Door Moeder Boomiki foe Karmel Djoe, SSVM
Hier is zuster Boomiki zelf aan het woord. Na zeven jaren krijgt zij een nieuwe opdracht in Washington. We zullen haar missen maar wensen haar alle goeds toe in haar nieuwe missie.
De roeping tot het religieus leven kan eerst algemeen bekeken worden. Want daarnaast wordt men ook nog geroepen tot een specifieke congregatie, met specifieke charisma en spiritualiteit. Zo zijn er verschillende congregaties met hun veelheid aan charisma’s etc. Ze maken allemaal deel uit van de ene katholieke Kerk. Ook hier kunnen wij spreken van eenheid in verscheidenheid.
Zo is het ook bij mij gebeurd toen ik eerst begreep dat God mij riep om mijn leven helemaal aan Hem toe te wijden. Ik heb de roep gehoord en ik wilde antwoord geven, en hier moest ik concrete stappen voor maken. Ik moest contact opnemen met een kloostergemeenschap. Wie moet ik spreken? Waar moet ik gaan? Wat doen ze? Wie zijn ze? Wat houdt het allemaal in? Op al deze vragen moest ik een antwoord zien te vinden. En God die het zaad van de roeping plant, heeft mij geholpen om de antwoorden te krijgen. Zo ben ik beland bij de Dienaressen van de Heer (SSVM), de vrouwelijke tak van de Religieuze Familie van het Mensgeworden Woord, een missionaire congregatie. Daar voelde ik me helemaal thuis, een gevoel dat heel moeilijk uit te leggen is. Ik wist dat daar mijn plek was in de grote universele kerk van God.
Ik mocht mijn vormingsjaren in Amerika doorbrengen. Daarna nog twee jaren als assistente van de novicen meesteres in het noviciaat. Toen werd ik in 2017 gevraagd om in Suriname de leiding van de missie over te nemen van Moeder Esperanza. Er zou een kleine verandering plaatsvinden; het Maria Internaat werd toen ons voornaamste apostolaat. Met veel enthousiasme keerde ik terug naar Suriname, als missionaris tussen mijn eigen mensen. Met alle uitdagingen meegeteld kijk ik vol dankbaarheid terug naar hetgeen wij in de afgelopen zeven jaren hebben kunnen realiseren, vooral in de vorming van de vele jonge dames die aan onze zorg zijn toevertrouwd.
Het missionaire avontuur leert dat wanneer God ons roept voor iets nieuws Hij dat doet omdat ons deel in de vorige missie al volbracht is. Daarom kan ik niet zeggen dat er zaken zijn die onafgemaakt achterblijven. Na 28 juni is mijn missie in Suriname voor nu volbracht en begin ik met een nieuwe.
Elke nieuwe missie is een uitdaging, en dat maakt het missionaire leven een avontuur. Het blijft altijd spannend. De missionaris is bereid waar ook ter wereld zijn of haar krachten te geven voor de opbouw van Gods rijk. Als Surinamers hebben we liever alle Surinamers hier in Suriname om te werken. Maar als de Argentijnen en Ecuadorianen zo dachten hadden we nooit ‘Blauwe Zusters’ in Suriname. Daarom denk ik met veel liefde en dankbaarheid terug aan moeder Esperanza, Zr. Moshiaj en Zr. Regina die heel moedig de uitdaging hebben aangenomen om hier in ons bisdom de missie te beginnen.
Nu zijn we een stabiele missie en het werk kan gewoon doorgaan. Dat is ook het mooie van een religieuze congregatie; de ene neemt over van de andere en het werk gaan in dezelfde geest door. Ik kan dus met een gerust hart het werk overdragen aan Moeder Bon Secours die in augustus haar missie hier zal beginnen. Zij draagt het werk over aan mij in Washington, DC. Iets wat niet zo makkelijk voorkomt dat twee oversten precies van plaats verwisselen.
Natuurlijk is Suriname mijn thuis. Hier zal ik op vakantie en familiebezoek komen. Het is makkelijker de Surinamer uit Suriname te halen, dan Suriname uit de Surinamer te halen. Dat is haast onmogelijk. Ik neem dus iedereen mee in mijn hart en mijn gebeden. Zonder de ondersteuning van jullie waren de afgelopen jaren nooit zo fantastisch geweest. Ik reken dus ook op jullie gebeden voor de nieuwe uitdagingen die mij te wachten staan in Amerika.
Vergeet een ding niet; de kerk is missionair en de kerk zijn wij! Tjaipi Lobi!!





Categorieën:geloof en leven, getuigenissen
Plaats een reactie