Achtergrond van de eerste lezing (Jesaja 35: 4-7)
Het bijbelboek van Jesaja is een verzameling van profetieën en profetische gedichten uit verschillende maatschappelijke omstandigheden van het Israël van de 7e eeuw v.Chr. Vanaf hoofdstuk 40 werden andere profetische teksten aan de oorspronkelijke collectie van de profeet Jesaja toegevoegd. De verzen die wij deze zondag horen, zijn genomen uit hoofdstuk 35, dat een onderdeel is van een aantal profetieën over Juda en Jeruzalem. Door Jesaja wordt er onheil aangekondigd indien het volk, haar koning en vooraanstaanden zich niet met grotere trouw gaan richten op het verbond dat hen met Jahweh, de God van hun voorvaderen, verbindt. Maar toch wordt door de profeet ook het heil aangekondigd dat God in Zijn barmhartigheid wenst voor Zijn volk en dat Hij hen altijd weer aanbiedt. In deze verzen horen wij hoe Jesaja dat heil van God verwoordt: achter de rijke beeldspraak weerklinkt de boodschap dat Gods redding nieuw leven en genezing brengt voor Zijn volk, en dat Hij de schepping zal herstellen en weer overvloedig en vruchtbaar zal doen zijn.
Eerste lezing: Jesaja 35: 4-7
Spreek tot allen die de moed verloren hebben: “Vat moed en vreest niet: Uw God komt om de wraak te voltrekken, God komt om te vergelden en om u te redden. Dan gaan de ogen van de blinden weer open en zullen de oren van de doven geopend worden. De lamme zal springen als een hert en jubelen zal de tong van de stomme. Ja, in de steppe zullen beken ontspringen, rivieren in de woestijn. De dorre vlakte wordt een vijver, het dorstige land een waterbron.”
Tussenzang: Psalm 146
Refrein: DE HEER ZAL IK LOVEN MIJN LEVEN LANG.
1. De Heer doet altijd Zijn Woord gestand, verdrukten verschaft Hij recht. De Heer geeft brood aan wie honger heeft, gevangenen geeft Hij de vrijheid.
2. De ogen van de blinden opent de Heer, gebrokenen richt Hij weer op. De Heer bemint de rechtvaardigen, de Heer behoedt de ontheemden.
3. De Heer geeft wees en weduwe steun, maar zondaars laat Hij verdwalen. De Heer is Koning in eeuwigheid, uw God, Sion, heerst over alle geslachten.
Achtergrond van de tweede lezing (Jakobus 2: 1-5)
Jakobus, een van de twaalf apostelen van Jezus, is erg helder en nuchter in zijn brief. Hij spreekt niet met zalvende woorden. Neen, hij roept met hele concrete voorbeelden uit het dagelijks leven op tot een oprecht en integer leven onder de Christelijke gelovigen. In dit gedeelte houdt Jakobus ons een spiegel voor. Vaak behandelen we de armen in ons midden met veel minder respect, geduld en waardigheid in vergelijking met hoe we ons opstellen naar vooraanstaanden en rijken toe. Heel krachtig stelt Jakobus dit ter sprake en leert ons dat de armen een bijzondere plaats hebben in Gods hart en in Zijn verlossingsplan. Wij moeten proberen God hierin na te volgen. Wij kunnen niet de hele wereld verbeteren, maar wel kunnen wij ons erop toeleggen de concrete armen om ons heen met respect te behandelen, ook naar hen te luisteren en ons in solidariteit voor hun welzijn in te zetten daar waar wij dat kunnen.
Tweede lezing: Jakobus 2: 1-5
Broeders en zusters, gij die gelooft in onze Heer Jezus Christus, de Heer der heerlijkheid, verbindt dit geloof toch niet met partijdigheid en vleierij! Ik bedoel dit: veronderstel, er treedt in uw samenkomst een man binnen, keurig gekleed en met gouden ringen aan zijn vingers, en tegelijkertijd komt er ook een arme aan in schamele kleren; als gij nu opziet tegen de rijkgeklede man en hem een ereplaats aanbiedt, terwijl gij tegen de arme zegt: “Blijf daar maar staan,” of: “Ga hier op de grond zitten, bij mijn voetbank” maakt ge u dan niet schuldig aan een kwaadaardige discriminatie? Luister, lieve broeders: God heeft de armen naar de wereld uitverkoren om rijk te zijn in het geloof en erfgenamen van het koninkrijk dat Hij beloofd heeft aan wie Hem liefhebben.
Achtergrond van de evangelielezing: (Marcus 7: 31-37)
Marcus schets levendig en bondig de genezing van een doofstomme man. Met grote betrokkenheid richt Jezus geheel zijn aandacht en hart volledig op de zieke man. Hij laat zien dat Hij gekomen is om te dienen en niet gediend te worden. Waar Jezus mensen waarlijk mag ontmoeten, daar breekt al iets van het Rijk Gods door. Daar komt er vrede en een hernieuwde hoop die mensen het leven weer laat ervaren als zinvol en krachtig.
Evangelie: Marcus 7: 31-37
In die tijd vertrok Jezus uit de streek van Tyrus en begaf zich over Sidon naar het meer van Galilea, midden in de streek van Dekapolis. Men bracht een doofstomme bij Hem en smeekte Hem dat Hij deze de hand zou opleggen. Jezus nam hem terzijde, buiten de kring van het volk, stak hem de vingers in de oren en raakte zijn tong met speeksel aan. Vervolgens sloeg Hij zijn ogen ten hemel, zuchtte en sprak tot hem: “Effeta”, wat betekent: ‘Ga open’. Terstond gingen zijn oren open, en werd de band van zijn tong losgemaakt zodat hij normaal sprak. Jezus verbood het aan iemand te zeggen; maar met hoe meer nadruk Hij dat verbood, des te luider verkondigden zij het. Buiten zichzelf van verbazing riepen zij uit: “Alles heeft Hij wel gedaan, Hij laat doven horen en stommen spreken.”
Overweging:
Ik wil met u in deze overweging nadenken over de grote waarde van het luisteren. Wij zullen namelijk zoveel meer groeien als mens, en ook als gelovige, als wij steeds meer ons oefenen in die levenskunst van het luisteren. Waarom? Omdat echt luisteren met het hart ons maakt tot navolgers van Gods goedheid en barmhartigheid. Het tilt ons op boven oppervlakkigheid en op onszelf gericht zijn. Door steeds weer na te denken over het luisteren zullen wij kunnen groeien in de solidariteit, de goedheid en de aandacht voor medemens en schepping.
Er zijn in ons leven soms mensen die ons raakten, die een impact op ons maakten, en die aan ons leven iets bijzonders toevoegden en ons inspireerden. Mensen die een steun voor ons zijn geweest en ons belangrijke inzichten hebben meegegeven. Voor de doofstomme man in het evangelie was de ontmoeting met Jezus duidelijk zo een moment. Zijn ontmoeting met Jezus is onvergetelijk voor hem geworden. Ook de jonge Kerk bleef vertellen over deze ontmoeting en bleef dat ene woord van Jezus herhalen: “Effeta” “Ga open”.
De jonge Kerk begreep dat Jezus zich met dat woord “Effeta” tot ons allen wilt richten en ons innerlijk denken en onze manier van in het leven staan wilt veranderen en omvormen door de kracht van Gods Geest. Ja, tot elk van ons wilt Hij zeggen: “Effeta-Ga open!”. Want soms zijn ook wij doof; misschien nog wel veel meer dan deze man van het evangelie. Hij was lichamelijk doof, maar wij zijn vaak doof voor de verzuchtingen van gezinsleden waar we dagelijks mee omgaan. Doof voor hun verlangen naar wat meer aandacht. We kunnen soms veel snauwen en steeds weer kritiek hebben, en blijven dan doof voor hun pijn, doof voor hun onuitgesproken verlangen echt gehoord te worden door ons. Dan wil Jeus ook de oren van ons hart aanraken, zuchten en ons zeggen: “Effeta-Ga open!”.
Soms kunnen wij in de relatie met onze partner in de loop der jaren de ander als vanzelfsprekend gaan zien, nemen dan te snel aan wel te weten wat de ander zal zeggen. Dan houden we ons doof voor wat onze partner wil zeggen. Onze communicatie wordt oppervlakkig, we leven afstandelijk van elkaar, ieder doet eigenlijk alleen z’n eigen ding. We zijn dan steeds meer doof geworden voor hetgeen in de partner leeft en wat de partner echt nodig heeft om ten volle samen met ons gelukkig te zijn, het verlangen naar nabijheid en hartelijke woorden. Dan wil Christus ons hart aanraken en zeggen: “Effeta-Ga open!”. Ga open voor het werken van Gods Geest die mensen wilt verbinden met elkaar, Gods Geest die mensen een hart wil geven dat waarachtig wil leren luisteren naar de mensen in je nabije kring.
Luisteren met het hart: dat wil zeggen, je losmaken van de gedachten die door je hoofd gaan; je los maken van de negatieve gevoelens of de irritatie die je in je op voelt komen; je losmaken van wat je bezig houdt, en dan echt luisteren naar je man of je vrouw, naar je vader of moeder, naar je kind, je broer, je zus, die vriend of collega.
Echt luisteren is vaak best moeilijk! Jezus wilt daarom niets liever doen, zo wist de jonge Kerk, dan ons leren luisteren en spreken op een wijze die leven brengt in onze relaties. Luisteren met het hart geeft de ander de ervaring dat je werkelijk om je partner, je kind, je broer of zus, kortom, om die ander geeft. Luisteren met je hart laat de ander ervaren: ik wil echt proberen te begrijpen wat je me wilt vertellen. Ik heb waardering voor jou en koester mijn band met jou, daarom wil ik naar je luisteren met mijn hart.
Zo wilt Jezus ons aanraken met de kracht van de Heilige Geest. Hij kent onze stukjes geslotenheid en boosheid die soms in ons leven. Hij kent die stukjes in ons die haatdragend zijn jegens sommige personen in ons leven. Hij kent de pijn die anderen in ons hart hebben achtergelaten, waardoor we verbitterd of gekwetst ons hart hebben gesloten. Jezus wilt onze Geneesheer zijn, maar dan niet alleen voor die lichamelijke ziekten en aandoeningen zoals kanker, of hoge bloeddruk, of de gevolgen van een auto-ongeluk of zware operaties. Nee, Hij wilt die innerlijke aandoeningen, die ons niet gelukkig maken maar die verwijdering en pijn veroorzaken, ook genezen. Jezus weet dat gelukkige relaties, gelukkige gezinnen, en gelukkige families niet zomaar uit de lucht komen vallen. En daarom wilt Hij ons hart steeds weer opnieuw aanraken en zeggen: “Effeta”-“Ga open”! Ga open voor de kracht van Mijn liefde en leer steeds meer woorden spreken tot je gezinsleden, tot je collega’s en andere medemensen, die waardering tonen. Leer in situaties waar je kritisch moet spreken om toch opbouwende, goedgekozen woorden te vinden die kansen openhouden, die ook ruimte laten tot verzoening na verwijdering.
Tot de wereld en tot ons allen zegt Jezus ten aanzien van de cultuur van de vervuiling van het milieu: “Effeta-Ga open!”. Ga open en leer de natuur weer zien zoals Ik, de Schepper, de natuur zie: als een schitterende biodiversiteit waarin alles verbonden is met alles. Ga open ook voor de realiteit dat hoe je omgaat met de natuur, ook verbonden zal blijken te zijn met hoe je omgaat met zwakkeren en kansarmen om je heen. Zorgzaam luisteren naar de schepping, leert ons ook luisteren naar de stemmen van de mensen in de periferie van de samenleving.
Zo blijkten die woorden “Effeta”-“Ga open” een krachtige, inspirerende uitspraak te zijn. Luisteren met het hart, ook als er irritatie in ons leeft of andere menselijke onvolmaaktheden, zal onze relaties nieuw leven geven en ons een diepere visie geven op menszijn en welzijn.
Net alsof je doofstom was geweest maar nu zoveel dingen op nieuwe wijze gaat beleven. Van Jezus werd in het evangelie gezegd: “Alles heeft Hij wel gedaan, Hij laat doven horen en stommen spreken.” Dat wij daarvan deelgenoten mogen zijn!
Categorieën:geloof en leven
Plaats een reactie