Commentaar op de Lezingen van het Hoogfeest van Christus Koning (Jaar B) door pater Esteban Kross

Achtergrond van de eerste lezing (Daniël 7: 13-14)

Het visioen van de Mensenzoon, komend met de wolken des hemels, symbool van goddelijke majesteit en glorie, was ook in de tijd van Jezus heel beroemd en werd druk besproken onder de Joden wanneer ze het hadden over de komende Messias en over de voleinding van Gods Koninkrijk, dat de Messias zou komen voltrekken. Dit wezen, dat in het visioen wordt aangeduid met “iemand die op een mens geleek”, ook genoemd “Mensenzoon”, is geen engel maar degene die instrument van redding, verlossing en vrede zal zijn in Gods hand. De Mensenzoon is een goddelijke individu, die zowel de drager is van Gods reddende ingrijpen en oordeel over de mensheid, alsook de voleinder van Gods wil en Zijn heerschappij van vrede en gerechtigheid, van waarheid, eerlijkheid en barmhartigheid.

Eerste lezing: Daniël 7: 13-14

In die tijd nam Daniël het woord en zei: “In mijn nachtelijk visioen zag ik met de wolken des hemels iemand aankomen die op een mens geleek. Hij ging naar de Hoogbejaarde en werd voor hem geleid. Toen werd hem heerschappij gegeven, luister en koninklijke macht; alle volken, stammen en talen brachten hem hun hulde. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij die nooit vergaat, zijn koninkrijk gaat nooit ten gronde.”

Tussenzang:  Psalm 93

Refrein: De Heer is koning, met luister omkleed.

De Heer is koning, met luister omkleed, met macht heeft de Heer

zich omgord. Zo vast als de aarde, onwankelbaar, zo vast staat uw troon door de eeuwen.

De golven rijzen steeds hoger, Heer, de golven met dreunend geweld. Maar machtiger dan het geraas van de golven, is de macht van de Heer daarboven.

Betrouwbaar is alles wat Gij betuigt, uw huis zij heilig in lengte van dagen.

Achtergrond van de tweede lezing (Openbaring 1: 5-8)

Het bijzondere boek der Openbaring, ook de Apocalyps genoemd, neemt ons mee in een enorme rijkdom aan religieuze, bijbelse beeldspraken en symboliek, om te spreken over de verlossing, de genade en waarheid, de hoop en de komende voleinde van die verlossing die God de Vader heeft gebracht in Christus. De tekst die wij op dit hoogfeest van Christus Koning horen, komt uit de allereerste verzen van dit boek. Het is een lofzang op zowel de Vader als op Christus, de Zoon. Het visioen spreekt over Jezus met de woorden van de profeet Daniël, woorden die wij in de eerste lezing reeds hoorden, namelijk de Mensenzoon die komt met de wolken des hemels. Deze titel pmet rofetische messiaanse woorden wordt hier verbonden met Jezus’ zelfgave aan het kruis, waar Hij doorstoken werd. 

Tweede lezing: Openbaring 1: 5-8

Broeders en zusters, genade zij u van Jezus Christus, de getrouwe getuige, de eerstgeborene van de doden en de vorst van de koningen der aarde. Aan Hem die ons liefheeft en die ons van de zonden heeft verlost door Zijn bloed, die ons gemaakt heeft tot een koninkrijk van priesters voor Zijn God en Vader, – Hem zij de heerlijkheid en de macht in de eeuwen der eeuwen! Amen. Zie, Hij komt met de wolken en elk oog zal Hem aanschouwen, ook zij die Hem doorstoken hebben; en alle stammen der aarde zullen over Hem weeklagen. Ja, Amen! Ik ben de Alfa en de Omega,

 – zegt God de Heer – Hij die is en die was en die komt, de Albeheerser.”

Achtergrond van de evangelielezing:  (Johannes 18: 33b-37)

Op dit hoogfeest van Christus Koning neemt de Kerk geen triomfantelijke tekst over Jezus, omdat dat geen recht zou doen aan de wijze waarop Jezus Koning is. Hij openbaart Gods koninklijke macht juist in dienstbaarheid en nederigheid. Hij voltrekt Gods koninkrijk door zich te geven tot in lijden en dood. Hij is een Koning van de armen, de lijdenden, Koning van mededogen en solidariteit met wie niet meetellen en niet gezien worden. Daarin ligt de waarheid van Gods koninkrijk van liefde, vrede en gerechtigheid, waarin wij door onze verbonden met Christus worden binnengeleid.  

Evangelie: Johannes 18: 33b-37

In die tijd riep Pilatus Jezus bij zich en zei tot Hem: “Zijt gij de koning der Joden?” Jezus antwoordde hem: “Zegt gij dit uit uzelf of hebben anderen u over Mij gesproken?” Pilatus gaf ten antwoord: “Ben ik soms een Jood? Uw eigen volk en de hogepriesters hebben U aan mij overgeleverd. Wat hebt Gij gedaan?” Jezus antwoordde: “Mijn koningschap is niet van deze wereld. Zou mijn koningschap van deze wereld zijn dan zouden mijn dienaars er wel voor gestreden hebben dat Ik niet aan de Joden werd uitgeleverd. Mijn koningschap is evenwel niet van hier.” Pilatus hernam: “Gij zijt dus toch koning?” Jezus antwoordde: “Ja, koning ben Ik. Hiertoe werd Ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen om getuigenis af te leggen van de waarheid. Alwie uit de waarheid is luistert naar mijn stem.”

Overweging:

De instelling van het feest van Christus Koning vond plaats door paus Pius XI in 1925, dus bijna honderd jaar geleden. Het was in de context van het opkomende fascisme in Italië, Spanje, Argentinië en Mexico. In deze landen waren krachtige groepen die totalitaire dictaturen nastreefden die geen ruimte accepteerden voor andere geluiden of zienswijzen. Ze waren felle anti-kerkelijke en veeal anti-christelijke ideologieën geworden. Deze politieke stromingen wilden totale controle over alle belangrijke sectoren van de maatschappij en de politiek. En ze eisten van hun bevolkingen volledige gehoorzaamheid aan hun ideologische standpunten en beleid. Maar temidden van dat alles liet de Katholieke Kerk onder leiding van Paus Pius XI een heel krachtig tegengeluid horen: “Nee! Chrístus is Koning!

In de Mexicaanse Revolutie die toen al een aantal jaren woedde en enkele jaren daarop ook tijdens de Spaaanse Burgeroorlog, werden er vele priesters en katholieke leken voor vuurpeletons geëxecuteerd. Het was daar een dappere eer geworden om dan net voor ze je doodschoten, nog eenmaal te roepen: “Viva, Cristo Rey!”  

Maar hoe is Christus dan Koning? Christus is vooral koning omdat Hij de wereld laat zien hoe God met ons omgaat en hoe God is. Hij stond voor Pilatus zonder angst noch paniek. Met de dood voor ogen zal Hij trouw aan de opdracht van de Vader om de kelk tot de bodem toe leeg te dringen, en zo Gods verlossingsplan te volbrengen. “Niet Mijn wil, maar Uw wil geschiede”. Dan vraagt Pilatus, bewust van zijn macht en overwicht, aan Jezus: “Zijt gij de koning der Joden?” Dit was namelijk de aanklacht waarmee de hogepriesters en het Sanhedrin Jezus voor Pilatus hadden gebracht. Ze wisten dat Pilatus die beschuldiging gelijk zou begrijpen als een politieke gevaar. De Romeinen hielden niet van religieuze leiders met grote groepen volgelingen, want die aanhang zou in opstand kunnen komen tegen het Romeinse gezag over Israël. Zo hadden de hogepriesters en het sanhedrin gedacht dat Pilatus Jezus wel ter dood zou veroordelen.

Maar Jezus liet zich niet intimideren door de enorme wereldlijke macht van Pilatus en antwoordde: “Zegt gij dit uit uzelf of hebben anderen u over Mij gesproken?” Geïrriteerd reageerde Pilatus dat hij geen Jood was: hij was helemaal niet geïnteresseerd in Joodse geloofskwesties.

Dan zegt Jezus met grote kalmte: “Mijn koningschap is niet van deze wereld”. Dit woord van Jezus, staande voor Pilatus, is de kern van waar het hier om gaat. Gods Zoon is een koning die zich ophoudt bij zieken en armen, bij mensen die niet meetelden, bij het uitschot. Een koning die op een ezel zit en Zijn leerlingen de voeten wast. Jezus is een koning die een kroon van doorntakken wordt opgezet en wiens troon het kruis is, het afschuwelijke marteltuig van de Romeinen.

“Ja, koning ben Ik. Hiertoe werd Ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen om getuigenis af te leggen van de waarheid. Alwie uit de waarheid is luistert naar mijn stem.”

Hier komen we bij de kern van wie Jezus is. Pilatus voelt wel iets aan van dat mysterie dat hangt rond deze persoon die hier voor hem staat, maar hij heeft er geen zin in hier verder op in te gaan en zegt spottend: “En wat is waarheid?” Maar onbedoeld legt Pilatus op dit cruciale moment de nadruk precies waar het moet zijn, namelijk bij de relatie tussen Christus en de waarheid.

De waarheid die Jezus ons brengt, ligt verscholen in Zijn woorden en in Zijn parabels. De waarheid die Hij brengt vinden we ook verscholen in Zijn wonderen en Zijn genezingen en in Zijn uitdrijven van demonen. Maar boven alles ligt de waarheid die Jezus ons brengt verscholen in Zijn volledige overgave in liefde in het uur van Zijn lijden en kruisoffer. Aan het kruis hangt Hij daar als een afgewezen messias, geschonden en verminkt, met slechts de waarheid van de belofte van Zijn Vader dat Hij de Zoon is die de Vader liefheeft en dat Hij gelijk het Paaslam van het Oude Testament aan het kruis ten onder moet gaan. Dan zal de Zoon de wil van de Vader hebben volbracht: goddelijke liefde die voorgoed de macht van het duisternis zal overwinnen. Het Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld.

Zo is Chistus Koning. Hij heeft tot het uiterste, tot in de dood, gedaan wat liefde doet. Aan het begin van het evangelie van Johannes, denkt de evangelist na over de relatie tussen Jezus en de waarheid. En dan getuigt hij: “De wet is door Mozes gegeven, maar genade en waarheid zijn met Jezus Christus gekomen”

Laten wij leren van de waarheid die met Jezus gekomen is: de waarheid dat wij allen verlossing nodig hadden en verlost zijn door Jezus’ kruisoffer en verrijzenis. Maar ook de waarheid van Zijn woorden: “Dit is Mijn gebod: dat jullie elkaar liefhebben zoals Ik jullie heb liefgehad. Want er is geen groter liefde dan je leven te geven voor je vrienden” (Joh. 15: 12-13). Het is de waarheid over een liefde die solidair is met armen en onderdrukten, de waarheid over een liefde die vergeeft en nieuwe kansen geeft, de waarheid over een liefde die tegen alle teleurstellingen, angst of pijn in, de innerlijke kracht heeft om steeds weer te durven vertrouwen op de hoop die verscholen ligt in de waarheid die Jezus ons openbaart. Het feest van Christus Koning heeft daarom een krachtige boodschap voor onze tijd. Veel stof voor ons tot nadenken!



Categorieën:geloof en leven

Tags: ,

Plaats een reactie