Commentaar op de lezingen van het Feest van de Kruisverheffing (14 september) door pater Esteban Kross

Achtergrond van de eerste lezing (Numeri 21, 4-9)

De Israelieten waren onderweg door de woestijn. Ze raakten ontmoedigd en begonnen te morren tegen God en Mozes. Slangen verschenen als straf en velen stierven. Onze lelijke daden hebben consequenties en toch blijft God barmhartig en vol mededogen. Hij geeft Mozes de opdracht een bronzen slang op te richten: wie ernaar opkijkt, blijft in leven. Deze gebeurtenis is een voorafbeelding van Christus aan het kruis. Net zoals het opzien naar de bronzen slang redding bracht, zo brengt het geloof in de gekruisigde Heer ons leven en genezing.

Eerste lezing:  Numeri 21, 4-9

Van de berg Hor trokken de Israëlieten in de richting van de Rietzee, want zij wilden om Edom heentrekken. Maar onderweg werd het volk ongeduldig. Het keerde zich tegen God en tegen Mozes: “Hebt u ons uit Egypte gevoerd om te sterven in de woestijn? Er is geen brood, er is geen water en dat minderwaardige eten staat ons tegen”. Toen zond de Heer giftige slangen op het volk af. Deze beten de Israeliëten en velen van hen vonden de dood. Nu kwam het volk naar Mozes en zei: “Wij hebben gezondigd, want wij hebben ons tegen de Heer en tegen u gekeerd. Bid de Heer, dat hij die slangen van ons wegneemt”. Toen bad Mozes voor het volk en de Heer zei tot hem: “Maak zo’n giftige slang en zet die op een paal. Iedereen die gebeten is en ernaar opziet, zal in leven blijven”. Mozes maakte een bronzen slang en zette die op een paal. Ieder die door een slang was gebeten en zijn ogen op de bronzen slang richtte, bleef in leven.

Tussenzang:  Psalm 78

Refrein: Laten we nooit vergeten wat God heeft gedaan.

1. Luister, mijn volk, naar mijn onderrichting,

open uw oren voor wat Ik u zeg.

Een wijze les zal Ik u verhalen,

die in het verleden verborgen ligt.

2. Zij zochten Hem enkel wanneer Hij hen sloeg,

dan zochten zij Hem rouwmoedig;

Dan wisten ze weer dat de Heer hun rots was,

de Allerhoogste hun redder.

3. Maar met hun mond bedrogen zij Hem,

Want innerlijk waren zij niet oprecht,

geloofden niet in zijn verbond.

Toch was Hij barmhartig,

vergaf hun zonden en roeide hen niet geheel uit.

Achtergrond van de tweede lezing (Filippenzen 2, 6-11)

In de tweede lezing horen we een lied dat één van de oudste geloofsbelijdenissen is van de eerste christenen. Deze hymne bezingt hoe Christus, hoewel Hij één was met God, zichzelf ontledigde en de weg van gehoorzaamheid ging tot aan de kruisdood. Juist daardoor heeft God Hem verheven en Hem de Naam gegeven boven alle namen. Hier zien we hoe de weg van vernedering tegelijk de weg van verheffing is – een sleutel tot het mysterie van het kruis.

Tweede lezing:   Filippenzen 2, 6-11

Broeders en zusters, Hij die bestond in goddelijke majesteit heeft zich niet willen vastklampen aan de gelijkheid met God. Hij heeft zichzelf ontledigd en het bestaan van een slaaf op zich genomen. Hij is aan de mensen gelijk geworden. En als mens verschenen heeft Hij zich verne­derd door gehoorzaam te worden tot de dood, tot de dood aan een kruis. Daarom heeft God Hem hoog verheven en Hem de naam verleend die boven alle namen is. Opdat bij het noemen van Zijn naam zich iedere knie zou buigen in de hemel, op aarde en onder de aarde; en iedere tong zou belijden, tot eer van God de Vader: Jezus Christus is de Heer.

Achtergrond van de evangelielezing:  (Johannes 3: 13-17)

In dit gesprek met Nicodemus spreekt Jezus over zijn toekomstige kruisiging: zoals Mozes de slang verhief in de woestijn, zo zal de Mensenzoon op het kruis worden verheven. Maar dit “verheffen” betekent tegelijk ook “verheerlijken”. Het is de openbaring van Gods liefde voor de wereld: ‘Zozeer heeft God de wereld liefgehad dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven…’(v.16). Het kruis is dus geen teken van veroordeling, maar van redding.

Evangelie:  Johannes 3: 13-17

In die tijd zei Jezus tot Nikodemus: “Nooit is er iemand naar de hemel opgeklommen; tenzij Hij die uit de hemel is neergedaald, de Mensen­zoon. En deze Mensenzoon moet omhoog worden geheven zoals Mozes eens de slang omhoog hief in de woestijn, opdat eenieder die gelooft in Hem, eeuwig leven zal hebben. Zozeer immers heeft God de wereld lief gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat alwie in Hem gelooft niet verloren zal gaan maar eeuwig leven zal hebben. God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gezonden om de wereld te oordelen, maar opdat de wereld door Hem zou worden gered”.

Overweging:

Dit weekend vieren wij een bijzonder feest in de liturgische kalender: de Kruisverheffing. Op het eerste gezicht lijkt dat vreemd: hoe kunnen wij een instrument van marteling, wreedheid, vernedering en lijden, toch met trots uitdragen en vieren? Toch is dat precies het hart van ons geloof: dat het kruis van Jezus niet enkel een symbool is van dood en geweld, maar het grote teken van Gods liefde en van ons heil.

Wanneer wij naar het kruis kijken, zien wij niet alleen hout en spijkers. Wij zien de gestalte van Jezus die zich helemaal geeft: zonder voorbehoud, zonder zichzelf te sparen. In de woorden van Paulus in de tweede lezing: “Hij heeft zichzelf vernederd en werd gehoorzaam tot de dood, de dood aan het kruis. Daarom heeft God Hem hoog verheven en Hem de Naam gegeven die boven alle namen is” (Fil. 2,8-9).

De logica van het kruis is de logica van de zelfgave. Waar wij vaak geneigd zijn onszelf te beschermen, ons eigenbelang voorop te stellen of macht te zoeken, gaat Jezus de omgekeerde weg: Hij geeft zichzelf totaal weg. En juist daarin ligt Zijn verheffing: wie zichzelf verliest omwille van de ander, vindt het ware leven terug.

Wij hoeven er geen doekjes om te winden: het kruis is hard, het spreekt van lijden, van onrecht, van gebrokenheid. Wij herkennen dat ook in ons eigen bestaan: in ziekten, in conflicten, in verlies, in de onmacht die wij soms voelen tegenover de wereld om ons heen.

Maar tegelijk is het kruis voor ons een mysterie van hoop. Want dit is niet het einde van het verhaal: uit het hout van het kruis bloeit nieuw leven, uit de dood verrijst Jezus! Het kruis dat een instrument van vernedering was, wordt zo de troon van Gods heerlijkheid.

Daarom zingen wij op dit feest niet in droefheid, maar in dankbaarheid: het kruis is voor ons het pad naar het leven. Het zegt ons: geen lijden, geen mislukking, geen dood is zo diep dat Gods liefde het niet kan bereiken en omvormen.

Het kruis is een weg naar een andere manier van samenleven dan wat wij vaak om ons heen zien. Dit feest van de Kruisverheffing roept ons op tot bekering in ons dagelijks handelen. Want wie gelooft in de kracht van het kruis, kan niet langer leven volgens de logica van macht, egoïsme of hardheid. Kijk maar hoe Jezus Zijn kruis draagt: niet met wrok, niet met haat, maar met tederheid en vergeving. Aan het kruis bidt Hij zelfs: “Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen” (Lc. 23,34). Dat is een radicaal andere manier van omgaan met elkaar! In een wereld die vaak draait om wedijver en winst, nodigt het kruis ons uit tot zachtheid, tot solidariteit, tot het dragen van elkaars lasten. Het vraagt van ons dat wij, net als Jezus, onszelf geven in liefde: in kleine daden van zorg, in vergeving, in het opkomen voor wie geen stem heeft.

Het kruis zegt ons ook dat God niet op afstand blijft. Hij kijkt niet toe van bovenaf, maar komt midden in ons bestaan staan. In Jezus heeft God zelf de weg van lijden en dood gedeeld. Hij kent onze pijn van binnenuit. Daarom is het kruis voor velen een houvast in moeilijke tijden. Het vertelt ons: jij bent niet alleen, God is met jou, zelfs in de donkerste nacht. Het kruis is het bewijs dat God niet opgeeft, maar dat Hij met ons meegaat tot het uiterste.

Vandaag spreken we over de verheffing van het kruis. Dat woord is veelzeggend. Het wijst niet alleen naar het feit dat Jezus aan het kruis is opgeheven van de aarde, maar het wijst ook naar Zijn verheffing door de Vader in de glorie van de verrijzenis. En daarna door Jezus’ hemelvaart weer verheven worden: aan de rechterhand van de Vader, in de hemelse majesteit. Het kruis en de verrijzenis horen daarom bij elkaar: als twee kanten van hetzelfde mysterie. In het kruis zien wij de uiterste liefde van Christus; in de verrijzenis zien wij dat deze liefde sterker is dan de dood. Samen vormen zij het hart van ons geloof.

Daarom kunnen wij het kruis verheffen, niet als een teken van ondergang, maar als het inspirerend teken van overwinning. In het kruis zien wij de weg van ons eigen leven: de weg van geven en verliezen, maar ook van ontvangen en vernieuwd worden.

Wat betekent dit concreet voor ons, hier en nu? Ik wil ons allen drie eenvoudige punten voor onze persoonlijke bezinning aanreiken.

Als eerste: leer kijken naar het kruis in je eigen leven. Waar draag jij pijn, verlies of onmacht? Laten we het niet verstoppen, maar leg het neer bij Jezus. Hij kent ons kruis en draagt het met ons. Blijf Hem erbij betrekken.

Ten tweede: durf jezelf weg te schenken. In een wereld die vaak zegt: “zorg eerst voor jezelf”, daagt het kruis ons uit om te geven: tijd geven, aandacht geven, vergeving en mildheid geven. Misschien juist dáár geven, waar het ons wat kost.

Ten derde: wees een teken van hoop voor anderen. Mensen om ons heen hebben soms alleen nog duisternis voor ogen. Als wij vanuit het kruis leven, kunnen wij uitstralen dat er altijd nieuw leven mogelijk is, en dat de liefde sterker is dan de dood.

Dit komende weekend rond 14 september, verheffen wij het kruis van Jezus. Niet om het lijden te verheerlijken, maar om te vieren dat Gods liefde tot het uiterste is gegaan en dat deze liefde sterker is dan alles wat ons kan neerdrukken. Moge het kruis ons telkens herinneren aan de weg die Jezus ons wijst: de weg van zelfgave, van tederheid, van vergeving en hoop. Laten wij leren om die weg te gaan in ons concrete bestaan, zodat wij samen met Hem mogen delen in de vreugde van de verrijzenis en de heerlijkheid bij de Vader.



Categorieën:geloof en leven

Tags: ,

Plaats een reactie