Achtergrond van de eerste lezing (Genesis 22: 1-2. 9-13. 15-18)
Bij deze tekst over Abraham en het offer van Isaak, zijn zoon, is het heel belangrijk te beseffen dat de betekenis van het Oude Testament door de inspiratie van de Heilige Geest die de wording van geheel de Bijbel heeft geleid, ten volle duidelijk wordt wanneer het Oude Testament gelezen wordt in eenheid met het Nieuwe Testament. Abraham was bereid zijn enige zoon ten offer te brengen in gehoorzaamheid aan God. Hierin wordt Abraham de voorafbeelding van God de Vader die in de tijd van het Nieuwe Testament Zijn eniggeboren Zoon zal offeren voor de verlossing der mensheid. Isaak gehoorzaamde zijn vader Abraham en droeg zelf het hout van het offer. Izaak wordt zo de voorafbeelding van Jezus, die zelf het hout van het kruis naar Calvarië heeft gedragen om door Zijn kruisoffer de wereld te verlossen. God leidt Abraham naar de berg Moria: dat is de berg naast de berg Sion. Jaren tevoren had op de berg Moria de hogepriester Melchisedek over Abraham Gods zegen afgesmeekt met een offer van brood en wijn (zie Gen. 14: 17-20). Het is deze zelfde berg Moria waar Abraham bereid was zijn zoon Izaak ten offer te brengen. Eeuwen later zal koning Salomo precies op deze plek op de berg Moria, de tempel van Jeruzalem bouwen. Weer eeuwen later is het hier waar Jezus gekruisigd zal worden als het Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld. Zo zien we hoe eeuwig Gods wijsheid is in het verlossen van de mensheid en heel de schepping.
Eerste lezing: Genesis 22: 1-2. 9-13. 15-18
In die dagen gebeurde het dat God Abraham op de proef stelde. Hij zei tot hem: “Abraham. ” En hij antwoordde: “Hier ben ik.” Hij zei: “Ga met Isaak, uw enige zoon, die gij liefhebt, naar het land van de Moria en draag hem daar op de berg die ik u zal aanwijzen als brandoffer op.”, Toen zij de plaats bereikt hadden die God hen had aangewezen bouwde Abraham daar een altaar, stapelde er het hout op, bond zijn zoon Isaak vast en legde hem op het altaar, boven op het hout. Toen Abraham echter zijn hand uitstak naar het mes om daarmee zijn zoon de keel af te snijden, riep de engel van de Heer hem van uit de hemel toe: “Abraham, Abraham!” En hij antwoordde: “Hier ben ik.” Hij zei: “Raak de jongen met geen vinger aan en doe hem niets! Ik weet nu dat gij God vreest want gij hebt Mij uw enige Zoon niet willen onthouden.” Abraham keek om zich heen en bemerkte een ram, die met zijn horens in het struikgewas vastzat. Hij greep de ram en droeg die als brandoffer op, in plaats van zijn zoon. Toen riep de engel van de Heer voor de tweede maal uit de hemel tot Abraham en zei: “Bij mijzelf heb ik gezworen – spreekt de Heer- omdat gij dit gedaan hebt en Mij uw eigen zoon niet hebt onthouden, daarom zal Ik u overvloedig zegenen en uw nakomelingen talrijker maken dan de sterren aan de hemel en de zandkorrels op het strand van de zee. Uw nakomelingen zullen de poort van hun vijand bezitten. Door uw nakomelingen komt zegen over alle volken van de aarde omdat gij naar Mij hebt geluisterd.”
Tussenzang: Psalm 116
REFREIN: IK MAG WEER LEVEN ONDER GOD’S OOG IN HET LAND VAN DE LEVENDEN.
1. Ik bleef vertrouwen, al zei ik:
ik ben gebroken van smart.
Want kostbaar is in de ogen des Heren,
het leven van wie Hem vereert.
2. O Heer, ik ben uw dienaar,
uw knecht, de zoon van uw dienstmaagd,
Gij hebt mijn boeien geslaakt.
Met offers zal ik U loven, de Naam van de Heer roep ik aan.
3. Ik zal mijn geloften volbrengen
waar heel zijn volk het ziet.
Op ’t voorplein van uw tempel,
in uw Jeruzalem.
Achtergrond van de tweede lezing (Romeinen 8: 31-34)
In dit gedeelte van de brief aan de Romeinen, grijpt Paulus terug naar het paasmysterie. Net zoals Abraham zijn enige zoon Izaäk niet spaarde, in het vertrouwen dat God zal voorzien, zo heeft God de Vader Zijn enige Zoon voor ons overgeleverd tot verzoening van onze zonden en voor de verlossing van de wereld. En zoals Abraham zijn geloof en liefde voor God duidelijk maakte in zijn bereidheid zijn enige zoon Izaäk tot offer te brengen, zo maakt het kruisoffer van Christus de eeuwige liefde van God voor de mensheid duidelijk.
Tweede lezing: Romeinen 8: 31-34
Broeders en zusters, indien God voor ons is, wie zal dan tegen ons zijn? Hij heeft zelfs Zijn eigen Zoon niet gespaard: voor ons allen heeft Hij Hem overgeleverd. En zou Hij ons na zulk een gave ook niet al het andere schenken ? Wie zal Gods uitverkorenen aanklagen? God die rechtvaardigt? Wie zal hen veroordelen ? Christus Jezus misschien, die gestorven is, meer nog, die is opgewekt en die, gezeten aan Gods rechterhand, onze zaak bepleit?
Achtergrond van de evangelielezing: (Marcus 9: 2-10)
De gedaanteverandering van Jezus op de berg Tabor is een heel belangrijk gebeuren. Marcus had zijn evangelie geopend met de woorden: “Begin van de Blijde Boodschap van Jezus Christus, de Zoon van God”. Zo weten de lezers al vanaf het begin wie Jezus is. Wanneer in dat eerste hoofdstuk Marcus vertelt over hoe Jezus de demonen uitdrijft, geeft hij aan dat die ook wisten wie Jezus was. Nu zullen drie van Jezus eerste leerlingen, namelijk Petrus, Johannes en Jakobus ook ervaren en horen wie Jezus is: de Zoon van God. Jezus’ lijden en kruisdood zal de apostelen verbijsteren en onzeker maken, omdat zij hele andere verwachtingen hadden over wat Jezus als Messias zou doen. Pas na de verrijzenis kunnen ze het geheel van lijden, kruisdood en verrijzenis gaan begrijpen. Dan pas krijgt de gedaanteverandering op de berg Tabor voor de apostelen zijn diepe betekenis.
Evangelie: Marcus 9: 2-10
In die tijd nam Jezus Petrus, Jakobus en Johannes met zich mee en bracht hen boven op een hoge berg waar zij geheel alleen waren. Hij werd voor hun ogen van gedaante veranderd: zijn kleed werd glanzend en zo wit als geen bleker ter wereld maken kan. Elia verscheen hun samen met Mozes en zij onderhielden zich met Jezus. Petrus nam het woord en zei tot Jezus: “Rabbi, het is goed dat we hier zijn. Laten we drie tenten bouwen, een voor U, een voor Mozes en een voor Elia.” Hij wist niet goed wat hij zei, want ze waren allen geheel verbluft. Een wolk kwam hen overschaduwen en uit die wolk klonk een stem: “Dit is mijn Zoon, de Welbeminde, luistert naar Hem.” Toen ze rondkeken, zagen ze plotseling niemand anders bij hen dan alleen Jezus. Onder het afdalen van de berg verbood Jezus hun aan iemand te vertellen wat ze gezien hadden, voordat de Mensenzoon uit de doden zou zijn opgestaan. Zij hielden het inderdaad voor zich, al vroegen zij zich onder elkaar af wat dat opstaan uit de doden mocht betekenen.
Overweging:
Jezus neemt de drie belangrijkste, de drie meest leidinggevende van de apostelen met zich mee: Petrus, Jakobus en Johannes. En Hij gaat met hen de berg Tabor op. Als je boven op een berg bent, dan wordt het stil en sereen. Daar heb je een groots uitzicht en dat maak een hele diepe indruk op je. Daar ging Jezus met Petrus, Jakobus en Johannes naar toe om te bidden, maar ook voor iets heel bijzonders. Want de apostelen, net als alle andere mensen, hadden allerlei verwachtingen van Jezus: “Wat gaat Jezus doen? Hij is de Messias, gaat Hij de Romeinen wegjagen, zodat wij niet meer die gehate bezetting hebben van de Romeinen en dat wij weer een vrij land zullen zijn en een vrij volk? En dan gaat Jezus onze Koning zijn!”
Maar Jezus wist dat de Vader wilde dat Hij niet alleen maar op dat moment van de geschiedenis de bezetting van de Romeinen zou wegjagen. Want dan zou er eigenlijk niets écht veranderen, want het belangrijkste probleem ligt in het hart van de mensen. Het belangrijkste probleem heeft te maken met de macht van het kwaad dat de harten van mensen probeert mee te trekken.
De satan was eens een aartsengel, geschapen door God met een prachtige naam: Lucifer. En dat betekent: ‘de Lichtdrager’: hij die het licht draagt, een aartsengel. Maar op gegeven moment dan wilt hij aan God gelijk zijn, wilt niet meer luisteren maar wilt zelf doen wat hij wil. En zo ontstaat er een opstand van Lucifer de aartsengel, met een deel van de engelen. Vanaf dan zullen zij God tegenwerken. Lucifer zal niet meer de Lichtdrager zijn, maar hij zal het duisternis brengen: het duisternis van verdriet en de dood, het duisternis van agressie en geweld, het duisternis van het tegenwerken van dat wat God in liefde wilt opbouwen.
En dus dit is waarvoor Jezus in de wereld gekomen is: om die macht te overwinnen, om dat web dat de mensheid in zijn greep heeft te doorbreken. Maar daarvoor moet Jezus in de harten van mensen kunnen zijn. Mensen zullen namelijk moeten kiezen: kiezen voor God en voor het goede, kiezen voor oprechtheid en geloof.
Toen Jezus Petrus, Jakobus en Johannes op de berg Tabor bracht, hebben zij iets mee mogen maken van een goddelijk licht, van een goddelijke binnenkant van Jezus. Tot dan toe hadden zij alleen maar meegemaakt hoe Jezus de zieken genas. En dat was al heel bijzonder, want de zieken genezen zoals Jezus ze genas, kan alleen iemand die vanuit de kracht van God werkt. Dat was duidelijk voor iedereen. Daarom brachten ze vanuit het hele land zieken naar Jezus en sprak iedereen over Hem.
Genezing is belangrijk, maar het belangrijkste blijft het hart van de mens. Daarom laat de Vader uit de wolk die cruciale woorden horen: “Luistert naar Hem!” Luisteren: dat heeft iets te maken met je hart openstellen. Luisteren heeft te maken met God willen volgen, luisteren heeft te maken met je hart geven aan wat Jezus ons brengt. Luisteren heeft te maken met geloven, met Jezus volgen. En nog belangrijker: luisteren heeft te maken met liefde, met van God houden en op Hem je hart willen richten.
Dat is wat Jezus zelf gedaan heeft naar de Vader toe. Jezus heeft geluisterd en wist dat de Vader wilde dat Hij de wereld zou verlossen niet door te gaan vechten met de Romeinen, maar door de geestelijke, kosmische strijd aan te gaan met de macht van het kwaad. Jezus wist ook dat Hij niet voldeed aan de verwachtingen van de vele mensen om Hem heen die wilden dat Hij als Messias hen zou leiden in een strijd tegen de bezetting van de Romeinen. Maar zodra mensen gaan vechten en er oorlog ontstaat, gebeuren er altijd verschrikkelijke dingen zoals geweld, verminking, bloedige dood. Dan komt er in de harten van mensen een agressie en vijandigheid zoals we dat dagelijks op de televisie zien: Ukraine, Gaza en zovele andere plekken in de wereld. Oorlog brengt altijd ongelooflijke veel geweld en haat. Mensen denken dan niet meer goed na, want wanneer ze zovele doden en verminkten zien, kinderen en ouderen, dan komt er steeds meer hardheid en agressie in de harten van de mensen. Dat was niet de weg die God de Vader van Jezus vroeg. God vroeg van Jezus, Zijn enige Zoon, een liefde die alles geeft!
Een liefde die alles geeft: dat is het geheim van het kruis. Het lijden van Jezus en het kruis gaan om een liefde die alles geeft. De weg van liefde is de weg geweest van het kruis. De weg van liefde heeft de macht van de satan overwonnen. En dat is dan wat de Vader ook aan ons vraagt wanner Hij vanuit de wolk zegt: “Luistert naar Hem”. Zijn Zoon gaat ons voor op de weg van al die waarden en normen die God ons wilt geven.
Wij kunnen ook op de berg Tabor zijn: niet de berg Tabor in Israël, want daarvoor moet je een ticket kopen en met het vliegtuig naar daar vliegen. Daar gaan we niet naartoe want er wordt daar gevochten. Maar de berg Tabor is eigenlijk in je hart: de berg Tabor is daar waar mensen luisteren naar Jezus en bij Jezus willen horen. De berg Tabor is daar waar mensen tot gebed komen. Wanneer wij tot de stilte van gebed komen dan zullen wij altijd als eerste God danken: “Vader, ik dank U voor Uw liefde waarmee U ons verlost! Vader, ik dank U voor Jezus Uw Zoon, want Hij is mijn Herder, Hij is mijn kracht! Vader, ik dank U voor deze dag en voor het licht van de zon! Ik dank U voor de mensen die van mij houden! Ik dank U dat ik Uw Woord kan begrijpen en U mag kennen”.
Zo richten wij ons in het gebed in dankzegging tot God. Dat is onze berg Tabor. Misschien zingen we daarbij in de stilte van ons hart een lied. Dat is loven, God prijzen. En dan ontstaat de ruimte waarin God ook iets kan zeggen. Hij zal niet op dezelfde manier iets zeggen als waarop wij met elkaar praten, maar Hij gaat wel diep in ons hart iets zeggen. En dat zal altijd iets te maken hebben met: “Ik ben met jou! Ik zal er altijd voor je zijn! Wees niet bang, al gebeuren er moeilijke dingen. Want de wijsheid van de Heilige Geest zal je kracht geven en je sterk maken en wijs. Luistert naar Jezus, Mijn Zoon!”
Dat is wat de Vader in ons hart zal zeggen. Ook Jezus en de Heilige Geest zullen in ons hart zijn. Zo kunnen wij naar de berg Tabor gaan in het gebed, in de liefde. Het wordt ook een beetje berg Tabor wanneer wij die liefde naar mensen om ons heen waarmaken. Want ook dan luisteren we naar de weg en de stem van Jezus, de Zoon van de Vader.
Laten we daarom in deze Veertigdagentijd toch wat vaker een moment inbouwen van gebed. Bijvoorbeeld aan het begin van de dag en vóór we gaan slapen. Even een moment van stilte bij de Heer: danken, vragen om zegen voor je gezin en familie, ook voor de mensen om je heen. Vragen we de Heer ons een hart te geven van geloof, van liefde. Een hart waarin de hoop er altijd zal blijven. Dan wordt zo’n moment van gebed even de berg Tabor. “Luistert naar Hem”, zegt de Vader en dat is wat wij willen doen. Dan zullen wij met Jezus, en in Jezus, het eeuwig leven vinden.
Categorieën:geloof en leven
Plaats een reactie