeren goud en wierook aan en verkondigen luide de roem van de Heer.
Tussenzang: Psalm 72
Refrein: ALLE VOLKEN DER AARDE HULDIGEN U, HEER.
1. Mijn God, verleen de koning Uw wijsheid,
de koningszoon Uw rechtvaardigheid.
Rechtvaardigheid zal in zijn dagen ontbloeien
en welvaart alom tot het einde der maanden.
2. Regeren zal hij van zee tot zee,
vanaf de rivier tot de grens van de aarde.
Vorsten van Tarsis, van verre kusten,
zenden geschenken,
Arabische heersers en Etiopen
betalen Hem accijns:
Hem huldigen alle vorsten der aarde
en alle volken dienen Hem.
3. De arme die steun vraagt zal Hij bevrijden,
de ongelukkige zonder hulp.
Hij zal zich ontfermen over misdeelden,
de zwakken schenkt Hij weer levensmoed.
Achtergrond van de tweede lezing (Efesiërs 3: 2-3. 5-6)
Ook in de brief van Paulus aan de Efesiërs horen we, net als in de profetie van Jesaja 60 in de eerste lezing en in psalm 72 die we daarna hoorden, dat God volkeren in Christus samenbrengt om vrede en een hernieuwde schepping tot stand te brengen. De volkeren zijn in Christus geen vreemdelingen of buitenstaanders meer, maar huisgenoten van God. Heel sterk benadrukt het Woord hier hoezeer voor God alle volkeren, naties en culturen meedoen en tezamen delen in de belofte van het evangelie.
Tweede lezing: Efesiërs 3: 2-3. 5-6
Broeders en zusters, Gij hebt toch vernomen hoe zich de genade Gods heeft verwezenlijkt die mij met het oog op u gegeven is; door openbaring is mij de kennis van het geheim meegedeeld, zoals ik het reeds in het kort heb beschreven. Nooit is het onder vroegere geslachten aan de kinderen der mensen bekend gemaakt, zoals het nu door de Geest is geopenbaard aan zijn heilige apostelen en profeten: dat de heidenen in Christus Jezus medeërfgenamen zijn, medeleden en mededeelgenoten van de belofte door middel van het evangelie.
Achtergrond van de evangelielezing: (Matteüs 2: 1-12)
De evangelist Matteüs richt zich in de eerste twee hoofdstukken van zijn evangelie vooral op de vraag wie er mee zullen doen met alles wat God in en door Zijn Zoon aan het doen is. Eerst was er Jozef, uit het gelacht van David en dis echt deel van het volk Israël. Door geloof te schenken aan de woorden van de engel in de droom, wordt Jozef deel van de komst van de Messias en geeft Hem de naam Jezus: “God redt”. Daarna zijn er de wijzen uit het oosten. Met verwijzingen naar teksten uit het Oude Testament, zoals Jesaja 60 en psalm 72, laat Mattheüs zien hoezeer Jezus gekomen is als een Redder voor alle volkeren en hoe met Zijn geboorte het licht van Gods genade over alle naties opgaat en allen uitnodigt tot geloof.
Evangelie: Matteüs 2: 1-12
Toen Jezus te Betlehem in Juda geboren was, ten tijde van koning Herodes, kwamen er te Jeruzalem wijzen uit het oosten en vroegen: “Waar is de pasgeboren koning der Joden? Want wij hebben zijn ster in het oosten gezien en zijn gekomen om Hem onze hulde te brengen”. Toen koning Herodes dit hoorde werd hij verontrust en heel Jeruzalem met hem. Hij riep alle hogepriesters en schriftgeleerden van het volk bijeen en legde hun de vraag voor waar de Christus moest geboren worden. Zij antwoordden hem: “Te Betlehem in Juda. Zo immers staat er geschreven bij de profeet: “En gij Betlehem, landstreek van Juda, gij zijt volstrekt niet de geringste onder de leiders van Juda, want uit u zal een leidsman te voorschijn treden, die herder zal zijn over mijn volk Israël””. Toen ontbood Herodes in het geheim de wijzen en hij vroeg hun nauwkeurig naar de tijd waarop de ster verschenen was. Daarop zond hij hen naar Betlehem met de opdracht: “Gaat een zorgvuldig onderzoek instellen naar het Kind, en wanneer gij het gevonden hebt, bericht het mij dan opdat ook ik het hulde kan gaan brengen”. Na de koning aanhoord te hebben vertrokken zij. En zie, de ster die zij in het oosten gezien hadden, ging voor hen uit totdat ze boven de plaats waar het Kind zich bevond stil bleef staan. Op het zien van de ster werden zij vervuld van overgrote vreugde. Zij gingen het huis binnen, zagen er het Kind met zijn moeder Maria en op hun knieën neervallend betuigden zij het hun hulde. Zij haalden hun schatten te voorschijn en boden het geschenken aan: goud, wierook en mirre. En in een droom van Godswege gewaarschuwd niet meer naar Herodes terug te keren, vertrokken zij langs een andere weg naar hun land.
Overweging:
We zullen aan het begin van het jaar 2026 met heel de Kerk het Jubeljaar afsluiten met het hoogfeest van Driekoningen. Heel het Jubeljaar stond centraal het begrip “hoop”: we herinnerden elkaar eraan dat “de hoop nimmer teleur stelt”, omdat hoop een van de belangrijkste gaven is van God, die de grond is van onze hoop. We hebben nagedacht over wat hoop allemaal kan betekenen juist in de samenleving van u, in het leven van iedere dag. En gedurende dit Jubeljaar hebben we vanuit verschillende oogpunten nagedacht over hoe wij “pelgrims van hoop” kunnen zijn.
Ik vind het bijzonder mooi, maar ook toepasselijk dat het Jubeljaar afgesloten wordt op het hoogfeest van Driekoningen. In de parochies vieren we het dit weekend, maar de dag zelf is 6 januari en dan zal paus Leo XIV de Heilige Deur van de St.Pietersbasiliek sluiten. Een krachtige symboliek, die Heilige Deur! Want Jezus is de Deur, door wie wij verlossing, hoop, geborgenheid en waarheid vinden. Jezus zelf is de Deur naar de hemel, de Deur die ons verder leidt naar de Vader. En Jezus is die Deur niet alleen voor Zijn eigen volk Israël, maar voor alle volkeren der mensheid.
En juist hierover gaat de diepe betekenis van Driekoningen: het Kind Jezus de langverwachte Messias van Israël, die gezocht en gevonden wordt door de wijzen uit het oosten. God de Vader is eeuwenlang op bijzondere wijze bezig geweest met Israël om álle volkeren tot verlossing te kunnen brengen in en door Zijn mensgeworden Zoon. De wijzen zoeken, zoals de evangelist Matteüs uitdrukkelijk zegt, “de pasgeboren Koning der Joden”.
De traditie van de Kerk begon gaandeweg over drie wijzen te spreken en heeft ze namen gegeven: Melchior, Balthasar en Caspar. Welke gedachten liggen hierachter? Het heeft te maken met het gelovig besef dat het ons aller verantwoordelijkheid is om Christus en Zijn boodschap uit te dragen naar alle volkeren. Dit vraagt van ons dat wij steeds weer opnieuw nadenken over hoe Zijn blijde boodschap vertaald en omgezet kan worden in de vele culturen van de mensheid. Christus behoort niet alleen Israël toe, of het Midden-Oosten, noch minder de blanke Europese volkeren. Maar het evangelie van Christus, Zijn verlossing, Zijn Woord en de roeping tot goedheid en heiligheid moeten weerklinken in alle culturen en talen van deze wereld. Elke mens, elke bevolkingsgroep, elk ras is enig en uniek voor God. Maar zij zijn ook allen deel van de mensheid die zichzelf niet redden kan. Slechts de mensgeworden Zoon, die deel werd van de menselijke realiteit en toch deel bleef van de goddelijke Drievuldigheid, is in staat om de mensheid vrij te maken van die machten die wij “de machten der duisternis” noemen. Daarom ook dat Jezus zelf de Ster is: Hij wil alle volkeren, rassen en culturen roepen tot de verlossing. En Hij geeft ons de roeping mee dat ook wij op die manier voor anderen worden als die ster die mensen tot Christus leidt.
Dat vraagt van ons dat wij onderscheid leren maken tussen aan de ene kant de onveranderlijke kern en het wezenlijke ons Christelijk geloof, en aan de andere kant dat wat tijdsgebonden en cultuurgebonden is. Niet altijd is dat gemakkelijk. Als het Christelijk geloof werkelijk omarmd en doorleefd wordt door een andere cultuur of generatie dan die waar wij zelf deel van zijn, dan komen er andere uitingsvormen. Dan komt er een andere muzikale uiting van het geloof, andere accenten in de gebedsvormen, andere accenten in de beleving van het gezinsleven, andere accenten bij het doorvertalen van Jezus’ woorden in het morele doen en laten van de mensen. Niet altijd gaat dit zonder spanningen. Maar het is een noodzakelijke opdracht aan de wereldwijde Kerk: wij moeten Jezus, die de levende Zoon van de Vader is, uitdragen zodat alle volkeren en alle generaties Hem zouden leren kennen als de Weg tot het eeuwig leven, als de mensgeworden Hoop waarmee de Vader zich op bijzondere wijze over de mensheid buigt.
Jouw innerlijke ster volgen, die God aan jou wilt meegeven, is meer dan het volgen van een bepaalde werkcarrière. Het is eerder het leren aanvoelen: wat zijn Gods plannnen voor mij persoonlijk, op dit moment in mijn leven. Het gaat dan niet alleen om wat Hij wilt dat jij moet doen, maar ook om wie God wilt dat je zult zijn als mens. God wil niet alleen de wijzen uit het oosten leiden door hun ster, maar zal de ster van ons geloof, de ster van onze hoop op Gods barmhartigheid met ons, de ster van ons zoeken naar Gods aanwezigheid in het bestaan, ons steeds meer leiden op onze levensweg.
Wij hebben dit afgelopen jaar 2025 als Surinamers veel bijzondere thema’s voorbij zien komen: de verkiezingen en het aantreden van een nieuwe regering met de eerste vrouwelijke president, toen vijftig jaar staatkundige onafhankelijkheid, en daarna het staatsbezoek van koning Willem-Alexander en koningin Máxima met vooral aandacht voor verzoening rond het slavernijverleden en verzoening rond een beladen politieke geschiedenis als twee landen, twee bevolkingen, om met wederzijds respect maar ook met een positieve instelling verder samen naar de toekomst te kunnen gaan kijken.
De wijzen uit het Oosten trokken samen op, verenigd door die ene ster van de hoop. Zij nodigen ons uit om te blijven kiezen om te midden van de grote verscheidenheid aan culturen, godsdiensten en maatschappelijke achtergronden, als Surinamers te kiezen voor eenheid. Eenheid versterkt die ster van de hoop. Eenheid geeft warmte en creativiteit. Deze weg zal, net als bij de wijzen, ons brengen tot een inspirerende visie die mensen verbindt en de innerlijke kracht geeft te blijven werken aan alles wat hoop doet stralen.
Wij zullen Christus ook vinden in het Bethlehem van de Eucharistie. Daar zullen wij hem steeds weer onze gaven aanbieden. We geven Hem ons goud, omdat Hij Koning is van ons leven en Koning van de waarden en normen waarnaar wij ons leven trachten te leven. We bieden Hem onze wierook, omdat Hij de levende Heer is, mensgeworden Zoon van de Vader en eeuwige afglans van Zijn heerlijkheid en wijsheid. En we geven Hem ons mirre, dat wil zeggen dat we bij Jezus de pijn neerleggen die wij droegen, ons verdriet dat wij soms met ons meedragen, en onze zonden die op ons drukten. We bidden dat Jezus ze zal aanvaarden en ons moge verlossen door het mirre van Zijn kruisdood en lijden.
Laten we dan ook in dit nieuwe jaar 2026 die ster van hoop en geloof blijven volgen. Laten we trouw op weg blijven gaan, geleid door Christus. Want uiteindelijk is Hij de ware ster van ons bestaan.
Ik wens u een voorspoedig, gezegend en bovenal een gezond 2026 voor u en al uw dierbaren.
Gado blesi!
Categorieën:geloof en leven
Plaats een reactie