Paramaribo – Washabo vice versa (2)

Door Karel Choennie –

Aan het begin van deze reis, Heer,
Willen wij uw naam aanroepen.
Wil ons begeleiden op onze tocht
en wees voor ons een bron van vreugde en geluk.
Geef ons oog voor de schoonheid die verborgen is in de natuur.
Maak ons mensen onderweg bezorgd voor elkaars leven en welzijn.
Gij zijt het einddoel van al onze wegen.
Geleid ons langs de goede weg
Vandaag en al onze levensdagen
Tot wij een behouden thuiskomst mogen vinden bij u. Amen.

Binnenlandbewoners
Met dit gebed vertrokken wij van de pastorie te Zorg en Hoop. Onze bestemming is nog altijd Washabo in West- Suriname voor het vormsel. Het binnenlandpastoraat is een zorg voor ons bisdom met de weinig priesters die wij ter beschikking hebben voor dit uitgestrekte gebied waar iets minder dan 50% van onze katholieke bevolking haar roots heeft. Uit de statistieken blijkt namelijk dat 30.000 marrons en 20.000 inheemsen katholiek zijn op een aantal van ruim 117.000 katholieken. Uitgaande van de cijfers zouden naar verhouding meer priesters en diakens bezig moeten zijn met het binnenlandpastoraat dan nu het geval is.
Binnenlandbewoners treffen we in allerlei volksbuurten van onze stad. Ze pendelen voortdurend tussen de stad en hun dorp. Stad en binnenland vallen nu veel meer samen wat het pastoraat betreft aan deze groepen. Ze voelen zich niet thuis in onze traditioneel ingestelde parochies met een sterk Nederlands georiënteerde liturgie. Wie een dienst bijwoont in Hanna’s Lust, Sunny Point, Devis Buiten of Mariënburg zal een heel andere katholieke kerk meemaken dan in de HH. Petrus en Paulus Basiliek of St.-Alfonskerk.
De hoop voor groei in onze kerk zal uit de groep van de binnenlandbewoners moeten komen en niet alleen vanwege de aantallen, maar meer nog omdat paus Franciscus ons vraagt om op de synodale weg vooral te luisteren naar de groepen uit de periferie. De meest verstoten en gemarginaliseerde mensen zijn de anawim, de armen, waar God een bijzondere voorkeursliefde voor heeft. De hoop is dat we door de armen geëvangeliseerd kunnen worden, maar de vrees is dat ze platgewalst zullen worden door de moderne westerse waarden, normen en levensstijl want dat gaat immers door als maatstaf voor ontwikkeling.
Het is maar goed dat we Zorg en Hoop vroeg verlaten want deze zorgen zijn niet zo snel opgelost hoe groot ook de hoop is waarop wij vertrouwen. Met meer dan 90% van ons land bedekt met bos ben je al snel uit de verstopte stad Paramaribo en kun je de frisse lucht van de Amazone, een van de longen van de wereld, vrij inademen.

Schoonheid van de natuur
Het gebed vroeg nadrukkelijk dat God onze ogen zou openen voor de schoonheid van de natuur. De weg naar West-Suriname slingert zich als een rode slang door het groene Amazonewoud. Het is er nooit stil, voortdurend zijn er bosgeluiden. Wie lang in het bos blijft, hoort deze geluiden zelf niet meer. Het oor raakt eraan gewend.
We kwamen op de heen- en terugweg drie agoeties tegen waarvan pater Toon zei dat ze slecht zien maar des te beter kunnen horen. Ze zouden heerlijk gesmaakt hebben maar pater Toon is een landbouwer en geen jager als pater Heijkers. Twee keer zagen we een enkele sagoewentje. Deze apen zijn nooit alleen maar altijd in een groep en als ze dan zo een opening in het bos moeten oversteken komt er eerst een verkenner strategisch kijken als de kust veilig is. Die verkenner dook dan ook weer snel het bos in. Toon vertelt dat het heel zeldzaam is dat je een jaguar ziet maar als je een moeder jaguar ziet met haar jong dan laat ze haar kleintje snel het bos invluchten terwijl de moeder nog een tijd blijft voorthollen om je af te leiden voordat ze ook het bos in glipt. Wat een zorgzaamheid hebben de wilde dieren voor elkaar, iets waarvan de beschaafde mensen nog wat kunnen leren.

West-Suriname
Op weg naar Washabo is het onvermijdelijk dat de tragedie van het West-Surinameplan uit de jaren zeventig van de vorige eeuw in alle hevigheid weer in het bewustzijn schiet. We zijn traag in het schrijven van onze geschiedenis. Hier ligt de recente geschiedenis van roestend ijzer voor iedere ongeletterde voorbijganger duidelijk te zien. Zij die hun verleden vergeten zijn gedoemd het te herhalen. Het plan behelsde onder meer het winnen van bauxiet in het Bakhuisgebergte, het bouwen van stuwdammen en waterkrachtcentrales in de Kabaleborivier nabij de Avanaverovallen en in de Nickerierivier het Stondansiproject. De wegen naar deze plaatsen zijn ook aangelegd, maar er staat nergens een bord om de richting naar Apoera aan te geven. Hier wijst de weg zichzelf niet, je moet het uit ervaring weten. Zo kon het gebeuren dat de familie van een onderwijzer die op bezoek wilde komen de afslag naar Kabalebo nam, verdwaalde en terug moest keren naar de stad in een tijd toen er in dat gebied nog geen bereik was met de mobiele telefoon.
Miljoenen harde valuta’s zijn daar verspild aan een mega droom waarbij de tweede stad van ons land te Apoera zou verrijzen, compleet met een 74 km lange spoorlijn van ergens naar nergens met spoorwegwissels, stationsgebouwen en een spoorbrug over de Nickerierivier. Er werd een haven aangelegd aan de Corantijn bij Apoera vanwaar het bauxiet van het Bakhuisgebergte verscheept zou worden. Na de militaire coup van 1980 werd dit plan stopgezet. De nooit gebruikte spoorlijn heeft 200 miljoen gulden gekost. Het oerwoud heeft intussen alles weer overwoekerd maar veel erger is de grootschalige roof van bijna alle grind die op de spoorbaan lag, de ijzeren rails en de bielzen. Megalomanie, verspilling en roof zijn de dwarsliggers die telkens weer onze economie laten ontsporen.

Aspiraties en mogelijkheden
De Surinaamse overheid was in de jaren zeventig hevig ontstemd toen een top regeringsdelegatie te Washabo neerstreek met een vliegtuig en door de bevolking werd onthaald met spandoeken: ‘Wij willen onze eigen ontwikkeling bepalen.’ In de jaren zeventig heeft monseigneur Zichem erop gewezen dat duurzame ontwikkeling kan plaatsvinden als die gebaseerd is op de aspiraties en de mogelijkheden van de lokale bevolking. Het is onmogelijk om ontwikkeling van buitenaf te parachuteren. De Pater Ahlbrinck Stichting was voorstander van kleinschalige projecten. Goede raad is duur. Aspiraties moeten altijd samengaan met mogelijkheden. Je kunt net zoveel dromen over grootschalige landbouw of veeteelt, maar de grond en draagmieren of vleermuizen beperken de mogelijkheden. De laatste 80 kilometers van de zuidelijke Oost-Westverbinding vertellen deze pijnlijke, beschamende en gestagneerde ontwikkelingsgeschiedenis van ons land, maar wie leert ervan?

Aankomst Washabo
Groots is de ontvangst met spandoeken over de weg bij Apoera en Washabo met de tekst: ‘Welkom Bisschop Karel Martinus Choennie en pater Toon.’ De pastorale leiders en de vormelingen stonden reeds om drie uur ’s middags klaar voor dit hartverwarmende welkom. We kwamen twee uren later aan maar de vrolijkheid was er niet minder om. Vol enthousiasme werd er voor de bisschop gezongen: ‘No moro blijti dey leki tidey di wi biskop kon na wi.’ Het is dan op deze sporadische momenten dat het doordringt hoe gewichtig het ambt van bisschop is en hoe de bisschop, de priester en volk deel zijn van het ene lichaam van Christus. In de stad ben ik als een lagadisa die ongemerkt het erf op en af loopt maar hier ben je de bisschop, de vertegenwoordiger van Christus.

Bestemming: het vormsel
Een geslaagd feest is het resultaat van een goede voorbereiding. Dat hadden de catechisten Harry Henri, Elma Johannes, Cyril James, Kevin Api en Edgar Herman perfect gedaan. De communicantjes en vormelingen waren allen net zo prachtig gekleed als de kinderen in de stad compleet met glimmende schoenen, nieuwe jurken, sluiers, kronen, jas en das. Beide kerken waren bomvol en de sfeer zeer vroom en ingetogen. Hier ervaar je wat katholieke traditie is. Deze traditie is als de onzichtbare windstromen waarmee de adelaar moeiteloos voort zweeft en zich hoger op laat tillen. De handoplegging en de zalving vloeiden automatisch alsof er hier elke dag een bisschop de heilige Geest doorgeeft aan de volgende generatie.

De weg terug
De weg terug was even lang als de weg erheen en er is nog veel meer te vertellen maar: ‘botro switi ma bari mu tapu’, lekker is maar een vinger lang. De volgende keer wil ik weer zoals de eerste keer met pater Calis per vliegtuig of als dat niet kan per speedboot via de Corantijn. Het moet wel een speedboot zijn, want mijn eerste reis met de bananenboot van Nieuw Nickerie naar Washabo duurde meer dan achttien uren. In die achttien uren had ik nergens een toilet kunnen ontdekken op de schuit. Een andere mogelijkheid is als de weg van Nieuw Nickerie naar Washabo is verhard en de brug over de visrijke Kaboeriekreek is voltooid. Maar als de weg er is dan is ook meteen alle vis weg. De prijs van vooruitgang is erg hoog. De armen en de natuur betalen de prijs. Als ik vertel dat er hier ooit al een Baileybrug stond en dat die gestolen werd door een bekende lokale leider en in Guyana verkocht dan zult u denken dat ik alles heb verzonnen maar die brug is nog steeds in beslag genomen door de Guyanese politie en ligt daar te verroesten. Wie wil mij de volgende keer naar Washabo vliegen of meenemen per speedboot? De Heilige Geest zal ons weer begeleiden.

Mgr. Karel Choennie

Deze en nog veel meer andere foto’s van het heilig vormsel in Apoera en Washabo vindt u op de Facebookpagina van de Rooms-Katholieke kerk in Apoera.



Categorieën:geloof en leven, verslag

Tags: , , , , ,

Plaats een reactie