Achtergrond van de eerste lezing (Ecclesiasticus 27:4-7)
Het boek “Ecclesiasticus”, ook wel “Wijsheid van Jezus Sirach” genoemd, is een van de deuterocanonieke boeken van het Oude Testament. Het werd geschreven door Jezus ben Sirach, een Joodse leraar in de tweede eeuw voor Christus in Jeruzalem. Het boek is een verzameling van wijsheid, ethische leringen en praktische adviezen, vergelijkbaar met de spreuken van Salomo. Sirach behandelt thema’s zoals vriendschap, rechtvaardigheid, eerbied voor ouders, en de zoektocht naar wijsheid. Het richt zich op het leiden van een deugdzaam leven en biedt inzichten die zowel voor de tijd van de auteur als voor latere generaties waardevol zijn.
Eerste lezing: Ecclesiasticus 27:4-7
Als men de zeef schudt, blijft het kaf. En in het spreken ontdekt men het boze van de mens. Het werk van de pottenbakker wordt beproefd door de oven, en de mens door wat hij zegt in het gesprek. Aan de vruchten van de boom erkent men de boomgaard, en aan de woorden van de mens zijn gezindheid. Prijs daarom geen mens voordat hij gesproken heeft, want eerst op grond daarvan kan men een mens beoordelen.
Tussenzang: Psalm 92
Refrein: Hoe heerlijk is het de Heer te prijzen.
Hoe heerlijk is het de Heer te prijzen,
uw Naam, Allerhoogste, te loven.
Uw goedheid te melden iedere ochtend
en heel de nacht door uw trouw.
De vromen schieten als palmbomen op,
als Libanon-ceders gedijend;
Zij zijn geplant bij het huis van de Heer,
zij komen tot bloei in Gods voorhof.
Ook als zij reeds oud zijn dragen zij vruchten,
zij blijven sappig en fris.
Zij wijzen uit hoe rechtvaardig de Heer is,
mijn Rots, in Hem is geen onrecht.
Achtergrond van de tweede lezing (1 Korintiërs 15: 54-58)
Paulus verkondigt met grote diepgang de verrijzenis van Jezus uit de dood. Het is het fundament van het Christelijk geloof. In Christus’ geheim van kruisdood en verrijzenis vinden we vergeving, eeuwig leven, hoop en kracht. Het is voor Paulus ook de diepste reden om standvastig te zijn in het goede en te vertrouwen in Gods wijsheid.
Tweede lezing: 1 Korintiërs 15: 54-58
Broeders en zusters, wanneer het vergankelijke met onvergankelijkheid is gekleed en het sterfelijke met onsterfelijkheid, dan zal het woord van de Schrift in vervulling gaan: “De dood is verslonden, de zege is behaald! Dood, waar is uw overwinning? Dood, waar is uw angel? De angel van de dood is de zonde en de kracht van de zonde is de wet. Maar God zij gedankt, die ons de overwinning geeft door Jezus Christus, onze Heer. Daarom geliefde broeders en zusters, weest standvastig en onwankelbaar en gaat altijd voort met het werk des Heren; gij weet toch dat uw inspanning, dank zij Hem, niet vergeefs is.
Achtergrond van de evangelielezing: (Lucas 6: 39-45)
In dit gedeelte van Jezus’ onderricht leert Hij hoe belangrijk oprechtheid en integriteit zijn. Uiteindelijk zullen de innerlijke goedheid of slechtheid van mensen zich tonen in hun concrete daden en levenshouding. Schijnheiligheid is iets dat God erg sterk afwijst. Hij verlangt ernaar dat de mens, net als God zelf, goede vruchten voortbrengt vanuit een goed en rechtschapen hart.
Evangelie: Lucas 6: 39-45
In die tijd hield Jezus zijn leerlingen deze gelijkenis voor: “Kan soms de ene blinde de andere leiden? Vallen dan niet beiden in de kuil ? De leerling staat niet boven zijn meester; maar hij zal ten volle gevormd zijn als hij is gelijk zijn meester. Waarom kijkt ge naar de splinter in het oog van uw broeder en waarom slaat ge geen acht op de balk in uw eigen oog ? Hoe kunt ge tot uw broeder zeggen: Broeder, laat mij de splinter uit uw oog halen, terwijl ge de balk in uw eigen oog niet opmerkt? Huichelaar, haal eerst die balk uit uw eigen oog, dan zult ge scherp genoeg zien om de splinter te kunnen verwijderen die in het oog van uw broeder zit. Er bestaat geen goede boom die zieke vruchten voortbrengt en evenmin een zieke boom die goede vruchten voortbrengt. Een boom immers kent men aan zijn vruchten; men plukt geen vijgen van dorens, men oogst geen druiven van een braamstruik. Een goed mens brengt het goede te voorschijn uit de schat van goedheid in zijn hart; maar een slechte brengt het slechte te voorschijn uit zijn schat van slechtheid; want waar het hart van vol is, daar loopt de mond van over.
Overweging:
Volgende week begint met Aswoensdag weer de jaarlijkse veertigdagentijd. Ik wil daarom vandaag graag de inspirerende boodschap van Paus Franciscus voor de Veertigdagentijd 2025 met u delen. Hij heeft het enkele dagen geleden doen uitgaan naar heel de Kerk. Geniet ervan!
Broeders en zusters,
Op Aswoensdag zullen we onze jaarlijkse pelgrimstocht van de veertigdagentijd beginnen met de vertrouwde boete-ritus van het ontvangen van het askruisje. Hiermee nodigt de Kerk ons uit om ons hart open te stellen voor Gods genade om uiteindelijk met echte vreugde de paasoverwinning te kunnen vieren van Christus onze Heer over zonde en dood. Paulus spreekt daar ook verwonderd over in de tweede lezing van deze zondag: “De dood is verslonden, de overwinning is behaald! Dood, waar is uw overwinning? Dood, waar is uw angel?”
Ja, Jezus, gekruisigd en verrezen, is het hart van ons geloof. Hij is de weg tot onze hoop in de belofte van eeuwig leven die de Vader ons geeft. Tijdens deze veertigdagentijd in de genade van het Jubeljaar, zullen we wat nadenken over wat het betekent om samen op weg te zijn in de hoop. We zullen nadenken over de oproep tot bekering die God tot elk van ons individueel richt, maar ook tot ons als gemeenschap.
Laten we eerst nadenken over het op weg zijn. Het motto van het Jubeljaar is “Pelgrims van Hoop”. Hierbij denken we aan de tocht van veertig jaar die de Israelieten hebben beleefd om van slavernij te kunnen gaan naar het Beloofde Land. We lezen hierover in het boek Exodus. Omdat God deze pelgrimtocht gewild heeft en de Israelieten daarbij geleid heeft van slavernij naar vrijheid, nodigt Hij ons uit om ook te denken aan de vele mensen van onze eigen tijd, die de ellende of het geweld zijn ontvlucht, op zoek naar een beter leven voor henzelf en voor hun geliefden. Onze eerste oproep tot bekering komt dan tot ons wanneer we er diep bij stilstaan dat we allemaal pelgrims zijn in dit leven. Deze gedachte kan ons ertoe brengen wat stil te staan en over onszelf en ons leven na te denken. Probeer ik innerlijk en geestelijk te groeien, of blijf ik te vaak stagneren? Laat ik me verlammen door angst en negatieve gedachten, bang om uit mijn comfort-zone te komen? Doe ik voldoende moeite om de situaties die mij tot zonde kunnen verleiden, te vermijden? Laten we in deze veertigdagentijd ook af en toe in gedachten ons voorstellen dat wij in de situaties moeten leven van de vluchtelingen en migranten die we geregeld op het nieuws op televisie zien. Het zal ons verrijken en ons dieper doen meeleven met hun ervaringen. We zullen gaan ontdekken wat God van ons vraagt aan liefde en solidariteit op onze pelgrimstocht naar het huis van de Vader.
Een tweede punt ter overweging is dat we als ‘pelgrims van hoop’ samen onderweg zijn. Als Kerk zijn we Gods Volk, geroepen om samen zij aan zij op te trekken. Het is een gelovige roeping om met elkaar een gemeenschap van goedheid en hoop te vormen. De Heilge Geest inspireert ons om niet te veel op onze eigen persoon gericht te zijn, maar ons bewust te maken van God en van onze medemensen. Het is een inspirerende roeping tot eenheid als kinderen van één God. Deze gedachte helpt ons om egoïsme en schijnheiligheid te overwinnen en proberen bij te dragen om niemand achter te laten, en om aandacht te hebben voor elkaar in liefde en geduld.
Een derde punt van bezinning is de hoop. We zijn samen pelgrims van hoop. En zoals Paulus in Romeinen 5:5 schrijft: “De hoop stelt niet teleur”. Dat is de centrale boodschap van het Jubeljaar en de focus van onze veertigdagentijd. Elke mens heeft behoefte aan onvoorwaardelijke liefde en houvast. Wel: Christus is onze hoop!Hij is ons houvast! Hij is verrezen, Hij leeft en heeft de dood overwonnen en omgevormd. Wij kunnen als onvolmaakte mensen niet onszelf redden, maar juist hier ligt onze hoop: God vergeeft ons, Hij gaat samen met ons de weg van de hoop. Hij stelt nooit teleur. En daarom overwegen wij deze vragen: Verlang ik naar verlossing en roep ik God aan om mij hierin te helpen? Leef ik in de hoop die me in staat stelt om de gebeurtenissen van de geschiedenis te interpreteren en me inspireert tot gerechtigheid en solidariteit, tot zorg voor ons gemeenschappelijk thuis zodat niemand zich buitengesloten zal voelen?
Broeders en zuster, dank zij Gods liefde in Jezus Christus worden we gedragen in de hoop die niet teleurstelt. Hoop is het zekere en standvastige anker van de ziel. Hoop inspireert de Kerk om te bidden dat elke mens gered mag worden. Hoop kijkt ernaar uit om eens verenigd te mogen worden met Christus, de Bruidegom van de Kerk. Daarom overwegen we het prachtige gebed van St. Teresa van Avila: “Hoop, o mijn ziel: hoop! Gij kent noch de dag, noch het uur. Waak daarom zorgvuldig, want alles gaat zo snel voorbij, al laat je ongeduld dat wat zeker is, soms twijfelachtig schijnen”.
Moge Moeder Maria, de Moeder van Hoop, voor ons bidden bij God en ons begeleiden op onze pelgrimstocht van de veertigdagentijd.
FRANCISCUS
Categorieën:geloof en leven
Plaats een reactie